1. Voor optimale prestaties moet de MiniONE
langer op de plaats, dan worden regelmatige controles aanbevolen. Verstopping en/of verminderde stroming zijn indicaties voor
een verslechterde prestatie. Raadpleeg het hoofdstuk PROBLEEMOPLOSSEN voor aanvullende tekenen van verminderde
prestatie of falen.
2. Zorg dat de ballon zich in de maag bevindt en dat de MiniONE
gedistilleerd of sterile water in de voedingspoort om vast te stellen dat de klep goed functioneert.
3. Het stomagebied moet dagelijks met milde zeep en water worden gereinigd. De stomalocatie moet te allen tijden schoon en droog
zijn. Voor de hygiëne van de locatie moet de MiniONE
Wanneer beschikbaar, dan heeft vloeibare medicatie de voorkeur. Wanneer vaste medicatie is vereist, dient u uw arts te raadplegen
over of het veilig is de medicatie fijn te stampen. Indien dit veilig is, moeten medicijnen zo fijn mogelijk worden gemalen (in
poedervorm) en in water worden opgelost alvorens ze door het apparaat te gieten. Als vaste medicatie die niet goed geplet is door
de sonde wordt geleid, kan dat leiden tot verstopping van de sonde. Stamp nooit medicatie met enterische laag en meng medicatie
nooit met formules. Spoel het apparaat met water na de kanalisatie van medicatie.
Als het nodig is om op resten te controleren, of als de patiënt tijdens het voeden lucht neigt vast te houden wat een opgeblazen
gevoel en ongemak kan veroorzaken, dan kan decompressie worden uitgevoerd. Sluit voor decompressie de voedingsset aan op de
interlock-connector en voer de maaginhoud af in een container. Spoel de voedingsset uit met water en verwijder de voedingsset van
het instrument nadat de decompressie is voltooid.
Verstoppingen, dichtslibben en falen van de slang kan worden voorkomen met juiste spoeltechnieken en regelmaat. Volg deze
spoelrichtlijnen om optimale stroomcondities van het instrument te behouden.
• Gebruik water op kamertemperatuur voor het spoelen van de slang. De hoeveelheid water is afhankelijk van de behoeften van de
patiënt, klinische conditie en het type slang. Gemiddeld reikt het volume van 10 tot 50 ml bij volwassenen en 3 tot 10 ml bij baby's.
Het volume gebruikt voor het spoelen van voedingsslangen wordt ook beïnvloed door de hydratiestatus. In veel gevallen kan het
verhogen van het spoelvolume de behoefte vermijden voor aanvullende intraveneuze vloeistof. Echter, personen met nierfalen en
andere vloeistofbeperkingen moeten het minimale spoelvolume ontvangen dat nodig is om potentie te behouden.
• Spoel de voedingsslang elke 4-6 uur met water bij doorlopende voeding, telkens als het voeden wordt onderbroken, voor en na
elke tussenvoeding, of ten minste elke 8 uur als de slang niet is gebruikt.
• Spoel de voedingssonde voor en na kanalisatie van medicatie en tussen medicatie. Dit voorkomt dat de medicatie met de formule
inwerkt en mogelijk een verstopping van de slang veroorzaakt.
• Gebruik geen overmatige kracht om de slang te spoelen. Overmatige kracht kan de slang perforeren en letsel aan het
spijsverteringskanaal veroorzaken.
EEN INSTRUMENT ONTSTOPPEN: Controleer eerst om te verzekeren dat de slang niet ergens is geknikt of vastgeklemd. Probeer
het instrument te masseren om de verstopping te breken als in de slang een zichtbare verstopping is. Sluit een spuit aan op een
uitbreidingsset en bevestig het aan de interlock-connector. Vul de spuit met warm water en druk en trek voorzichtig aan de
spuitplunjer om de verstopping vrij te maken. Het kan enkele keren duren voor het drukken/trekken op en aan de plunjer om de
verstopping te verwijderen. Neem contact op met uw professionele zorgverlener als de verstopping niet kan worden verwijderd. De
slang moet namelijk mogelijk worden vervangen.
LET OP: Gebruik geen overmatige kracht of druk om de verstopping te proberen te verwijderen. Dit kan ervoor zorgen dat
de slang scheurt.
