Productomschrijving; Wilo-Fireset - Elektrisch - Zie Fig. 2 - Positie; Wilo-Fireset - Diesel - Zie Fig. 2A - Positie; Schakelkast - Wilo FireSet UL FM Einbau- Und Betriebsanleitung

Nederlands

6.2 Productomschrijving

6.2.1 Wilo-FireSet – elektrisch – zie Fig. 2 – positie:
1.
2.
3-4
5.
6.
7.
8.
9.
6.2.2 Wilo-FireSet – diesel – zie Fig. 2a – positie:
1-7-8-10-11-
12-13-15-16
2.
3-4
5.
6.
14.
17.
18.

6.2.3 Schakelkast

• Zorg voor volledige automatische werking van de
pomp
• Waterbestendig, beschermingsklasse IP54

6.3 Werking van het product

De werking van de Wilo-FireSet-installatie is
gebaseerd op het starten van de pomp wanneer de
druk daalt en het ingestelde niveau wordt bereikt.
De pomp kan handmatig of automatisch worden
gestopt, in overeenstemming met de toepasse-
lijke norm. De druksensor die wordt gebruikt om
de brandbluspomp te starten bevindt zich normaal
gesproken linksonder in de schakelkast van de
brandbluspomp en moet worden aangesloten op
de brandblusinstallatie (zie Fig. 3).
Bij gebruik van een jockeypomp wordt deze direct
gestart wanneer de druk daalt. Ook zorgt deze
ervoor dat de brandblusinstallatie onder druk
wordt gehouden. De start- en stopregeling wordt
afgesteld via de desbetreffend gekalibreerde
drukschakelaar.
Drukschakelaars/-sensor instellen - gebruikelijke
instelwaarden:
•Stoppunt brandbluspomp = Afsluitdruk brandbluspomp
+ Minimale statische toevoerdruk
•Stoppunt jockeypomp = Stoppunt brandbluspomp
•Startpunt jockeypomp = Stoppunt jockeypomp -
10 psi (0,69 bar)
•Startpunt brandbluspomp = Startpunt jockeypomp -
5 psi
10
Elektrische motor
Koppelingsbeveiliging
Schakelkast
Wilo-SCP FF split-case pomp
Basisframe
Luchtuitlaatklep
Manometer
Koppeling
Onderdelen basisframe
Dieselmotor
Koppelingsbeveiliging
Cardankoppeling
Schakelkast
Wilo-SCP FF split-case pomp
Manometer
Luchtuitlaatklep

7 Installatie en elektrische aansluiting

GEVAAR! Gevaar voor elektrische schok!
Het aansluiten van elektrische uitrusting en
motoren moet worden uitgevoerd door daartoe
gekwalificeerd personeel. Zij moeten de
aansluitingen tot stand brengen volgens de
meegeleverde schakelschema's en in overeen-
stemming met de geldende regels en wetten.
Daarnaast moeten ze controleren dat de voe-
ding is uitgeschakeld voordat ze handelingen
uitvoeren waarbij contact met de elektrische
onderdelen mogelijk is. Controleer de aarding.
7.1 Installatie
Installeer de Wilo-FireSet in een goed toeganke-
lijke pompruimte, geventileerd en beschermd
tegen regen en vorst.
Zorg ervoor dat de Wilo-FireSet door de deur past.
Er moet voldoende ruimte zijn voor onderhouds-
werkzaamheden. De installatie moet goed toe-
gankelijk zijn.
De plaats van opstelling moet horizontaal en vlak
zijn. De vloer moet sterk genoeg zijn om het
gewicht van de installatie te dragen.
De pompruimte moet exclusief bestemd zijn voor
brandblusuitrusting, direct toegankelijk zijn van
buitenaf en een brandwerendheid hebben die vol-
doet aan de NFPA 20-norm.
De locatie van en toegang tot een of meer brand-
bluspompkamers moeten worden overlegd met
de plaatselijke brandweer.
Brandbluspompen die zich in de buitenlucht
bevinden, moeten ten minste 15,3 m (50 ft) ver-
wijderd zijn van gebouwen en andere brandbare
objecten.
Bescherm gebouwen of ruimtes voor brandblus-
pompen die zijn uitgerust met dieselpompaandrij-
vingen en dagtanks door middel van een
automatische sprinklerinstallatie geïnstalleerd in
overeenstemming met NFPA 13 voor groep 2
(extra brandgevaar).
Bescherm gebouwen of ruimtes voor brandblus-
pompen die zijn uitgerust met elektrische pom-
paandrijvingen door middel van een automatische
sprinklerinstallatie geïnstalleerd in overeenstem-
ming met NFPA 13 voor groep 1 (normaal brand-
gevaar).
WILO SE 08/2019