4.4.1 Onderhoud van het voorfilter
Pas de volgende procedure toe om het voorfilter te reinigen en weer te smeren, zoals voorgeschreven in het onderhoudsprogramma.
Verminder de intervallen tussen het reinigen en het weer smeren van het voorfilter als de omstandigheden van het gebruik erg stoffig
of met deeltjes beladen zijn.
1. Zet de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "OFF/RESET".
2. Isoleer de acculader van zijn elektrische voeding.
3. Maak de accukabels los, de negatieve (-) als eerste.
4. Maak de kartelknop van de bevestiging van het deksel los, bouw daarna het deksel uit. Bouw het voorfilter van het papieren
filterelement uit. Reinig het voorfilter in een badje met warm water met schoonmaakmiddel. Spoel zorgvuldig het voorfilter tot elke
spoor van schoomaakmiddel compleet verdwenen is. Pers hem om al het overtollige water te verwijderen (zonder hem te
wringen). Laat het voorfilter in de openlucht drogen.
5. Impregneer het voorfilter met nieuwe motorolie. Pers hem om al het overtollige olie te verwijderen.
Na het reinigen van het filter: zie "Onderhoud van het papieren filterelement".
6. Bouw het voorfilter op het papieren element in
7. Bouw de grondplaat van het luchtfilter in. Zet de kartelknop weer op het deksel vast.
8. Herstel de elektrische voeding van de acculader.
9. Maak de startaccu van de motor van het stroomaggregaat weer vast, de negatieve kabel (-) als laatste.
41 / 47