Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Besturings-, Regel- En Aansluitorganen; Plaats Van Het Lasapparaat - Telwin MasterMIG 405i Bedienungsanleitung

Professionelle schweißmaschinen mig-mag, tig (dc), mma mit invertertechnik
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 24
4. BESCHRIJVING VAN HET LASAPPARAAT (Afb. B)

4.1 BESTURINGS-, REGEL- EN AANSLUITORGANEN

Op de voorkant:
1- Bedieningspaneel (zie beschrijving);
2- Positieve snelkoppeling (+) voor aansluiting van de laskabel;
3- Negatieve snelkoppeling (-) voor aansluiting van de laskabel;
4- Retourkabel met massaklem;
5- Laskabel en -toorts;
6- Aansluiting toorts;
Op de achterkant:
7- Hoofdschakelaar ON/OFF;
8- Voedingskabel;
9- Aansluiting voor de beschermgasslang toorts;
4.2 BEDIENINGSPANEEL VAN HET LASAPPARAAT (Afb. C)
1- Groene waarschuwingsled:
a) vast: aanwezigheid netspanning.
b) knipperend: stand-bymodus (werking met laag energieverbruik waarbij de machine
wel gevoed is, maar het lascircuit en/ of de ventilatoren zijn uitgeschakeld). De
heractivering gebeurt automatisch zodra het lassen wordt gestart.
2- Gele waarschuwingsled:
a) vast: inschakeling beveiligingsthermostaat, over- of onderspanning (OPGELET:
door het overschrijden van de bovenste spanningslimiet kan het apparaat ernstig
beschadigd raken).
b) knipperend: inschakeling anti-stick in de MMA-modus.
c) vast met knipperend display m/min: onderbreking van een van de zekeringen in de
machine.
3- Schakelaar voor machine-instellingen:
-
: MIG MAG-modus 2T.
-
: MIG MAG-modus 4T.
-
: MMA-modus.
-
: TIG-modus.
4- Door aan deze knop te draaien, is het volgende mogelijk:
- regelen van de elektronische reactantie in de MIG MAG-modus 2T (of 4T);
- regelen van de dynamische overstroom "DYNAMIC ARC" in de MMA-modus.
5- Door aan deze knop te draaien, is het volgende mogelijk:
- regelen van de lasspanning in de MIG MAG-modus 2T (of 4T);
- regeling van de lasstroom in de MMA- of TIG-modus.
6- Door aan deze knop te draaien, is het volgende mogelijk:
- regeling van de voedingssnelheid van de draad in de MIG MAG-modus 2T (of 4T).
7- Numeriek display V:
- geeft de ingestelde lasspanning weer in de MIG MAG-modus 2T (of 4T);
- geeft de gemeten spanning weer bij lassen in de MMA- of TIG-modus.
8- Numeriek display A:
- geeft de gemeten stroom weer bij lassen in de MIG MAG-modus 2T (of 4T);
- geeft de ingestelde stroom weer in de MMA- of TIG-modus.
9- Numeriek display m/min:
- geeft de ingestelde voedingssnelheid van de draad weer in de MIG MAG-modus 2T (of
4T).
5. INSTALLATIE
OPGELET!
ALLE
INSTALLATIEWERKZAAMHEDEN
AANSLUITINGEN
UITVOEREN
UITGESCHAKELD EN AFGESLOTEN VAN HET VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOGEN UITSLUITEND WORDEN UITGEVOERD
DOOR ERVAREN OF DESKUNDIG PERSONEEL.
VOORBEREIDING (Fig. D)
Pak het lasapparaat uit, monteer de losse onderdelen die in de verpakking zitten.
Montage retourkabel-klem Fig. E
Montage laskabel-elektrodehouder FIG. F

