!
Lees de bedieningshandleiding en de bijgevoegde brochure ‚Garantie- en aanvullende aanwijzin-
gen' volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie goed.
Functie / toepassing
Universeel en exibel leidingzoekapparaat in een set met zender en ontvanger
– Contactloze tracering van het zendersignaal door de ontvanger.
– Lokalisatie van elektrische kabels, zekeringen, veiligheidsschakelaars, metalen buizen
(bijv. verwarmingsbuizen) en nog veel meer.
– Lokalisatie van leidingonderbrekingen in voorhanden installaties en kortsluitingen in gelegde installatiekabels.
– Toepasbaar met en zonder netspanning, tot max. 400 V.
– Gelijk- en wisselspanningsweergave tot max. 400 V.
– Eenpolige zoekfunctie, voor optimale leiding- en objectlokalisatie op grote diepte.
– Tweepolige zoekfunctie, voor doelgericht opsporen van zekeringen, kortsluitingen en FI-veiligheidsschakelaars.
– Hoge zendfrequentie van 125 Khz maakt een exacte en storingsvrije lokalisatie zonder netstoringen
mogelijk.
– Dankzij de signaalcodering kunnen tot zeven zenders en een ontvanger worden ingezet, ideaal voor
werkzaamheden in complexe installaties.
– De ingebouwde AC-spanningzoeker herkent en lokaliseert spanningvoerende leidingen.
– Een permanente AC-spanningswaarschuwing aan de zender en de ontvanger verhoogt de veiligheid.
– Automatische en handmatige modus voor de correcte instelling op het meetprobleem.
– Geïntegreerde meetpuntverlichting, door krachtige ledverlichting.
– Overspanningscategorie CAT III (conform EN 61010-1, max. 300 V) en alle lagere categorieën.
De apparaten en het toebehoren mogen niet worden toegepast voor werkzaamheden in de
overspanningscategorie CAT IV (bijv. bij laagspanningsinstallatiebronnen).
Werkingsprincipe
De meting wordt uitgevoerd met één of meerdere zenders en een ontvanger. De zender stuurt gecode-
erde signalen in de leiding die moet worden gecontroleerd. Het signaal is een gemoduleerde stroom die
een elektromagnetisch veld genereert rond de geleider. De ontvanger herkent dit veld, decodeert het en
kan daardoor de leidingen met het ingevoerde signaal vinden en lokaliseren.
Veiligheidsinstructies
– Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven speci caties.
– Gebruik uitsluitend de originele meetleidingen. Deze moeten over dezelfde nominale spannings-,
categorie- en ampèrewaarden beschikken als het meetapparaat.
– Vóór het openen van het batterijvakdeksel dient de stroomtoevoer naar het apparaat te worden
onderbroken.
– Werk bij voorkeur niet alleen.
– Pak het apparaat alleen vast aan de handgrepen. De meetpunten mogen tijdens de meting niet worden
aangeraakt.
– Bij de omgang met spanningen van meer dan 25V AC resp. 60V DC dient uiterst voorzichtig te worden gewerkt.
Bij contact met de elektrische geleiders bestaat bij deze spanningen al levensgevaar door elektrische schokken.
30
NL