Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Limacorporate SMR Gebrauchsanweisung Seite 111

Schultersystem
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 23
3.3. POSTOPERATIEVE VERZORGING
De juiste postoperatieve verzorging moet gegeven worden door de chirurg of ander geschikt en bekwaam
medisch personeel. Na de ingreep wordt een regelmatige controle middels röntgenopnamen aanbevolen om
eventuele veranderingen in de positie van het implantaat of de omliggende weefsels te ontdekken. De chirurg
moet de patiënt erop wijzen dat de ledemaat na schouderartroplastiek een beperkte beweeglijkheid heeft en
dat het gereconstrueerde gewricht gedurende een bepaalde tijd geen volledige belasting kan verdragen. Een
buitensporige fysieke belasting of een trauma aan het vervangen schoudergewricht kan tot voortijdig falen van
de schouderartroplastiek leiden door loslating, breuk of abnormale slijtage van de prothetische implantaten.
De patiënt moet hiervoor door de chirurg gewaarschuwd worden, zodat hij/zij zijn of haar activiteiten
dienovereenkomstig kan aanpassen en hij/zij ervan op de hoogte is dat de implantaten door een buitensporige
gewrichtsslijtage defect kunnen raken. De chirurg moet de patiënt met name de volgende waarschuwingen
meegeven: • vermijd het herhaaldelijk optillen van grote gewichten; • houd uw lichaamsgewicht onder
controle; • vermijd plotselinge piekbelastingen (gevolgen van activiteiten zoals contactsporten, tennissen) of
bewegingen die kunnen leiden tot plotselinge stilstand of verdraaiingen; • vermijd posities die de kans op een
ontwrichting vergroten, zoals bijvoorbeeld overmatige abductie en/of interne rotatie.
Geen of een gebrekkige postoperatieve revalidatie en nazorg kunnen het resultaat van de chirurgische
ingreep negatief beïnvloeden. Bij het hanteren van trabeculaire hulpmiddelen van titanium moet zorgvuldig
worden gewerkt; deze hulpmiddelen mogen niet in contact komen met textiel dat partikels kan achterlaten in
de trabeculaire structuur.
3.4. MOGELIJKE NADELIGE GEVOLGEN
Nadelige gevolgen die kunnen optreden bij artroplastiek van de schouder zijn onder meer: • losraken van
de prothetische componenten, bijvoorbeeld als gevolg van osteolyse; • ontwrichting en instabiliteit van
de prothese; • breken of beschadigen van het hulpmiddel; • verzakken van de steel; • instabiliteit van het
systeem door onvoldoende balancering van weke delen; • ontwrichting door een verkeerde koppeling van
de componenten; • infectie; • lokale overgevoeligheid; • lokale pijn; • periprothetische fracturen, waaronder
intraoperatieve fracturen; • botresorptie; • tijdelijke of permanente zenuwbeschadiging; • slijten van modulaire
verbindingen; • sterke slijtage van UHMWPE-componenten vanwege beschadigde gewrichtsoppervlakken of
de aanwezigheid van partikels; • metallose; • heterotope botvorming; - scapulaire inkervingen; • falen van
de rotator cuff; • glenoïderosie (alleen tijdens hemi-procedures); • minder bewegingsvrijheid; • bijkomende
chirurgie.
Sommige nadelige effecten kunnen de dood tot gevolg hebben. Algemene complicaties bestaan onder andere
uit veneuze trombose met of zonder longembolie, cardiovasculaire of pulmonale afwijkingen, hematomen,
systemische allergische reacties, systemische pijn, bloedverlies, morbiditeit van de donorlocatie, tijdelijke of
blijvende verlamming.
111

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis