6.7 Trillingen
m WAARSCHUWING
Vermijd de risico's van trillingen, bijvoorbeeld het
risico van wittevingerziekte (aandoeningen van de
bloedsomloop).
Het witte vinger syndroom is een vaatziekte waarbij
kleine bloedvaten in de vingers en tenen acuut ver-
krampen. Symptomen zijn onder andere: Verlies van
gevoel, verlies van gevoeligheid, tintelingen, jeuk,
pijn, krachtverlies, verandering in kleur of conditie
van de huid. De desbetreffende lichaamsdelen wor-
den dan niet meer voldoende van bloed voorzien
waardoor ze een bleke kleur krijgen. Het frequente
gebruik van trillende gereedschappen kan zenuw-
beschadigingen veroorzaken bij personen met een
verminderde doorbloeding (bijv. rokers, diabetici). Als
u ongewone beperkingen bespeurt, stopt u direct de
werkzaamheden en raadpleegt u een arts. Voor lang-
durige en regelmatige gebruikers is het daarom aan
te raden om de conditie van uw handen en vingers
goed in de gaten te houden. Neem de volgende aan-
wijzingen in acht om de gevaren te beperken:
■ Houd uw lichaam warm, vooral uw handen, met
name bij koel weer.
■ Las regelmatig pauzes in en beweeg hierbij de han-
den om de doorbloeding te bevorderen.
■ Beperk het gebruik van gereedschap met hoge
trillingen per dag en verdeel het over meerdere
dagen. Maak een werkschema dat de blootstelling
aan trillingen beperkt.
■ Houd de trillingen van het apparaat zo laag moge-
lijk door regelmatig onderhoud en vaste onderde-
len op het apparaat. Vervang versleten componen-
ten onmiddellijk.
■ Wissel regelmatig van werkpositie.
■ Als de machine vaak wordt gebruikt, moet u con-
tact opnemen met uw leverancier en eventueel an-
titrilingsaccessoires (grepen) aanschaffen.
6.8 Veiligheidsfuncties van de kettingzaag (afb. 1)
■ De voorste handbescherming (1) beschermt de lin-
kerhand van de gebruiker als deze van de voorste
handgreep wegglijdt terwijl de kettingzaag loopt.
■ De achterste handbescherming (12) beschermt de
rechterhand tegen contact met een gevallen of ge-
broken zaagketting.
■ De kettingrem is een veiligheidsfunctie om letsel te
beperken als gevolg van terugslagen, doordat een
draaiende zaagketting in milliseconden kan worden
gestopt. Deze wordt door de voorste handbescher-
ming bij terugslag geactiveerd.
■ De gashendelblokkering (9) voorkomt een onvoor-
ziene acceleratie van de motor. De gashendel kan
alleen worden ingedrukt, als de gashendelblokke-
ring is ingedrukt.
■ DE KLAUWAANSLAG (15) ondersteunt de ket-
tingzaag op het hout tijdens het werk. Werk nooit
zonder klauwaanslag, de kettingzaag kan de bedie-
ner naar voren trekken. Gebruik de klauwaanslag
voor het zagen van boomstammen of dikke takken.
Het gebruik van de klauwaanslag verhoogt de ar-
beidsveiligheid, vermindert de persoonlijke belas-
ting tijdens het werk en vermindert ook de trillingen.
De klauwaanslag moet altijd tegen de boomstam
bevestigd zijn wanneer u de kettingzaag gebruikt.
Gebruik de achterste handgreep om de klauwaan-
slag tegen de boomstam te drukken. Om te zagen
drukt u de voorste handgreep in de richting van de
zaaglijn. Het kan nodig zijn om de klauwaanslag te
verplaatsen om verder te kunnen zagen.
6.9 Voorzorgsmaatregelen tegen terugslag
m WAARSCHUWING
Let bij het werken op de terugslag van het apparaat.
Er bestaat gevaar voor letsel. U voorkomt terugslag
door voorzichtig en met de juiste zaagtechniek te
werk te gaan.
■ In sommige gevallen kan contact met het uiteinde
van het zaagblad een onverwachte, naar achteren
gerichte reactie veroorzaken, waarbij het geleide-
blad in de richting van de gebruiker omhoog wordt
geslagen (afb. I).
■ Terugslag kan optreden als het uiteinde van het ge-
leideblad een voorwerp raakt of als de zaagketting
in de snede wordt vastgeklemd door ombuigend
hout.
■ Voordat de zaagketting in de verwerkingszone
wordt geplaatst, kan deze zijwaarts wegslippen
of kan de motorzaag gaan stuiteren. (Let op! Ver-
hoogde terugslagrisico!)
■ Wanneer de zaagketting aan de bovenrand van het
geleideblad is vastgelopen, kan de kettingzaag al
snel onverwacht terugslaan in de richting van de
gebruiker (zie afb I).
■ Als de zaagketting aan de onderkant van het gelei-
deblad vastloopt, kan de kettingzaag snel en onge-
controleerd uit de werkrichting worden getrokken
(zie afb. J).
■ Wees uiterst voorzichtig wanneer u de ketting van
de kettingzaag gebruikt om verder te zagen in een
zaagsnede die al is begonnen.
■ Zaag geen takken of stukken hout die tijdens het
zagen van positie kunnen veranderen of waarbij de
zaagsnede zich tijdens het zagen sluit.
■ Elk van deze reacties kan ertoe leiden dat u de
controle over de zaag verliest en mogelijk ernstig
gewond raakt. Vertrouw niet uitsluitend op de vei-
ligheidsvoorzieningen die in de kettingzaag zijn
ingebouwd. Tref als gebruiker van de kettingzaag
diverse maatregelen om zonder gevaar voor onge-
vallen of letsel te kunnen werken.
www.scheppach.com
NL | 91