Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Diagnose Van De Storingen Van De Adc Controleur; Diagnose Van De Storingen Van De Acculader - SDMO RES 9.5 Handbuch Für Installation, Betrieb Und Wartung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

5.4. Diagnose van de storingen van de ADC controleur

Het figuur 5.2 levert de complete informatie over de diagnose van de storingen van de controleur ADC (Advanced Digital Control) en
de mogelijke reparaties.
Proble(e)m(en)
De controleur wordt niet elektrisch gevoed.
De
voedingsmodus zit niet op zijn plaats en het
stroomaggregaat heeft sinds minstens 48 uur niet
meer gewerkt.
De zekering van de controleur (F3) is doorgebrand.
Het display met
LED's van de
Accuspanning onvoldoende of afwezig.
controleur is uit
Hoofdschakelaar
"OFF/RESET".
Schakelaar van het stroomaggregaat op "AUTO", maar
geen enkel startcommando is ontvangen sinds de laatste
reset van de controleur.

5.5. Diagnose van de storingen van de acculader

Gebruik de LED waarschuwingslampjes van de acculader en de tabel van figuur 5.3 voor de diagnose van de storingen van de
acculader.
Proble(e)m(en)
De groene LED "ON" uit, geen
uitgangsspanning
Uitgangsspanning abnormaal laag,
acculader in werking
De accu is ontladen
Lichtnet aanwezig
Acculader in werking
Het commando "voorverwarmen" werkt
niet (de gele LED "PRE" licht niet op)
Mogelijke oorza(a)k(en)
geleider
van
de
permanente
van
het
stroomaggregaat
Figuur 5.2: Diagnosetabel van de storingen van de controleur ADC 2100
Mogelijke oorza(a)k(en)
Lichtnet 230 VAC afwezig
Vermogensschakelaar of voorste zekering open
Zekering FS (intern) defect
Doordat de accu compleet ontladen is, heeft de
lader een beperkte stroomsterkte
Zekering F2 defect
Stekker C27 slecht aangesloten
Figuur 5.3: Diagnosetabel van de storingen van de acculader
Corrigerende maatregel(s)
elektrische
Het display van de controleur gaat automatisch aan bij ontvangst
van een startcommando op afstand of bij het plaatsen van de
schakelaar van het stroomaggregaat op "RUN". Zie paragraaf
2.3.7.4.
Plaats de geleider in de stand permanente elektrische
voedingsmodus, indien nodig.
Vervang de zekering. Neem, als de zekering opnieuw
doorbrandt, contact op met een erkende agent.
Controleer de aansluitingen.
Controleer de accu van het stroomaggregaat en de acculader.
Zie figuur 5.1.
op
Zet de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "AUTO" of
"RUN".
Geen actie vereist (zie paragraaf 3.1). Het display van de
controleur gaat aan bij de ontvangst van een start commando op
afstand of bij het plaatsen van de schakelaar van het
stroomaggregaat op "RUN". Gebruik de schakelaar op afstand
om het stroomaggregaat te starten en activeer het display van de
controleur, indien nodig.
Controleer lichtnet en de staat van de
beschermingen. Controleer de interne zekering
FS (1A-T)
Controle van de spanning van de acculader met
losgemaakte accu
Wacht tot de accu opgeladen is (de spanning
moet geleidelijk omhoog gaan)
Controleer de staat van de accu
Controleer de verbindingsstekker van de accu
(polariteiten + / - )
Vervang zekering F2 (5A-T)
Als de storing aanhoudt, vervang de acculader.
Controleer het potentieel van de centrale
aansluiting van de stekker C27: er moet +12 VDC
zijn ten opzichte van de min.
47 / 47
Corrigerende maatregel(s)
13,2 VDC

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Res 13

Inhaltsverzeichnis