NeoFlow reduceerklep
5.3
Montage
5.3.1
Voorbereidingen
► Zorg ervoor dat voor de installatie alle leidingdelen gespoeld zijn. De leidingen moeten met name vrij zijn van spaanders, kalk
en andere afzettingen.
► Om een besmetting te voorkomen, moet gegarandeerd zijn dat op alle aansluitingen desinfectieprocedures zijn toegepast.
► Controleer of het type NeoFlow reduceerklep geschikt is voor de bedrijfsomstandigheden, zie typeplaatje. De toepassing bij
ongeschikte bedrijfsomstandigheden kan schade veroorzaken.
► Het product voor installatie op beschadiging controleren. Geen beschadigd of defect product gebruiken.
5.3.2
Inbouw in leidingsysteem
Benodigde gereedschappen
Schroefsleutel/steeksleutel (complete set)
•
Sleufschroevendraaier
•
Draaimomentsleutel
•
Inbussleutel (met kogelkop, complete set)
•
VOORZICHTIG!
Schade aan leidingsysteem door daarop inwerkende krachten!
Gevaar voor verwondingen en/of materiële schade door ondichtheden in het leidingsysteem.
► Krachten bij warmteuitzetting van het leidingsysteem door geschikte vaste punten reduceren.
Inbouwlocatie
De inbouwlocaties A en B worden aanbevolen (groen vinkje). De inbouwlocaties C en D worden niet aanbevolen (rood kruis).
► Doorstroomrichting in acht nemen, zie richtingspijl.
A.
Inbouwlocatie 1
► Bij verticaal gelegde leidingen mag de doorstroming uitsluitend naar boven plaatsvinden.
Inbouwlocatie 2
► Bij horizontaal gelegde leidingen moet het regelsysteem zich boven bevinden (hoekafwijking max. +/-30°).
280
30°
B.
30°
C.
Gebruiksaanwijzing
D.