5.1 PLAATS VAN HET LASAPPARAAT

Zoek de installatieplaats van het lasapparaat zo uit dat er geen obstakels zijn bij de ingangs-
en uitgangsopening van de koellucht; controleer ook of er geen geleidend stof, corrosief
vocht etc. wordt opgezogen.
Houd ten minste 250 mm ruimte vrij rondom het lasapparaat.
LET OP! Zet het lasapparaat op een vlakke ondergrond die geschikt is om
het gewicht ervan te dragen om omvallen of gevaarlijke verschuivingen te
voorkomen.
5.2 AANSLUITEN OP HET ELEKTRICITEITSNET
- Controleer voor het uitvoeren van elektrische aansluitingen of de gegevens op het
serieplaatje van het lasapparaat overeenkomen met de netspanning en –frequentie op
de installatieplaats.
- Het lasapparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een voedingssysteem met
geaarde nulleider.
- Gebruik aardlekschakelaars van het volgende type als bescherming tegen indirect
contact:
- Type A (
) voor eenfase-machines.
- Type B (
) voor driefasen machines.
- Om aan de vereisten van de norm EN 61000-3-11 (Flicker) te voldoen, wordt aangeraden
het lasapparaat aan te sluiten op de interfacepunten van het stroomnet met een
impedantie van minder dan Zmax = 0.12 ohm.
- Het lasapparaat voldoet niet aan de vereisten van de norm IEC/EN-61000-3-12.
Als het wordt aangesloten op een openbaar stroomnet, is het de verantwoordelijkheid
van de installateur of van de gebruiker om te controleren of het lasapparaat kan worden
aangesloten (raadpleeg indien nodig de beheerder van het distributienetwerk).
5.2.1 Stekker en contactdoos
Een genormaliseerde stekker (3P + P.E) met een adequaat vermogen met de voedingskabel
verbinden en een contact van het net voorinstellen uitgerust met zekeringen of een
automatische schakelaar; een speciale terminal van de aarde moet verbonden worden met
EN
ELEKTRISCHE
MET
HET
LASAPPARAAT
ABSOLUUT
de aardegeleider (geel-groen) van de voedingslijn.
De tabel (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden in ampères van de vertraagde zekeringen
van de lijn gekozen op basis van de max. nominale stroom verdeeld door de lasmachine en
van de nominale voedingsspanning.
LET OP! Als de bovenstaande regels niet in acht worden genomen, werkt het
veiligheidssysteem van de constructeur (klasse I) niet meer, met de daaruit
volgende ernstige risico's voor personen (bijv. elektrische schok) en zaken
(bijv. brand).
5.3 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT
5.3.1 Aanbevelingen
OPGELET! CONTROLEER VOORDAT U DE VOLGENDE AANSLUITINGEN
UITVOERT OF HET LASAPPARAAT IS UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD
VAN HET VOEDINGSNET.
In Tabel 1 (TAB. 1) staan de aanbevolen waarden voor de laskabels (in mm
maximale stroom die wordt afgegeven door het lasapparaat.
Verder:
- Draai de connectoren van de laskabels helemaal in de snelkoppelingen (als die er zijn),
voor een perfect elektrisch contact; als u dat niet doet, zullen de connectoren oververhit
raken en daardoor snel verslijten en minder efficiënt gaan werken.
- Gebruik zo kort mogelijke laskabels.
- Gebruik geen metalen constructies die geen deel uitmaken van het werkstuk als
vervanging van de retourkabel van de lasstroom; dat kan gevaarlijk zijn voor de veiligheid
en slechte lasresultaten opleveren.
5.3.2 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT IN MIG-MAG-MODUS
5.3.2.1 Aansluiting op de gasfles (als die wordt gebruikt)
- Gasfles die op de wagen mag staan: max. 60 kg.
- Schroef de drukverlager (*) op het ventiel van de gasfles met het speciale als accessoire
geleverde verloopstuk ertussen (als er Argon-gas of een mengsel van Ar/CO
gebruikt).
- Sluit de gastoevoerslang aan op de drukverlager en maak het bandje vast.
- Draai de regelring van de drukverlager los voordat u het ventiel van de gasfles opent.
(*) Accessoire dat apart moet worden gekocht als het niet bij het product is geleverd.
5.3.2.2 Aansluiting retourkabel lasstroom
