Herunterladen Diese Seite drucken

Kimberly-Clark MIC-KEY Gebrauchsanweisung Seite 56

Flachprofil-gastrostomiesonde
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MIC-KEY:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 12
n
Beschrijving
Met de Kimberly-Clark* MIC-KEY* voedingssonde met laag profiel voor gastrostomie (afb. 2)
kunnen enterale voeding en medicatie rechtstreeks in de maag worden toegediend en/of kan
decompressie van de maag worden uitgevoerd.
Indicaties voor gebruik
De Kimberly-Clark* MIC-KEY* voedingssonde met laag profiel voor gastrostomie dient voor
gebruik bij patiënten die voeding op lange termijn nodig hebben, niet in staat zijn orale voeding
te verdragen, een gering risico van aspiratie hebben en decompressie van de maag en/of
toediening van medicatie rechtstreeks in de maag nodig hebben.
Contra-indicaties
Contra-indicaties voor aanbrenging van een voedingssonde met laag profiel voor gastrostomie
zijn onder meer, maar zijn niet beperkt tot, ascites, coloninterpositie, portale hypertensie,
peritonitis en morbide obesitas.
Waarschuwing
Dit medische hulpmiddel niet opnieuw gebruiken, opnieuw verwerken of opnieuw
steriliseren. Hergebruik, herverwerking of hersterilisatie kan 1) de biocompatibiliteit
negatief beïnvloeden, 2) de structurele integriteit van het hulpmiddel in gevaar
brengen, 3) leiden tot het niet werken van het hulpmiddel zoals beoogd of 4) een
risico van besmetting met zich meebrengen en de overdracht van infectieziekten
veroorzaken, wat letsel, ziekte of overlijden tot gevolg kan hebben.
Complicaties
Het gebruik van een voedingssonde met laag profiel voor gastrostomie kan leiden tot de volgende
complicaties:
• huidafbraak
• hypergranulatieweefsel
• lekken uit de peritoneale holte
NB: Controleer de verpakking op beschadiging. Niet gebruiken indien de verpakking is beschadigd of
de steriele barrière is aangebroken.
Aanbrenging
De Kimberly-Clark* MIC-KEY* voedingssonde met laag profiel voor gastrostomie kan percutaan
onder fluoroscopische of endoscopische begeleiding worden aangebracht of kan als vervanging
van een bestaand medisch hulpmiddel worden aangebracht via een reeds bestaande
stomatractus.
OPGELET: VOOR DE VEILIGHEID EN HET COMFORT VAN DE PATIëNT MOET ER EEN GASTROPEXIE
WORDEN UITGEVOERD OM DE MAAG AAN DE VOORSTE BUIKWAND VAST TE HECHTEN,
DE INBRENGPLAATS VOOR DE VOEDINGSSONDE MOET WORDEN GEïDENTIFICEERD EN DE
STOMATRACTUS MOET WORDEN GEDILATEERD VOORDAT DE SONDE VOOR HET EERST WORDT
INGEBRACHT.
OPGELET: DE RETENTIEBALLON VAN DE VOEDINGSSONDE MAG NIET ALS
GASTROPEXIEHULPMIDDEL WORDEN GEBRUIKT. HET IS MOGELIJK DAT DE BALLON BARST EN
DE MAAG NIET AAN DE VOORSTE BUIKWAND WORDT VASTGEzET.
WAARSCHUWING: Bij zuigelingen en kinderen dient de inbrengplaats zich hoog op
de curvatura major te bevinden om occlusie van de pylorus te voorkomen wanneer de
ballon wordt gevuld.
Een verkeerde maat MIC-KEY* kan necrose, 'buried bumper'-syndroom en/of
hypergranulatieweefsel veroorzaken.
Voorbereiding van de sonde
1. Selecteer de juiste maat MIC-KEY* voedingssonde voor gastrostomie, neem deze uit de
verpakking en inspecteer hem op beschadiging.
2. Vul de ballon, met behulp van de in de kit meegeleverde 6-ml injectiespuit met Luer-
schuifaansluiting, via de ballonpoort met 5 ml (3 ml bij 12-F) steriel of gedistilleerd water (afb.
2A).
3. Verwijder de injectiespuit en ga de integriteit van de ballon na door voorzichtig in de ballon
te knijpen om op lekken te controleren. Inspecteer de ballon met het oog om te controleren of
hij symmetrisch is. De ballon kan symmetrisch worden gemaakt door hem voorzichtig tussen
de vingers te rollen. Breng de injectiespuit opnieuw in en verwijder al het water uit de ballon.
4. Smeer de tip van de sonde met een in water oplosbaar glijmiddel in. Gebruik geen minerale
olie. Gebruik geen vaseline.
Aanbevolen procedure voor radiologische aanbrenging
1. Plaats de patiënt in rugligging.
2. Bereid de patiënt voor en verdoof deze volgens het klinische protocol.
3. zorg dat de linkerkwab van de lever zich niet boven de fundus of het lichaam van de maag
bevindt.
4. Identificeer de mediale rand van de lever door middel van een CT-scan of echo.
5. Er kan 0,5 tot 1,0 mg glucagon intraveneus worden toegediend om de peristaltiek van de
maag te verminderen.
OPGELET: RAADPLEEG DE GEBRUIKSAANWIJzING VOOR HET GLUCAGON VOOR DE
SNELHEID VAN DE INTRAVENEUzE INJECTIE EN AANBEVELINGEN VOOR GEBRUIK BIJ
INSULINEAFHANKELIJKE PATIëNTEN.
56
• infectie
• maag- of duodenumzweren
• druknecrose
6. Vul de maag met lucht met behulp van een nasogastrische katheter, in het algemeen met
500 tot 1000 ml of totdat de maag voldoende is opgezet. Het is vaak nodig om met lucht te
blijven vullen tijdens de ingreep, vooral ten tijde van de naaldpunctie en de dilatatie van de
tractus, om de maag opgezet te houden zodat de maagwand tegen de voorste buikwand
wordt gedrukt.
7. Kies een katheterinbrengplaats in het linker subcostale gebied, bij voorkeur boven het
laterale aspect of lateraal van de m. rectus abdominis (NB. de a. epigastrica superior loopt
langs het mediale aspect van de m. rectus) en rechtstreeks boven het lichaam van de maag
in de richting van de curvatura major. Kies onder doorlichting een plaats die een zo direct
mogelijke verticale baan van de naald mogelijk maakt. Maak een cross-table lateraal beeld
alvorens de gastrostomie te verrichten indien het vermoeden bestaat dat er zich een
coloninterpositie of stukje dunne darm vóór de maag bevindt.
NB: De avond van tevoren kan er een contrastmiddel PO/NG worden toegediend of er kan
voorafgaand aan de aanbrenging een klysma worden toegediend om het colon transversum
ondoorschijnend te maken.
8. Prepareer de patiënt en dek deze af volgens het ziekenhuisprotocol.
Aanbrenging van gastropexie
OPGELET: HET VERDIENT AANBEVELING EEN DRIEPUNTS GASTROPEXIE UIT TE VOEREN IN EEN
DRIEKHOEKSCONFIGURATIE OM TE zORGEN VOOR AANHECHTING VAN DE MAAGWAND AAN DE
VOORSTE BUIKWAND.
1. Breng een huidmarkering aan op de inbrengplaats van de sonde. Zet het gastropexiepatroon
uit door drie huidmarkeringen aan te brengen op gelijke afstand van de inbrengplaats van de
sonde, en wel in een driehoeksconfiguratie.
WAARSCHUWING: Er dient voldoende afstand te zijn tussen de inbrengplaats
en de plaats waar de gastropexie wordt verankerd om interferentie door het
T-vormige bevestigingsmiddel en de gevulde ballon te voorkomen.
2. Dien 1% lidocaïne toe op de punctieplaatsen en breng een plaatselijk verdovingsmiddel aan
op de huid en het peritoneum.
