Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Einlaufvorschriften Für Den Motor - Reely Cougar 4.1 Limited Edition Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

6
S
-U
ET
P
6.1
F
IJNTUNING VAN DE MOTOR
Nadat de motor ingelopen is, kunt u met de fijntuning beginnen voor de verhoging van het vermogen.
Hiertoe moet u het opgewekte mengsel voor stationair en de overgang met de stationair-mengselregelschroef bijstellen en voor volgas met de
hoofdsproeier bijstellen.
Deze fijntuning wordt door de nieuwe carburateur met zijn materiaalcombinatie aluminium/kunststof aanzienlijk vergemakkelijkt. Carburateurs van
volledig metaal worden zeer warm tijdens het gebruik waardoor delen van de brandstof reeds in de carburateur verdampen.
De bij de koude motor gekozen carburateurafstelling blijft dus niet constant bij het gebruik.
De lagere warmteopname van het kunststof verhindert dit effect.
H
OOFDSPROEIER JUSTEREN
(volgas mengsel)
-
Start de motor en verwijder de plugstekker. Laat de motor ca. 1 minuut warmlopen.
-
Rijd het modelvoertuig zoals u het gewend bent. Als de motor blijkbaar te rijk draait, moet u het mengsel verarmen door de hoofdsproeier zo
lang telkens 1/16 slag in te draaien tot de gewenste instelling bereikt is.
-
Verzeker u ervan dat het mengsel niet te arm is.
Er moet steeds een lichte witte rookpluim uit de uitlaat komen.
Voor een verdere verhoging van het vermogen kunt u naar een brandstof met max. 30% nitromethaan overschakelen.
Het kan dan wel gebeuren dat de motor geen tevredenstellende rijprestaties meer vertoont als u naar een brandstof met minder nitromethaan
terugkeert.
Als u voortdurend met een brandstof met veel nitromethaan wilt rijden, raden wij u daarenboven aan om de voorhanden
cilinderdichting te vervangen door een cilinderdichting die 0,1 mm dikker is om de compressie te verminderen.
Als u de compressie niet vermindert, kan dit oververhitting van de motor en fouten bij het rijden tot gevolg hebben!
S
-
TATIONAIR
MENGSELREGELSCHROEF JUSTEREN
-
Start de motor en justeer de hoofdsproeier zoals boven beschreven.
-
Neem gas weg tot de centrifugaalkoppeling niet meer grijpt en de wielen niet meer draaien als u het modelvoertuig van de grond neemt.
-
Laat de motor ca. 10 - 15 sec. stationair draaien.
-
Terwijl u het modelvoertuig in uw hand houdt, moet u één keer kort en krachtig volgas geven.
Let erop dat u niet in contact komt met onderdelen die bewegen!
-
Als de motor uitgaat zodra u volgas geeft, is het stationair mengsel te arm.
-
Verrijk het mengsel door de schroef 1/16 slag uit te draaien terwijl de motor uitgeschakeld is.
-
Start de motor opnieuw en herhaal de procedure zo lang tot de overgang van stationair naar volgas zacht en spontaan gebeurt.
Het is normaal als de reactie een beetje vertraagd is.
-
Als de motor bij een abrupte overgang van stationair naar volgas heftig rookt en zeer schor klinkt, is het mengsel te rijk.
-
Verarm het mengsel door de schroef 1/16 slag in te draaien terwijl de motor uitgeschakeld is.
-
Start de motor opnieuw en herhaal de procedure zo lang tot de overgang van stationair naar volgas zacht en spontaan gebeurt.
Het is normaal als de reactie een beetje vertraagd is.
-
Rijd het modelvoertuig zoals u het gewend bent om een gevoel te krijgen hoe de motor op snelheidswisselingen reageert.
-
Verander de instellingen zo lang tot de ontwikkeling van het vermogen overeenkomt met uw wensen.
Als u deze instellingen gedaan heeft, moet ook de smooraanslag gejusteerd worden.
G
(
)
ASKLEPAANSLAGSCHROEF
STATIONAIRSCHROEF
De stationair-mengselregelschroef regelt het stationair toerental via de positie van de carburateurschuif (de gasklepaanslag). Hoe groter de
carburateurdoorlaat, des te hoger is het toerental.
Als de regelschroef met de klok mee gedraaid wordt, wordt de doorlaat vergroot. Als de schroef tegen de klok ingedraaid wordt, gaat de schuif er
meer in en wordt de spleet verkleind.
116
JUSTEREN
Gebruiksaanwijzing 4WD Stadium Buggy Chassis COUGAR 4.1 No. 23 50 63 / 23 49 68
4
V
ORBEREITUNGEN
4.9
E
INLAUFVORSCHRIFTEN FÜR DEN
Grundsätzlich gilt für die Einlaufphase:
- Niedrige Drehzahl
- Fettes Treibstoff-Luftgemisch
- Kurze Laufzeiten mit Abkühlphasen (jeweils ca. 3 Minuten)
- Einlaufzeit (reine Motorlaufzeit) insgesamt ca. 45 Minuten
K
:
RAFTSTOFF
Der Nitromethanzusatz im Modelltreibstoff erhöht die Zündfähigkeit des Treibstoffes und damit die Leistung des Motors.
Verwenden Sie in der Einlaufphase einen Modelltreibstoff mit geringem Nitromethanzusatz, um eine Überhitzung des Motors zu vermeiden.
Weiterhin sollte der Treibstoff einen höheren Ölanteil haben ("fette" Vergasereinstellung), da so die Schmierung des Motors verbessert wird, bis Kolben
und Zylinderbuchse eingelaufen sind.
Nachdem Sie den Treibstoff eingefüllt und wie vorstehend beschrieben den Motor gestartet haben, beginnen Sie mit dem Einlaufen des
Motors.
1. E
:
INLAUFPHASE
Stützen Sie das Modell so ab, dass die Räder frei in der Luft hängen und führen Sie die 1. Einlaufphase bei stehendem Modell
durch!
Um später das volle Leistungsspektrum nutzen zu können, sollte der Motor zwei bis vier Tankfüllungen bei "fetter" Vergasereinstellung
mit Wechselgas laufen. Diese zeigt sich an kräftiger weißer Rauchentwicklung aus dem Auspuff.
-
Nach jedem Motorlauf (Tankfüllung) ist eine ausreichende Abkühlphase einzulegen.
-
Danach kann das Gemisch durch Hineindrehen der Hauptdüsennadel schrittweise abgemagert werden.
-
Lassen Sie den Kerzenstecker aufgesteckt und lassen Sie den Motor für ca. 1 Minute ohne Gas zu geben warmlaufen.
-
Dazu gegebenenfalls die Hauptdüsennadel ein wenig herausdrehen (der Durchfluß wird größer)
-
Nehmen Sie den Kerzenstecker nach Ablauf der Warmlaufzeit von einer Minute wieder ab.
-
Lassen Sie den Motor ca. 2 - 3 Minuten mit zwischengeschalteten Abkühlphasen laufen.
Erhöhen Sie dabei die Drehzahl nur leicht mit kurzen Gasstößen.
Der Motor läuft dabei sehr rau und das Modell bewegt sich nur unwillig.
-
Stellen Sie den Motor nach 2 - 3 Minuten ab
-
Lassen Sie den Motor etwa 10 Minuten abkühlen.
2. E
INLAUFPHASE
-
Stellen Sie den Motor geringfügig magerer ein, indem Sie die Hauptdüsennadel eine achtel Umdrehung wieder hereindrehen und starten Sie
ihn dann neu.
-
Lassen Sie den Motor erneut ca. 2 - 3 Minuten mit zwischengeschalteten Abkühlphasen laufen.
Der Motor soll jetzt das Gas etwas besser annehmen, Rauchentwicklung ist aber noch vorhanden.
Dreht der Motor nur kurz hoch und stellt dann ab, die Hauptdüsennadel wieder etwas herausdrehen.
-
Stellen Sie den Motor wieder ab und
-
lassen Sie ihn wieder für 10 Minuten abkühlen.
-
Wiederholen Sie diesen Vorgang und magern Sie dabei das Gemisch jedesmal geringfügig ab.
3. E
INLAUFPHASE
Drei weitere Tankfüllungen kann jetzt das Fahrzeug mit langsamer Geschwindigkeit (max. 1/2 Gas) gefahren werden
Eine zu magere Gemischeinstellung führt zu Überhitzung und zu Festgehen des Motors.
Für eine lange Motorlebensdauer sollten Sie eine leicht fette Vergasereinstellung und einen Kraftstoff mit ausreichendem Ölanteil (mind. 16%) bevor-
zugen.
Insgesamt soll die reine Fahrzeit (Motor-Laufzeit) ca. 45 Minuten betragen.
Nach dieser Zeit sollte der Motor eingefahren sein. Sie erkennen, dass der Motor eingelaufen ist, wenn er sich im kalten Zustand und ohne Zündkerze
ohne spürbaren Widerstand durchdrehen lässt.
Erst jetzt dürfen Sie den Motor mit voller Leistung betreiben.
© REELY 01/08
M
OTOR
17

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Kapitel

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis