Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Wilo -Stratos GIGA2.0-I Einbau- Und Betriebsanleitung Seite 406

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Wilo-Stratos GIGA2.0-I:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

nl
406
Daarvoor heeft de pomp een verschildruksensor nodig, die op dit punt („slechtste punt") in
het systeem is geïnstalleerd.
De opvoerhoogte moet worden ingesteld op de benodigde verschildruk. Het pompvermo-
gen wordt afhankelijk van de behoefte op dit punt aangepast.
LET OP
De af fabriek gemonteerde verschildruksensor op de pomp kan parallel
aan de verschildruksensor op het slechtste punt worden gebruikt, bij-
voorbeeld voor de warmtehoeveelheidsregistratie op de pomp. De af fa-
briek gemonteerde verschildruksensor is al op de analoge ingang AI1 ge-
configureerd. De verschildruksensor op het slechtste punt moet op een
andere analoge ingang worden geconfigureerd.
Dynamic Adapt plus (fabrieksinstelling)
De regelingsmodus Dynamic Adapt plus past automatisch het pompvermogen aan de be-
hoefte van de installatie aan. Het is niet nodig om de gewenste waarde in te stellen.
Dat is optimaal voor circuits waarvan de dimensioneringspunten niet bekend zijn.
De pomp past voortdurend de capaciteit aan de behoefte van de consument en de toestand
van de geopende en gesloten ventielen aan en reduceert de ingezette pompenergie aan-
zienlijk.
Dynamic Adapt plus wordt in verbruikerscircuits met variabele druk- en debietstromen ge-
bruikt, bijv. voor verwarmingselementen met thermostaatventielen of vloerverwarming met
per ruimte geregelde stelaandrijvingen.
Een hydraulische inregeling is in alle genoemde circuits nodig.
In hydraulische circuits met onveranderlijke weerstanden, zoals generator- of transportcir-
cuits (naar open verdelers, verdelers, verdelers zonder verschildruk of warmtewisselaars),
moet een andere regelingsmodus worden gekozen. Bijvoorbeeld: debiet constant (Q-
const), verschiltemperatuur constant (∆T‑const), verschildruk (∆p-c) of Multi-Flow
Adaptation.
Debiet constant (Q-const.)
De pomp regelt in het bereik van de karakteristiek een ingestelde debietstroom Q
Multi-Flow Adaptation
Met de regelingsmodus Multi-Flow Adaptation wordt het debiet in het generator- of trans-
portcircuit (primaire circuit) aan het debiet in de verbruikerscircuits (secundaire circuit)
aangepast.
Multi-Flow Adaptation wordt op de Wilo-Stratos GIGA2.0 transportpomp in het primaire
circuit voor bijv. een open verdeler ingesteld.
De Wilo-Stratos GIGA2.0 transportpomp is verbonden met de Wilo-Stratos GIGA2.0 en ook
met de Wilo-Stratos MAXO pompen in de secundaire circuits met Wilo Net datakabels.
De transportpomp krijgt van elke secundaire pomp apart continu in korte intervallen het op
dat moment benodigde debiet.
Het totaal van het benodigde debiet van alle secundaire pompen stelt de transportpomp in
als gewenst debiet.
Bij de inbedrijfname moeten alle bijbehorende secundaire pompen hiervoor bij de primaire
pomp worden aangemeld, zodat deze rekening houdt met het debiet van elke pomp. Zie
hiervoor het hoofdstuk „Instellingsmenu – Regelbedrijf instellen" [} 417].
Temperatuur constant (T-const)
De pomp wordt geregeld op een ingestelde gewenste temperatuur T
De te regelen werkelijke temperatuur wordt door een externe, op de pomp aangesloten
temperatuursensor bepaald.
Verschiltemperatuur constant (∆T-const)
De pomp wordt geregeld op een ingestelde verschiltemperatuur ∆T
aanvoer- en retourtemperatuur).
Is-temperatuurbepaling door:
2 op de pomp aangesloten temperatuursensoren.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos GIGA2.0-I, Wilo-Stratos GIGA2.0-D • Ed.02/2022-07
.
Gewenst
.
gew.
(bijv. verschil tussen
gew.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Wilo-stratos giga2.0-d

Inhaltsverzeichnis