3. Breng het eerste T-vormige bevestigingsmiddel aan en bevestig de positie in de maag.
Herhaal de procedure totdat alle drie T-vormige bevestigingsmiddelen bij de hoeken van de
driehoek zijn aangebracht.
4. Zet de maag vast aan de voorste buikwand en voltooi de ingreep.
De stomatractus aanleggen
1. Leg de stomatractus aan terwijl de maag nog steeds met lucht is gevuld en tegen de
buikwand aan ligt. Identificeer de punctieplaats in het midden van het gastropexiepatroon.
Controleer onder fluoroscopische begeleiding of de plaats boven het distale lichaam van de
maag ligt onder de ribbenboog en boven het colon transversum.
OPGELET: VERMIJD DE A. EPIGASTRICA DIE zICH BIJ DE OVERGANG VAN HET VOOR TWEE
DERDE MEDIALE EN EEN DERDE LATERALE GEDEELTE VAN DE M. RECTUS BEVINDT.
WAARSCHUWING: Voorzichtig te werk gaan om te voorkomen dat de punctienaald
te diep wordt opgevoerd teneinde aanprikken van de achterste maagwand,
pancreas, linkernier, aorta of milt te voorkomen.
2. Verdoof de punctieplaats met een plaatselijke injectie van 1% lidocaïne in het peritoneale
oppervlak (de afstand van de huid tot de voorste maagwand is gewoonlijk 4 à 5 cm).
3. Breng een met een 0,038-inch (0,96-mm) voerdraad compatibele introducernaald in het
midden van het gastropexiepatroon in het maaglumen in.
NB: Voor aanbrenging van de gastrostomiesonde is de beste inbrenghoek volledig haaks op het
oppervlak van de huid. De naald moet naar de pylorus zijn gericht indien wordt verwacht dat er
op een PEGJ-sonde wordt overgegaan.
4. Controleer de juiste naaldplaatsing onder fluoroscopische visualisatie. Bovendien kan er, om
de verificatie te vergemakkelijken, een met water gevulde injectiespuit op het aanzetstuk
van de naald worden aangebracht en kan er lucht uit het lumen van de maag worden
geaspireerd.
NB: Er kan contrastmiddel worden geïnjecteerd na de terugkeer van lucht om maagplooien
zichtbaar te maken en de positie te bevestigen.
5. Voer een voerdraad met J-vormige tip, van maximaal 0,038 inch (0,96 mm), door de naald op
in de maag. Bevestig de positie.
6. Verwijder de introducernaald, maar houd de voerdraad met J-vormige tip op zijn plaats. Voer
de introducernaald af volgens het ziekenhuisprotocol.
Dilatatie
1. Gebruik een scalpelmes nr. 11 om een kleine huidincisie te maken die langs de voerdraad
omlaag door het onderhuidse weefsel en de fascia van de musculatuur van de buik
loopt. Nadat de incisie is gemaakt, moet de dilatator worden afgevoerd volgens het
ziekenhuisprotocol.
2. Voer een dilatator over de voerdraad op en dilateer de stomatractus tot de gewenste grootte.
3. Verwijder de dilatator over de voerdraad, maar houd de voerdraad op zijn plaats.
4. Meet de lengte van de stoma met het Kimberly-Clark* stomameetapparaat.
De lengte van de stoma meten
LET OP: DE KEUzE VAN DE JUISTE MAAT MIC-KEY* IS VAN DOORSLAGGEVEND BELANG VOOR DE
VEILIGHEID EN HET COMFORT VAN DE PATIëNT. MEET DE LENGTE VAN DE STOMA VAN DE PATIëNT
MET HET STOMAMEETAPPARAAT. DE SCHACHTLENGTE VAN DE GESELECTEERDE MIC-KEY* MOET
HETzELFDE zIJN ALS DE LENGTE VAN DE STOMA. EEN VERKEERDE MAAT MIC-KEY* KAN NECROSE,
'BURIED BUMPER'-SYNDROOM EN/OF HYPERGRANULATIEWEEFSEL VEROORzAKEN.

Werbung

loading