Diagnose Van De Storingen Van Het Aggregaat; Storingscodes - SDMO RES 9.5 Handbuch Für Installation, Betrieb Und Wartung

5.2. Diagnose van de storingen van het aggregaat

Figuur 5.1 levert complete informatie over de diagnose van de storingen van het stroomaggregaat en de mogelijke reparaties. Controleer,
voordat een onderdeel vervangen wordt, het vastzetten van de elektrische aansluitingen.
Proble(e)m(en)
De startmotor van het
stroomaggregaat is
niet aangezet.
De startmotor brengt
de motor van het
stroomaggregaat in
beweging, maar deze
start niet of moeizaam,
te weinig vermogen of
draait onregelmatig.
Ontbreken van uitgang
van wisselstroom (AC)
Geleverde stroom
onvoldoende of grote
spanningsval.
Plotseling stoppen van
het stroomaggregaat.

5.3. Storingscodes

De controleur ADC (Advanced Digital Control) geeft de storingscodes aan voor de diagnose van de storingen. De gebruikte
storingscodes, hun beschrijving en de voorgeschreven corrigerende maatregelen zijn weergegeven in figuur 3.3.
ldentificeer en corrigeer de reden die de storing veroorzaakt. Reset vervolgens de controleur na het stoppen door een storing. Zie
paragraaf 3.4.1.
Mogelijke oorza(a)k(en)
Accu ontladen of plat.
Zekering van de acculader doorgebrand.
Omkering van polariteit van de accuklemmen of slechte
contacten.
Zekering van de controleur (F3) is doorgebrand.
Zekering van de relaisinterfaceprintplaat (F2) doorgebrand.
Hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "OFF".
Luchtfilter verstopt.
Accu ontladen of plat.
Slechte contacten bij accuklemmen.
Slecht elektrisch contact bij de kabels van de bougies.
Stoppen bij lage oliedruk.
Onvoldoende voedingsdruk.
Storing motor.
Vermogensschakelaar AC in stand UIT.
Inschakelen van de vermogensschakelaar AC ten gevolge
van een overbelasting.
Inschakelen van de vermogensschakelaar AC ten gevolge
van een kortsluiting.
Zekering van hulpwikkeling (F1) doorgebrand.
Stroomaggregaat overbelast.
Stoppen bij lage oliedruk.
brandstofgebrek.
Stoppen bij overschrijding van het aantal inschakelcycli.
Zekering van de controleur (F3) is doorgebrand.
Stoppen bij te hoog toerental
Hoofdschakelaar van het
"OFF/RESET".
Commando van stoppen ontvangen door een omschakelaar
normaal-nood (I.N.S.) op afstand.
Storing motor.
Zekering van hulpwikkeling (F1) doorgebrand.
Figuur 5.1: Algemene diagnosetabel van de storingen
Controleer de elektrische voeding van de acculader.
Laad of vervang de accu
Vervang de zekering. Neem contact op met een erkende
distributeur/dealer voor onderhoudswerkzaamheden als
de zekering vaak doorbrandt.
Controleer de aansluitingen.
Vervang de zekering. Neem contact op met een erkende
distributeur/dealer voor onderhoudswerkzaamheden als
de zekering vaak doorbrandt.
Vervang de zekering. Neem contact op met een erkende
distributeur/dealer voor onderhoudswerkzaamheden als
de zekering vaak doorbrandt.
Zet de hoofdschakelaar op "RUN".
Reinig en/of vervang het luchtfilter.
Controleer de elektrische voeding van de acculader.
Laad of vervang de accu
Reinig en zet de accuklemmen weer vast.
Controleer de kabels van de bougies.
Controleer het peil van de motorolie.
Controleer de voeding van gas en de elektrokleppen.
Neem contact op met een erkende agent.
Zet de vermogensschakelaar op AAN.
Maak de belasting van het stroomaggregaat minder.
Neem contact op met een erkende agent voor
onderhoudswerkzaamheden.
Vervang de zekering. Neem contact op met een erkende
agent voor onderhoudswerkzaamheden als de zekering
vaak doorbrandt.
Verminder de belasting.
Controleer het peil van de motorolie.
Controleer de brandstofaanvoer.
Reset de controleur. Als dezelfde storing zich weer voor
doet, neem dan contact op met een erkende agent.
Vervang de zekering. Neem, als de zekering opnieuw
doorbrandt, contact op met een erkende agent.
Reset de controleur. Als dezelfde storing zich weer voor
doet, neem dan contact op met een erkende agent.
stroomaggregaat op Zet de schakelaar in de juiste stand ("RUN" of "AUTO").
Controleer de stand van de bediening op afstand.
Neem contact op met de distributeur/dealer.
Vervang de zekering. Neem contact op met een erkende
distributeur/dealer voor onderhoudswerkzaamheden als
de zekering vaak doorbrandt.
46 / 47
Corrigerende maatregel(s)