Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

MedComp HEMO-FLOW Gebrauchsanleitung Seite 71

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 43
INFECTIE:
Opgelet: Wegens het risico op blootstelling aan HIV (humaan
immunodeficiëntievirus) of andere pathogenen in het bloed
aanwezig, moeten gezondheidswerkers altijd universele bloed- en
lichaamsvochtvoorzorgen nemen bij het behandelen van alle patiënten.
Men dient zich altijd aan een steriele techniek te houden.
Een klinisch erkende infectie bij een katheteruitgangsplaats
dient onmiddellijk te worden behandeld met de geschikte
antibioticatherapie.
Als een patiënt met een katheter koorts krijgt neem dan
minstens twee bloedkweken op een plek verwijderd van de
katheteruitgangsplaats. Als de bloedcultuur positief is moet de
katheter onmiddellijk verwijderd worden en moet de gepaste
antibioticabehandeling opgestart worden. Wacht 48 uur alvorens
de katheter te vervangen. Inbrengen dient zo mogelijk te
geschieden aan de tegenoverliggende kant van de oorspronkelijke
katheteruitgangsplaats.
INBRENGMETHODE MET MICROPUNCTUUR
Van zodra er een .018" voerdraad in de gewenste ader zit moet
de 4F wikkeldilator gedraaid worden over het proximale uiteinde
van de voerdraad en in de gewenste ader worden gebracht.
Als de 4F wikkeldilator in de gewenste ader zit verwijdert u de
voerdraad en de dilator een voor een.
Voer een .038" voerdraad in en door de wikkel tot deze in de
gewenste ader zit.
Verwijder de wikkel en ga verder met de richtlijnen vanaf #11.
Waarschuwing: Enkel een arts die vertrouwd is met de gepaste
technieken mag de volgende procedures proberen.
Opgelet: Neem altijd het protocol van het ziekenhuis of de afdeling,
mogelijke complicaties en hun behandeling, waarschuwingen en
voorzorgen door alvorens de katheter te verwijderen.
1.
Palpeer de uitgangstunnel van de katheter om de manchet te vinden.
2.
Dien voldoende plaatselijke verdoving toe op de uitgangsplaats en
de manchet-locatie om het gebied helemaal te verdoven.
3.
Knip de hechtingen van de hechtvleugel door. Volg het
ziekenhuisprotocol voor het verwijderen van hechtingen.
4.
Maak een incisie van 2 cm boven de manchet, parellel aan de katheter.
5.
Dissecteer omlaag naar de manchet met gebruik van stompe en
scherpe dissectie zoals aangegeven.
6.
Wanneer u de manchet kunt zien, pakt u deze vast met een klem.
7.
Klem de katheter af tussen de manchet en de inbrengplaats.
8.
Snijd de katheter door tussen de manchet en de uitgangsplaats.
Trek het inwendige gedeelte van de katheter door de incisie in de
tunnel terug.
9.
Verwijder het resterende deel van de katheter (d.w.z. het deel in
de tunnel) via de uitgangsplaats.
Opgelet: Trek het distale uiteinde van de katheter niet door de incisie
daar besmetting van de wond kan plaatsvinden.
VERWIJDEREN VAN DE KATHETER
-69-

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis