Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Smeercircuit; Stoppen Bij Lage Oliedruk; Controle Van Het Oliepeil; Voorschriften Van Motorolie - SDMO RES 9.5 Handbuch Für Installation, Betrieb Und Wartung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

4.2. Smeercircuit

4.2.1 Stoppen bij lage oliedruk

De functie van het stoppen van lage oliedruk beschermt de motor tegen het risico van interne beschadigingen in geval van een
terugval van de oliedruk onder 24,1 kPa ± 13,8 kPa (3,5 psi ± 1,5 psi), ten gevolge van een storing aan de oliepomp of enige andere
storing.
Deze functie geeft daarentegen geen enkele bescherming tegen beschadigingen als gevolg van het draaien van de motor met een
lager oliepeil dan de minimum veiligheidsmarge, het stopzetten gebeurt niet in geval van een laag oliepeil Controleer dan ook
regelmatig het oliepeil en vul bij inden nodig.

4.2.2 Controle van het oliepeil

Het stroomaggregaat wordt met een volle tank olie geleverd. Controleer, voor het inschakelen van een nieuw stroomaggregaat, het
oliepeil motor in de carter. Zie paragraaf 2.1, "Beschrijving en identificatie van het stroomaggregaat". Controleer of het oliepeil tot
merkteken F van de peilstok komt. Vul bij met een olie waarvan de viscositeit pas bij de omstandigheden van het klimaat.
Controleer het oliepeil niet als het stroomaggregaat aan staat. Stop het aggregaat en wacht ongeveer 30 minuten voordat u het peil
van de motorolie controleert.

4.2.3 Voorschriften van motorolie

Gebruik een synthetische olie met API (American Petroleum Institute) SG, SH of SJ-graad. De synthetische oliën oxideren minder en
dikken minder in dan andere oliën en zorgen voor schonere inlaatkleppen en zuigers van de motor. Kies de viscositeit afhankelijk van
de verwachte omgevingstemperatuur tijdens de werking van het stroomaggregaat.

4.2.4 Procedure van verversen motorolie

Ververs de olie zolang hij nog warm is.
1. Ververs de olie.
a. Zet de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "OFF".
b. Isoleer de acculader van zijn elektrische voeding.
c. Maak de startaccu van de motor van het stroomaggregaat los, de negatieve kabel (-) als eerste.
d. Bouw het zijpaneel van de kap uit.
e. Maak de olieaftapslang los van zijn houder. Verwijder de dop van de olieaftapslang en duw de slang in een olieopvangbak.
f. Open het olieaftapkraan op de motor.
g. Neem de tijd om de olie compleet af te tappen.
h. Sluit het olieaftapkraan.
h. Sluit het olieaftapkraan weer af. Maak de olieaftapslang vast op zijn houder.
2. Vervang het oliefilter
a. Bouw het oliefilter uit door het linksom te draaien met een oliefiltersleutel.
b. Reinig het draagvlak van de adapter voor de afdichtring met het oliefilter.
c. Breng een film schone motorolie aan op de rubber afdichtring van het nieuwe oliefilter.
d. Monteer het nieuwe oliefilter volgens de bijbehorende instructies.
Opmerking: verwijder al het afval (motorolie, brandstof, filter, enz.) waarbij u de normen ter bescherming van het milieu
respecteert.
5W-20, 5W-30
°F -20
0
20
32 40
°C -30 -20 -10
0
Verwacht temperatuurbereik tot de volgend olieverversing
Figuur 4.1: Keuze van de motorolie
39 / 47
10W-30
60
80
100
10
20
30
40

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Res 13

Inhaltsverzeichnis