Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Medtronic Hancock II Gebrauchsanweisung Seite 179

Bioprothese
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 64
Controleer of het serienummer op de koker overeenkomt met het serienummer op het deksel van de container, de
doos en het patiëntenregistratieformulier. Gebruik de stickers op het patiëntenregistratieformulier om het
serienummer van de bioprothese in het dossier van de patiënt te registreren.
Houd de koker rechtop. Haal de dop van de koker door deze met duim en wijsvinger linksom te draaien
(Afbeelding 3). De klephouder is nu zichtbaar.
Houd de koker vast en steek een steriel klephandvat van Medtronic in de houder. Zet het handvat vast door het
rechtsom in de schroefholte rond te draaien tot weerstand wordt gevoeld. Stop met draaien zodra er een eerste klik
hoorbaar is (Afbeelding 4).
Let op: Draai het handvat niet te strak vast omdat dan het palmechanisme wordt geactiveerd.
Haal de bioprothese uit de koker door het handvat naar boven te trekken (Afbeelding 5).
6.2. Spoelprocedure
Gebruik het handvat om de gehele klep en de houder gedurende minimaal 30 seconden continu door 1 van de
spoelbaden te bewegen (Afbeelding 5). Knijp voorzichtig in de inhechtingsring om restanten glutaaraldehyde te
verwijderen. Spoel de klep in het tweede spoelbad. Het weefselgedeelte van de bioprothese mag niet worden
aangeraakt. De klep dient in het spoelbad te blijven totdat de chirurg de klep nodig heeft.
6.3. Implantatie van de aortaklep
De aortaklep dient zodanig te worden georiënteerd dat de stent of de inhechtingsring geen obstructie voor de
coronaire ostia vormt. Tijdens het implanteren dient de klep regelmatig met steriele fysiologische zoutoplossing te
worden natgemaakt om uitdroging van het kwetsbare klepweefsel te voorkomen.
Stentdeflectie wordt bereikt door de inhechtingsring van de bioprothese lichtjes vast te pakken en het handvat
rechtsom te draaien (Afbeelding 6). De Cinch-houder (aorta), hier in niet-gedeflecteerde stand, is volledig
gedeflecteerd wanneer twee van de drie stentposttips niet langer zichtbaar zijn onder de blauwe houder gezien
vanaf de uitstroomzijde (Afbeelding 8 en Afbeelding 9). Verdere deflectie maakt de implantatie niet eenvoudiger.
De stentposten van de klep mogen niet verder worden gedeflecteerd dan de volledig gedeflecteerde positie. Het
wordt aanbevolen om de stentdeflectie uit te voeren voordat de klep in de aorta wordt geplaatst. De stentposten
mogen niet langer dan 30 minuten gedeflecteerd blijven.
Let op: Een voor het deflecteren van de stentposten gebruikte hechtdraad kan breken als het handvat te strak
wordt aangedraaid. Als de hechting van de houder breekt tijdens het buigen van de stentposten van de klep,
inspecteer de stent van de klep dan na verwijdering van de houder om er zeker van te zijn dat er geen resten van
de hechtingen achtergebleven zijn. Verwijder eventuele resten van de hechtingen alvorens de implantatie van de
klep af te ronden.
Na plaatsing van de hechtingen in de inhechtingsring , positionering van de klep in de annulus en het vastmaken
van alle knopen moet de klephouder worden losgemaakt door de hechtingen van de houder door te knippen of te
snijden (Afbeelding 7).
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
177

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis