Wilo -Stratos GIGA2.0-I Einbau- Und Betriebsanleitung Seite 463

19.2.1 Mechanische afdichting vervangen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos GIGA2.0-I, Wilo-Stratos GIGA2.0-D • Ed.02/2022-07
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Controleer of ze spanningsvrij zijn en dek aangrenzende, onder spanning
staande onderdelen af of sluit ze af.
Tijdens de inlooptijd kunnen geringe lekkages optreden. Ook tijdens het normale bedrijf
van de pomp is het normaal dat er wat lekkage van enkele druppels is.
Doe regelmatig een visuele controle. Als er duidelijk sprake is van een lekkage, vervang dan
de afdichting
Zie voor meer informatie ook de Wilo-ontwerprichtlijnen voor droogloperpompen.
Wilo biedt een reparatieset aan, die de vereiste onderdelen voor vervanging bevat.
LET OP
De magneet aan de binnenkant van de motor vormt geen gevaar voor
personen met pacemakers. Dat geldt zolang de motor niet is geopend of
de rotor is gedemonteerd. De glijringafdichting kan zonder gevaar wor-
den vervangen.
Demontage:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding!
Bij hoge mediumtemperaturen en systeemdruk de pomp eerst laten af-
koelen en de installatie drukloos maken.
1. Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen onbevoegd herinschakelen.
2. Afsluiters voor en achter de pomp sluiten.
3. Spanningvrijheid controleren.
4. Werkbereik aarden en kortsluiten.
5. Draai de schroeven van de elektronicamodule los (Fig. I, pos. 3) en verwijder het bo-
vendeel van de elektronicamodule (Fig. I, pos. 2).
6. Netaansluitkabel afkoppelen. Indien aanwezig: verwijder de kabel van de verschildruk-
sensor aan de elektronicamodule of aan de steekverbinding van de verschildruksensor.
7. Maak de pomp drukloos door het ontluchtingsventiel (Fig. I, pos. 28) te openen.
LET OP
Aanbevolen wordt om de module te demonteren voordat de insteekset
wordt gedemonteerd, zodat de werkzaamheden gemakkelijker uitge-
voerd kunnen worden. (Zie het hoofdstuk „Elektronicamodule vervan-
gen" [} 468]).
8. Verwijder de 2 transportogen (Fig. I, pos. 30) van de motorflens (Fig. I/II/III, pos. 14a) en
bevestig ze met dezelfde schroeven op het motorhuis (Fig. II/III, pos. 14b).
LET OP
Als er geen draadboringen (Fig. II/III, pos. 14b) in het motorhuis zitten,
dan hoeven de transportogen niet te worden verplaatst.
9. Bevestig de insteekset ter beveiliging met geschikte hijsmiddelen aan de transporto-
gen (Fig. 6).
10. Draai de schroeven (Fig. I/III, pos. 29) los en verwijder deze.
⇒ Aanbevolen wordt om twee montagebouten (toebehoren) in plaats van
twee schroeven (Fig. I/III, pos. 29) te gebruiken. De montagebouten worden door
nl
463