Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Wilo -Stratos GIGA2.0-I Einbau- Und Betriebsanleitung Seite 437

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Wilo-Stratos GIGA2.0-I:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Gewenste waardebron
Analoge ingang 1
Analoge ingang 2
Analoge ingang 3
Analoge ingang 4
CIF-module
Fig. 72: Gewenste waardebron
Gebruikswijze selecteren
Analoge ingang (AI2)
Niet geconfigureerd
Gewenste waarde-gever
Verschildruksensor
Temperatuursensor
Externe sensor
Fig. 73: Instellingsdialoog
Signaaltype analoge ingang (AI2)
Voor gewenste waarde-gever
PT1000
0 – 10 V
2 – 10 V
0 – 20 mA
4 – 20 mA
Fig. 74: Signaaltype
Standaardwaarden gebruiken
Analoge ingang (AI2)
Voorgeschreven waarden gebruiken
Door de gebruiker gedefi...
Fig. 75: Standaardwaarden gebruiken
Optionele kabelbreukherkenning
Analoge ingang (AI2)
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Fig. 76: Optionele kabelbreukherkenning
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos GIGA2.0-I, Wilo-Stratos GIGA2.0-D • Ed.02/2022-07
In „Gewenste waardebron" selecteren kan de gewenste waardebron worden veranderd.
Gewenste waarde komt van
Wanneer een analoge ingang als bron dient, moet de gewenste waardebron worden geconfi-
analoge ingang (AI2)
gureerd. Daartoe „Gewenste waardebron selecteren" kiezen.
Ingang voor externe gewenste waarde instellen
Gewenste waardebron selecteren
Gewenste waardebron selecteren
Reserve setpoint bij kabelbreuk
Tab. 50: Ingang voor externe gewenste waarde instellen
Mogelijke selectie van in te stellen gebruikswijzen:
Als gewenste waardebron „Gewenste waarde-gever" kiezen.
Analoge ingang als
gewenste waarde-gever
gebruiken,
bijv. voor opvoerhoogte
Na selectie van de gebruikswijze het „Signaaltype" selecteren:
Stel de analoge ingang in op
Na selectie van het signaaltype wordt vastgelegd, hoe standaardwaarden worden gebruikt:
het
signaaltype 0...10 V
.
Met „Voorgeschreven waarden gebruiken" worden vastgelegde standaarden voor de over-
dracht van het signaal gebruikt. Vervolgens is de instelling van de analoge ingang als ge-
De meldings-/waarde-
toewijzing instellen.
wenste waarde-gever beëindigd.
UIT:
AAN
Min:
Max:
Tab. 51: Standaard signaaltoewijzing
Als „Door de gebruiker gedefinieerde instelling" is geselecteerd, moeten er nog meer instel-
lingen worden ingevoerd:
Bij de signaaltypen „0 – 10 V" en „0 – 20 mA" kan optioneel een kabelbreukherkenning met
parametreerbare drempel worden geactiveerd.
Wanneer „Uitgeschakeld" wordt geselecteerd, vindt er geen kabelbreukherkenning plaats.
Het gedrag van de analoge ingang vindt plaats volgens de drempelwaarden van de standaard
De signaalsterkte onder
de ingestelde
grenswaarde wordt als
signaaltoewijzing.
kabelbreuk aangeduid.
Wanneer „Ingeschakeld" wordt geselecteerd, vindt de kabelbreukherkenning alleen onder
een in te stellen grenswaarde.
LET OP
Wanneer in het menu „Gebruikswijze selecteren" reeds een andere ge-
bruikswijze als „Niet geconfigureerd" is ingesteld, controleren, of de ana-
loge ingang reeds voor een andere gebruikswijze wordt gebruikt.
Eventueel moet een andere bron worden geselecteerd.
1,0 V
2,0 V
3,0 V
10,0 V
nl
437

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Wilo-stratos giga2.0-d

Inhaltsverzeichnis