Einstellung Des Radsturzes - Reely Cougar 4.1 Limited Edition Bedienungsanleitung

6 S -U
ET P
U S ß
MSETZEN DER TO DÄMPFER
Die vorderen und hinteren Stoßdämpfer haben an der Dämpferbrücke oben je sieben weitere Befestigungspunkte
zum serienmäßig verwendeten.
Mit dem Umsetzen der Stoßdämpfer erzielt man neben der Höher-/Tieferlegung des Chassis durch die Änderung des Anstellwinkels auch eine
Änderung im Ansprechverhalten der Dämpfung.
Parallel zur
Einfederungsrichtung
des Rades (=steilster
Anstellwinkel, 90°)
wird die Kraft direkt
eingeleitet und der
Stoßdämpfer wird
maximal beansprucht
Umsetzen der vorderen Stoßdämpfer
- Ein Versetzen an den oberen Querlenkern zu einem steileren
������������
Anstellwinkel hin verringert die Progressivität.
Die senkrechte Relativbewegung des Chassis wird direkter in die
Federung eingeleitet, die Dämpfungswirkung setzt sofort ein, d.h. die
Federung ist bereits bei geringem Einfedern härter.
Gleichzeitig wird das Fahrzeug höhergelegt.
- Ein Versetzen der Stoßdämpfer zu einem flacheren Anstellwinkel hin
erhöht die Progressivität.
Bei einem flachen Anstellwinkel muß das Chassis tiefer einfedern,
damit die Dämpfung anspricht, d. h. die Federung spricht erst weich
an und wird mit zunehmender Einfederung härter.
Das Fahrzeug wird tiefergelegt.
Umsetzen der hinteren Stoßdämpfer
- Die Auswirkungen auf die Dämpfung entsprechen den oben beschrie-
benen.
Federvorspannung und Befestigungspunkte der Stoßdämpfer einer Achse müssen rechts und links identisch eingestellt sein!
6.3
E R
INSTELLUNG DES ADSTURZES
Der Radsturz bezeichnet die Neigung der Radebene gegenüber der Senkrechten.
Negativer Sturz (Radoberkanten zeigen nach innen) an den Vorderrädern erhöht die Seitenführungskräfte der Räder bei
Kurvenfahrten, die Lenkung spricht direkter an, die Lenkkräfte werden geringer. Gleichzeitig wird das Rad in Achsrichtung auf
den Achsschenkel gedrückt.
Negativer Sturz Damit wird axiales Lagerspiel ausgeschaltet, das Fahrverhalten wird ruhiger.
Negativer Sturz an den Hinterrädern vermindert die Neigung des Fahrzeughecks, in Kurven auszubrechen. Durch die
Einstellung eines negativen Sturzes erhöht sich der Verschleiß an den Reifeninnenseiten. Dieser Effekt lässt sich aber durch
�������������
die Einstellung einer Vorspur kompensieren.
Positiver Sturz
Ein Verstellen des Sturzes in positiver Richtung bis hin zum positiven Sturz (Radoberkanten zeigen nach außen) vermindert
die Seitenführungskräfte der Reifen.
���������������
Einstellung des Sturzes an Vorder- und Hinterrädern
Spannschrauben zur Feineinstellung des Sturzes befinden sich jeweils in den oberen Querlenkern.
���������������
22
Senkrecht zur
Einfederungsrichtung
des Rades (=flachster
Anstellwinkel, 0°)
wird keine Kraft
eingeleitet und der
Stoßdämpfer bleibt ohne
Wirkung
������������
Bedienungsanleitung 4WD Stadium Buggy Chassis COUGAR 4.1 No. 23 50 63 / 23 49 68
4 V
OORBEREIDINGEN
4.7
B
ASISAFSTELLING VAN DE CARBURATEUR CONTROLEREN
U kunt met de fijntuning beginnen nadat de motor ingelopen is.
De carburateur van de Monster Truck „COUGAR 4.1" wordt gekenmerkt door een
nieuwe materiaalcombinatie van kunststof en metaal.
De lagere warmteopname van kunststof tegenover een carburateur van volledig
metaal vermindert de verdamping van het brandstofmengsel reeds in de carburateur.
De brandstoftoevoer kan zo ook bij een warme motor preciezer en eenvoudiger
ingesteld worden.
G ( )
ASKLEPAANSLAGSCHROEF STATIONAIRSCHROEF
De gasklepaanslagschroef is de kleine schroef naast de stationair-
mengselregelschroef. Ze is reeds ingesteld en hoeft niet gejusteerd te worden. De
stationair-mengselregelschroef regelt de positie van de carburateurschuif (de gasklepaanslag) en zo de carburateurdoorlaat in de stationair.
Wij raden een carburateurdoorlaat van ca. 1 mm aan.
Als de regelschroef met de klok mee gedraaid wordt, wordt de doorlaat vergroot. Als de schroef tegen de klok ingedraaid wordt, gaat de schuif er
meer in en wordt de spleet verkleind.
H ( )
OOFDSPROEIER MENGSELREGELSCHROEF
De hoofdsproeier bevindt zich boven de brandstoftoevoer naar de carburateur. Ze is voor de eerste start van de motor vooringesteld en mag nog niet
gewijzigd worden.
De hoofdsproeier regelt het lucht/brandstofmengsel bij volgas. Draai de schroef met de klok mee om het mengsel te „verarmen" (het
brandstofaandeel te verminderen) en tegen de klok in om het mengsel te „verrijken". De basisafstelling voor de eerste start moet zijn: hoofdsproeier
volledig ingedraaid en vervolgens met twee tot drie slagen uitdraaien.
S -
TATIONAIR MENGSELREGELSCHROEF
De stationair-mengselregelschroef is de kleine schroef aan de kant van de carburateurkoppeling.
Ze is voor de eerste start ingesteld en mag nog niet gewijzigd worden.
De stationair-mengselregelschroef regelt het lucht/brandstofmengsel in de stationair en in het overgangsbereik naar volgas. Draai de schroef
met de klok mee om het mengsel te „verarmen" (het brandstofaandeel te verminderen) en tegen de klok in om het mengsel te „verrijken".
Al naar de gebruikte brandstof, gloeiplug en omgevingsvoorwaarden kunnen er later nog kleine wijzigingen van de instelling nodig zijn.
Om de fabrieksinstelling weer in te stellen moet u het volgende doen:
- Open de carburateurschuif volledig.
- Houd de schuif geopend en draai de stationair-mengselregelschroef met de klok mee tot het einde.
- Draai ze nu 7,5 slagen tegen de klok in eruit.
4.8
M
OTOR STARTEN
De motor van het Stadium Buggy "COUGAR 4.1" is voorzien van een ABC cilinderset.
ABC staat voor „Aluminium", „Brass (messing)" en „Chrome (chroom)".
Aluminium met zijn relatief lage warmte-uitzetting en laag gewicht vormt het materiaal voor de zuiger. De lichte zuiger maakt hoge toerentallen
mogelijk en door zijn lage massaweerstand snelle snelheidswisselingen. De cilinder is vervaardigd van messing met een verchroomd loopvlak en heeft
een lichte conische vorm die naar boven versmalt (in een bereik van 1 - 2 micrometer). Tijdens de werking wordt het bovenste deel van de cilinder
door de gloeiplug en de verbrandingen verhit, dit expandeert en de glijlagerbus krijgt zo zijn exacte cilindrische vorm voor een optimale fit van de
zuiger. Zo zijn er geen zuigerveren nodig hetgeen wrijvingsverlies tot een minimum beperkt en ondichtheden uitsluit. Dergelijke motoren worden met
een hoge technische inzet op precisiemachines gefabriceerd. Kleine productietoleranties kunnen desondanks niet vermeden worden net als lichte
oneffenheden en ruwigheden van het materiaal. Er zijn daarenboven vervormingen mogelijk door thermische en mechanische belastingen.
Daarom moet bij de ingebruikname van de nieuwe motor een zekere inlooptijd in acht genomen worden.
Tijdens het inlopen passen de motoronderdelen zich perfect aan elkaar aan waardoor er een maximale prestatie bereikt wordt en voortijdige
slijtage vermeden wordt.
Het inlopen moet daarom met grote zorgvuldigheid gedaan worden!
© REELY 01/08
Luchtaanzuigopening
Hoofdsproeier
Schiebevergaser (Abb. modellähnlich)
Stationairmengsel
regelschroef
Gasklepaanslag
schroef
111