3.1. Bedieningen en signalisatie
Het figuur 3.2 beschrijft de verschillende bedienings- en signalisatiemechanismes waarmee de controleur ADC 2100 uitgerust is. Het
scherm met LED geeft de staat van het stroomaggregaat aan, zoals uitgelegd in de tabel van figuur 3.2.
Als de geleider van de permanente voedingsmodus in de standaard fabrieksstand staat, schakelt het scherm met LED in als de
hoofdschakelaar op "RUN" of op "AUTO" wordt gezet, en blijft het actief zolang de controleur elektrisch gevoed wordt en de schakelaar
niet op "OFF/RESET" wordt gezet.
Als de geleider van de permanente voedingsmodus in de wachtstand gezet is, schakelt het scherm met LED in bij ontvangst van een
startcommando of "RUN", en dooft het 48 uur na het stoppen van het stroomaggregaat (zie paragraaf 3.5).
De toetsen van het toetsenbord van de controleur dienen om het systeem te configureren en de afstellingen te wijzigen. De
systeemconfiguratie is in de fabriek geprogrammeerd en vereist in principe geen enkele wijziging bij normale gebruiksomstandigheden.
Als bepaalde afstellingen gewijzigd moeten worden, neem dan contact op met een erkende distributeur/dealer of onderhoudsmonteur.
Bediening of signalisatie
Weergavescherm met LED
Toetsenbord
Hoofdschakelaar van het
stroomaggregaat
3.2. Starten van het aggregaat
De volgende procedures geven de details voor de te ondernemen acties om het stroomaggregaat te starten.
De controleur probeert het stroomaggregaat 3 keer te starten (3 inschakelcycli; elke cyclus bevat: 15 secondes werking van de
startmotor gevolgd door 15 secondes wachten). Als het stroomaggregaat niet bij de 3
(overschrijding van het aantal inschakelcycli).
Handstart
Om het stroomaggregaat zonder vertraging te starten, zet u de hoofdschakelaar op "RUN".
Automatisch starten
Om het inschakelen toe te staan door een schakelaar van automatische doorschakeling of een start/stop schakelaar op afstand (als de
installatie hiermee uitgerust is), zet u de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "AUTO".
3.3. Stoppen van het stroomaggregaat
De volgende procedures geven de details voor de te ondernemen acties om het stroomaggregaat te stoppen.
Handmatig stoppen
1. Laat het stroomaggregaat leeg draaien gedurende tenminste 2 minuten om de motor voldoende te laten afkoelen.
2. Zet de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "OFF/RESET". Het stroomaggregaat stopt.
Automatisch stoppen
Met de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "AUTO" en een automatische schakelaar voor de doorschakeling of elk ander
automatisch systeem dat met de draden 3 en 4 van de controleur verbonden is:
1. De schakelaar van de automatische doorschakeling of andere onderbreekt de belasting van het stroomaggregaat.
2. Als de schakelaar van de automatische doorschakeling voorzien is van een tijdschakeling voor het koelen van de motor, blijft het
stroomaggregaat werken gedurende een vastgestelde tijd om de koeling van de motor mogelijk te maken.
Opmerking: De controleur ADC heeft een tijdschakeling voor de koeling van de motor.
3. De schakelaar van de automatische doorschakeling of ander automatisch systeem opent het circuit tussen de draden 3 en 4. Het
stroomaggregaat stopt.
Item
Bedrijfsuren
Inschakelcyclus
Storingscodes
Nummer van de
softwareversie
Selectietoetsen
met pijl
Schakelaar
3 standen
Figuur 3.2: Commando's en signalisaties van de controleur ADC 2100
Beschrijving
Geeft
het
totaal
van
stroomaggregaat , terwijl deze in werking is en geen
weergave van enige andere code is.
Geeft "CC_1", "CC_2" of "CC_3" aan om te geven dat het
systeem bezig is met de eerste, tweede of derde poging
om de motor in te schakelen. Het laatste cijfer knippert
gedurende de wachtperiode aan het eind van de cyclus.
Geeft door knipperen een code met 2 of 3 letters een
storingsvoorwaarde
aan
mogelijkheden. Zie paragraaf 3.4
Geeft de softwareversie van de controleur aan.
Het toetsenbord dient uitsluitend om de controleur te
configueren en de afstellingen te wijzigen. Laat de
configuratie en afstellingen uitsluitend uitvoeren door een
erkende
distributeur/dealer.
afstelfuncties zijn beschermd met een wachtwoord.
Hiermee worden de functies starten/stoppen van het
stroomaggregaat geselecteerd en het resetten van de
controleur.
e
34 / 47
bedrijfsuren
aan
van
uit
de
verschillende
De
configuratie-
poging start, stopt het systeem met storing
het
en