Niet-klinische tests toonden aan dat de MiniONE
volgende condities veilig in een MRI-systeem worden gescand:
• Statisch magnetisch veld van maar 1,5-Tesla en 3-Tesla
• Magnetisch veld met maximaal ruimtelijk gradiënt van 1.000 gauss/cm (10-T/m)
• Maximaal MRI-systeem meldde, gehele lichaam kreeg in de normale bedrijfsmodus gemiddeld het specifieke
absorptieratio (SAR) van 2-W/kg gedurende 15 minuten van scannen (d.w.z. per impulssequentie)
Onder de gedefinieerde scancondities wordt van de MiniONE
produceren per 15 minuten doorgaand scannen (d.w.z. per impulssequentie).
Bij niet-klinische tests reikt het beeldartefact dat door de MiniONE
instrument wanneer met een geleidelijke echo-impulssequentie en een 3-Tesla MRI-systeem in beeld gebracht.
®
MiniONE
-ballonknop: Voor optimale prestaties, functionaliteit en schoonheid, zijn voedingsinstrumenten met ballon en laag profiel
bedoeld om regelmatig te worden vervangen.
Er kan geen exacte levensduur voor het instrument worden voorspeld. Met de tijd, afhankelijk van gebruiks- en omgevingscondities,
kunnen de prestaties en functionaliteit van het instrument verslechteren. De gemiddelde levensduur van het instrument verschilt bij
elke patiënt en is afhankelijk van een aantal factoren, waarbij de levensduur van het instrument meestal tussen 1-9 maanden reikt.
Sommige factoren kunnen tot een verlaagde levensduur leiden. Deze omvatten: maagzuur, dieet van de patiënt, medicaties,
vulvolume van ballon, trauma aan het instrument, contact met scherp of ruwe objecten, onjuiste meeting van stomalengte en
algemene verzorging van de slang.
Voor optimale prestaties wordt het aangeraden dat het MiniONE
wordt gewisseld, of zo vaak als door uw professionele zorgverlener wordt aangegeven. Proactieve vervanging van het instrument zal de
optimale functionaliteit verzekeren en onverwacht falen van het instrument voorkomen. Als instrumenten falen of de prestaties
verslechteren sneller dan het typische bereik voor levensduur van het instrument, dan wordt het aangeraden dat u met uw professionele
zorgverlener praat betreffende het verwijderen van algemene factoren die tot vroegtijde degradatie van het instrument kunnen leiden.
Raadpleeg ook het hoofdstuk PROBLEEMOPLOSSEN voor aanvullende informatie inzake prestatieproblemen van het instrument.
OPMERKING: Om onnodige ziekenhuisbezoeken te voorkomen, wordt het aangeraden dat te allen tijde een reserve-instrument bij
de hand wordt gehouden voor het geval het instrument faalt vóór de geplande vervanging.
Voedingssets: Voor prestaties en schoonheid zijn voedingssets bedoeld om regelmatig te worden vervangen. AMT raadt aan dat de
voedingsset ten minste elke 2 weken, of zo vaak als uw professionele zorgverlener dat aangeeft, wordt vervangen. Met de tijd,
afhankelijk van gebruiks- en omgevingscondities, kunnen de prestaties en functionaliteit van het instrument verslechteren. Sommige
factoren die tot verminderde levensduur kunnen leiden, omvatten: maagzuur, dieet van de patiënt, medicaties, regelmaat van
gebruik, trauma aan het instrument en algemene zorg van de voedingsset. Het instrument moet worden vervangen als lekkage,
barsten, scheuren, overmatige afzetting van resten, schimmels of andere tekenen van falen worden opgemerkt. Door sommige
gebruikstypes kunnen de componenten van het instrument sneller slijten dan door anderen. Als de slang hard wordt, wordt
vervanging in de nabije toekomst aanbevolen om falen te vermijden.
ZORGINSTRUCTIES VOOR PLAATSING
®
-ballonknop regelmatig worden vervangen. Wanneer gedurende drie maanden of
®
®
-ballonknop regelmatig worden gedraaid.
KANALISEREN VAN MEDICATIE
DECOMPRESSIE
JUISTE SPOELRICHTLIJNEN
MRI-VEILIGHEIDSINFORMATIE
®
-ballonknop MRI-conditioneel is. Een patiënt met dit instrument kan onder de
®
-ballonknop verwacht een maximale temperatuursstijging van 1,6 ˚C te
LEVENSDUUR INSTRUMENT
®
-ballonknop-instrument met ballonknop ten minste elke 3 maanden
-ballonknop vrij ronddraait voordat het voeden begint. Injecteer
®
-ballonknop wordt veroorzaakt, tot ongeveer 20 mm vanaf dit
57