7. Het door de fabrikant ingestelde toerental mag niet
worden gewijzigd. Generator of aangesloten appa-
raten kunnen beschadigd raken.
8. De generator nooit in ruimtes met licht ontvlambare
stoffen gebruiken.
LET OP
Warme oppervlakken!
Gevaar voor brandwonden, uitlaatsysteem en aan-
drijfaggregaat niet aanraken.
LET OP
Draag gehoorbescherming!
Gebruik een geschikte gehoorbescherming, indien u
zich in de buurt van het apparaat bevindt.
9. Raak geen mechanisch bewegende of hete onder-
delen aan. Verwijder geen veiligheidsafdekkingen.
10. Er mogen voor het onderhoud en als accessoires
uitsluitend originele onderdelen worden gebruikt.
11. Reparatie- en instelwerkzaamheden mogen uitslui-
tend door geautoriseerd vakpersoneel worden uit-
gevoerd.
12. Bescherm uzelf tegen elektrische gevaren.
13. De generator nooit met natte handen vastpakken.
14. Gebruik buitenshuis uitsluitend verlengsnoeren die
hiervoor zijn goedgekeurd en die als zodanig zijn
gelabeld H07RN.
15. De generator nooit bij regen of sneeuwval gebrui-
ken.
16. Zet tijdens het transport en bijtanken de motor uit.
17. Leeg de tank niet in de buurt van open licht, vuur of
vonken. Niet roken!
18. Het gebruik van de generator bij onweer is verbo-
den - gevaar op blikseminslag!
19. De generator op een veilige, effen plaats opstellen.
Draaien en kantelen of verplaatsing tijdens het be-
drijf is niet toegestaan.
20. Plaats de generator op minimaal 1 meter afstand
van muren of aangesloten apparaten.
21. Bij de technische gegevens onder geluidsvermo-
gensniveau (LwA) en geluidsdrukniveau (LpA) aan-
gegeven waarden, geven een emissieniveau weer
en hoeven niet persé veilige werkniveaus te zijn.
Aangezien een samenhang bestaat tussen de emis-
sie- en immissieniveaus, kan deze niet betrouwbaar
voor het bepalen van eventuele vereiste aanvullen-
de voorzorgsmaatregelen worden gebruikt. Invloed-
factoren op het actuele immissieniveau van de ar-
beid, sluiten de eigenschappen van de werkruimte,
andere geluidsbronnen, geluidsemissie enz. zoals
bijv. het aantal machines en andere naastgelegen
processen en tijdmarge dat een gebruiker aan het
lawaai wordt blootgesteld, uit. Bovendien kan het
toegestane immissieniveau per land verschillen.
84 | NL
Deze informatie zal voor de exploitant van de ma-
chine de mogelijkheid geven om een betere in-
schatting van de risico's en gevaren uit te voeren. In
enkele gevallen moeten akoestische metingen na
de installatie worden uitgevoerd, om het geluids-
drukniveau te bepalen.
22. Neem de voorschriften omtrent elektrische veilig-
heid in acht, die op de plaats gelden waar de gene-
rator wordt gebruikt.
Elektrische veiligheid
1. Voor het gebruik dienen het stroomaggregaat en de
bijbehorende elektrische uitrusting (inclusief de lei-
dingen en stekkerverbindingen) op defecten geïn-
specteerd te worden.
2. De generatoraggregaat mag niet met andere
stroombronnen worden verbonden, bijvoorbeeld de
stroomvoorziening van het elektriciteitsbedrijf. In
speciale gevallen, als een reserveverbinding met
aanwezige elektrische installaties wenselijk is, mo-
gen deze uitsluitend door een bevoegd elektrotech-
nicus worden uitgevoerd, die daarbij rekening dient
te houden met de verschillen tussen het gebruik
van de apparatuur op het openbare stroomnet, of
op de generatoraggregaat. Conform dit gedeelte
van de ISO 8528 moeten de verschillen in de ge-
bruikshandleiding worden aangegeven.
3. De bescherming tegen een elektrische schok hangt
af van de veiligheidsschakelaars, die exact op de
generatoraggregaat zijn afgestemd. Als een veilig-
heidsschakelaar moet worden vervangen, moet de-
ze door een veiligheidsschakelaar met dezelfde
meet- en vermogenseigenschappen geschieden.
4. Door de hoge mechanische belasting mogen alleen
duurzame rubberen slangleidingen (volgens IEC
60245-4) of gelijkwaardige apparatuur worden ge-
bruikt.
5. Indien verlengsnoeren of mobiele verdeelnetwerken
worden gebruikt, mag de weerstandswaarde 1,5 Ω
niet overschrijden. Als richtwaarde geldt, dat de to-
tale lengte van leidingen voor een diameter van 1,5
mm² 60 m niet mag worden overschrijden, bij een
diameter van 2,5 mm² mag 100 m niet worden over-
schreden.
WAARSCHUWING
Volg de voorschriften omtrent elektrische veiligheid
op, die op de plaats gelden waar de generator wordt
gebruikt.
WAARSCHUWING
Houd rekening met de vereisten en voorzorgsmaatre-
gelen voor het geval een installatie opnieuw door
middel aan generatoren van elektriciteit moet worden
voorzien, en hoe deze zich verhouden tot de veilig-
heidsmaatregelen voor deze installatie en tot de toe-
passelijke richtlijnen.
www.scheppach.com