Deze moet worden aangesloten op het te lassen werkstuk of op de metalen werkbank
waarop dit ligt, zo dicht mogelijk bij de las die wordt uitgevoerd.
5.3.2.3 Toorts (Afb. B)
Breng de toorts (B-5) aan in de speciale connector (B-6) en draai de borgring met de
hand goed vast. Bereid de toorts voor om de eerste draad te kunnen laden: verwijder het
mondstuk en het contactbuisje zodat de draad beter naar buiten kan komen.
5.3.3 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT IN DE TIG-MODUS
5.3.3.1 Aansluiting op de gasfles
- Schroef de drukverlager op het ventiel van de gasfles met, indien nodig, het speciale
verloopstuk ertussen dat als accessoire wordt geleverd.
- Sluit de gastoevoerslang aan op de drukverlager en maak het bijgeleverde bandje vast.
- Draai de regelring van de drukverlager los voordat u het ventiel van de gasfles opent.
- Open de gasfles en regel de hoeveelheid gas (l/min) volgens de indicatieve
gebruiksgegevens, zie tabel (TAB. 6); eventuele aanpassingen van de gasuitstroom
kunnen tijdens het lassen worden uitgevoerd met de ring van de drukverlager. Controleer
of de leidingen en aansluitingen niet lekken.
OPGELET! Sluit altijd het ventiel van de gasfles als u klaar bent.
5.3.3.2 Aansluiting retourkabel lasstroom
- Deze moet worden aangesloten op het te lassen werkstuk of op de metalen werkbank
waarop dit ligt, zo dicht mogelijk bij de las die wordt uitgevoerd. Deze kabel moet worden
aangesloten op de klem met het symbool (+) (Fig. B-2).
5.3.3.3 Toorts
- Breng de kabel van de klemelektrode aan in de speciale snelklem (-) (Fig. B-3). Sluit de
gasslang van de toorts aan op de gasfles.
5.3.4 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT IN MMA-MODUS
Vrijwel alle beklede elektroden moeten op de positieve pool (+) van de generator worden
aangesloten; bij uitzondering op de negatieve pool (-) voor elektroden met zure bekleding.
5.3.4.1 Aansluiting laskabel elektrodehouder
Brengt een speciale klem op de polen aan die het onbedekte gedeelte van de elektrode
moet vastklemmen. Deze kabel moet worden aangesloten op de klem met het symbool
(+) (Fig. B-2).
5.3.4.2 Aansluiting retourkabel lasstroom
- Deze moet worden aangesloten op het te lassen werkstuk of op de metalen werkbank
waarop dit ligt, zo dicht mogelijk bij de las die wordt uitgevoerd. Deze kabel moet worden
aangesloten op de klem met het symbool (-) (Fig. B-3).
5.4 DRAADSPOEL LADEN (Fig. G, G1)
OPGELET! CONTROLEER VOORDAT U DE DRAAD GAAT LADEN OF
HET LASAPPARAAT IS UITGESCHAKELD EN OF DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT IS GEHAALD.
CONTROLEER OF DE DRAADTREKKERROLLEN, DE DRAADGELEIDERHULS EN HET
CONTACTBUISJE VAN DE TOORTS OVEREENKOMEN MET DE DIAMETER EN DE AARD VAN DE
DRAAD DIE U WILT GEBRUIKEN EN OF DEZE GOED ZIJN AANGEBRACHT. DRAAG TIJDENS HET
INVOEREN VAN DE DRAAD GEEN BESCHERMENDE HANDSCHOENEN.
- Open het luik van de haspelruimte.
- Draai de blokkeerring van de spoel los.
- Plaats de draadspoel op de haspel; controleer of de pin voor het afwikkelen van de haspel
goed in het daarvoor bestemde gat zit (1a).
- Draai de blokkeerring van de spoel vast, met als dat nodig is een geschikte afstandhouder
ertussen (1a).
- Maak de contradrukrol(-len) vrij en verwijder deze van de onderste rol(-len) (2a);
- Controleer of de trekkerrol(-len) geschikt is/zijn voor de gebruikte draad (2b).
- Maak het begin van de draad vrij, snijd het vervormde uiteinde recht af, zonder
uitsteeksels; draai de spoel linksom en steek het uiteinde van de draad in de ingangs-
draadgeleider. Duw de draad 50-100 mm in de draadgeleider van de toortskoppeling
(2c).
- Plaats de contrarol(-len) terug en stel de druk in op een gemiddelde waarde. Controleer of
de draad goed in de holte van de onderste rol(-len) zit (3).
- 41 -
) op basis van de
2
wordt
2

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Mastermig 275iMastermig 305i

Inhaltsverzeichnis