Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Inbedrijfname; Algemene Controle - Wilo FireSet UL FM Einbau- Und Betriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
10. Uitlaatpijpen moeten worden geïnstalleerd
met een afstand van minimaal 229 mm
(9 inch) tot brandbare materialen (11.5.2.6).
11. Uitlaatpijpen die rechtstreeks door brandbare
daken lopen, moeten op de plaats van door-
gang worden beschermd door geventileerde
metalen wandbussen die minder dan 229 mm
(9 inch) onder de dakconstructie uit komen en
minimaal 152 mm (6 inch) groter in diameter
zijn dan de uitlaatpijp (11.5.2.7).
12. Uitlaatpijpen die rechtstreeks door brandbare
wanden of scheidingswanden lopen, moeten
op de plaats van doorgang worden beschermd
door middel van een van de volgende
methoden:
(1) Geventileerde metalen hulzen die minimaal
305 mm (12 inch) groter in diameter zijn dan
de uitlaatpijp.
(2) Hulzen van metaal of gebrande klei in metsel-
werk of andere goedgekeurde materialen die
voor minimaal 203 mm (8 inch) isolatie zorgen
tussen de huls en het constructiemateriaal.

8 Inbedrijfname

Neem voor de inbedrijfname van de Wilo-FireSet
contact op met de dichtstbijzijnde Wilo-service-
dienst of neem contact op met de telefonische
after-sales-service van Wilo.
Alleen een getrainde en deskundige persoon mag
de inbedrijfname van de Wilo FireSet uitvoeren.

8.1 Algemene controle

Controleer het volgende voordat u de inbedrijf-
nameprocedures voor de Wilo-FireSet start:
• De specificatie voor installatie in de NFPA 20 is
toegepast
• De specificatie in de inbouw- en bedieningsvoor-
schriften is toegepast
• De specificatie in de inbouw- en bedieningsvoor-
schriften van de schakelkast is toegepast
• De bekabeling, met name de aardaansluiting, is
correct aangelegd
• De vaste verbindingen worden niet blootgesteld
aan mechanische spanning
• Er zijn geen fouten vastgesteld tijdens de visuele
inspectie na het vullen van de installatie
• De afsluiters aan de zijkanten van de pomp en de
persleiding zijn open
• Het vloeistofniveau in de dieselmotor is vol-
doende
• De pomp/aandrijving zijn correct uitgelijnd
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan het
product!
Draai alle toevoerklemmen aan vóór
inbedrijfname!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-FireSet UL FM
WAARSCHUWING! Gevaar voor snijden!
Controleer of de beschermingen van draaiende
onderdelen, riemen, hete oppervlakken etc. niet
zijn verwijderd, of opnieuw zijn aangebracht.
Laat gereedschap of gedemonteerde onderde-
len nooit op of rond de FireSet liggen.
WAARSCHUWING! Risico op dodelijk letsel!
Controleer of de beschermingen van gevaarlijke
onderdelen niet zijn verwijderd, of opnieuw zijn
aangebracht. Zorg dat het op geen enkele wijze
mogelijk is een element te bedienen dat de
installatie of onderdelen ervan waaraan moet
worden gewerkt, isoleert.
Als er tijdens het installeren tests moeten worden
uitgevoerd, moet u ervoor zorgen dat de pompen
correct gevuld zijn met water voordat u deze
inschakelt.
Controleer voordat u de pompinstallatie met
water vult of de onderdelen goed vast zitten. Tij-
dens het transport en het hanteren zouden deze
losgeraakt kunnen zijn.
Breng de FireSet niet in automatisch bedrijf voor-
dat de brandblusinstallatie volledig is gemonteerd
volgens de norm. Bij inbedrijfname van een onvol-
ledige brandblusinstallatie worden geen garantie-
claims aanvaard.
PROCEDURE VOOR DE INBEDRIJFNAME
• Procedures voor het onderhoudsprogramma en de
bedieningsverantwoordelijkheid in geval van
onbedoeld starten moeten worden vastgelegd bij
het instellen van het automatisch bedrijf.
• Voor modellen met dieselmotor moet voor de
bediening worden gecontroleerd of de accu's de
juiste lading hebben.
• Volg voor het inspecteren van accu's de instruc-
ties van de fabrikant op.
• Houd accu's uit de buurt van vlammen en vonken.
Leun om veiligheidsredenen tijdens bedrijf en
installatie of verwijdering niet over de accu's heen.
• Controleer het juiste brandstofpeil in de tank van
de dieselmotor en vul indien nodig brandstof bij
wanneer de motor is afgekoeld.
• Let op dat u geen brandstof morst op motoren
en rubberen of kunststof materialen van de instal-
latie.
• Vul geen brandstof bij als de motor heet is.
• Controleer of de motor en de pomp correct zijn
uitgericht voordat u de elektrische pomp inscha-
kelt. Houd u aan de bedieningsvoorschriften van
de specifieke inbouw- en bedieningsvoorschrif-
ten die met de pompen zijn meegeleverd. Het uit-
richten van pompen en motoren mag alleen
worden uitgevoerd door ervaren personen.
• Alleen gekwalificeerde technici mogen de instal-
latie uitvoeren.
Nederlands
15

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis