Thermische Pompsturing - Spartherm SENSO S Montage- Und Betriebsanleitung

De thermische trekbeveiliging (bv. firma Watts, STS20/200) wordt
uit veiligheidsredenen tijdens het transport en de opstelling niet
voorgemonteerd. De trekbeveiliging ligt in het vuurgebied en moet
aan de gekenmerkte aansluiting gemonteerd worden. Daarna moet
de capillaire leiding met adapter aan de TTB worden aangeschroefd.
Deze werd getest op een minimaal debiet van 900 kg/h water en
werd toegelaten.
Tijdens de montage moeten de volgende punten te allen tijde
in acht worden genomen, zodat de veiligheidsfunctie in wer-
king kan treden:
• Aan de koudwateringang moet een hydraulische druk van min.
1,5 bar ter beschikking staan. Deze druk moet voortdurend
gegarandeerd worden. Onbestendigheden in het waternetwerk
moeten uitgesloten zijn. Dit betekent dat bv. een watertoevoer
afhankelijk van de netspanning niet toegelaten is!
• Een minimaal debiet van ca. 900 kg/h water moet gegarandeerd
zijn. Deze toevoerleiding mag niet afsluitbaar zijn!
Alle bouwelementen die een rol spelen bij de veiligheid moeten zo
in het system worden geïntegreerd dat de functie en de dichtheid te
allen tijde kan worden gecontroleerd! De thermische trekbeveiliging
moet zo worden opgebouwd dat er te allen tijde een controle kan
plaatsvinden (bv. via een afvoer met sifon).
Voor de ingebruikname moet de koudwaterleiding gespoeld worden!
Hierdoor wordt vuil weggespoeld, dat mogelijk het sluiten van de
TTB verhindert. De richtlijnen van de fabrikant van de TTB moeten
in acht worden genomen.

2.2.8.4 THERMISCHE POMPSTURING

Voor de optimale aandrijving van de circulatiepomp is in het on-
derste vak een thermostaat geïntegreerd (bv. firma Afriso). Deze
zorgt ervoor dat de circulatiepomp enkel bij een voldoende wa-
tertemperatuur (>60 °C) in werking treedt. Een aandrijving via de
ketelbesturing of gelijkaardige inrichtingen is mogelijk.
De maximale contactbelasting van de thermische pompsturing be-
draagt bij wisselstroom 250V~/10(2,5)A.
De fabrieksinstelling van de thermostaat staat op ca. 62 °C. Hier-
mee wordt de in- en uitschakeltemperatuur van de circulatiepomp
bij retourverhoging bij het bereiken, resp. het zakken onder de nood-
zakelijke watertemperatuur in de water-warmtewisselaar van de
SENSO M H O vastgelegd. Optioneel, wanneer de omstandigheden
2
dit verlangen, kan de temperatuur door de installatieonderneming
aangepast worden. Hiervoor moet al naar gelang de uitvoering van
de thermostaat de draaimotor versteld of de onderste ronde afdek-
king (D=10 cm) weggenomen worden. Na het verwijderen van de
afdekking kan de temperatuur gewijzigd worden.
Opgelet: bij watertemperaturen onder 60 °C stijgt het risico op
waarden onder het dooipunt! Hierdoor kan een teerachtige afzetting
ontstaan. Bovendien wordt zo het reinigingsinterval verkort. We ra-
den daarom aan om de inschakeltemperaturen niet onder de 60 °C
en niet boven de 68 °C in te stellen.
NL 29
NL