COOK Medical FORMULA 418 Gebrauchsanweisung Seite 56

sheath. Enig contact tussen de stent en de geleidekatheter/sheath kan weliswaar worden waargenomen maar
er mag geen sprake zijn van weerstand.
WAARSCHUWING: Forceer geen doorgang bij het ondervinden van weerstand. Weerstand kan wijzen op
een beschadigde stent.
Stent positioneren
1. Controleer de stabiliteit van de geleidekatheter/sheath alvorens de stentplaatsingsballon in de arterie op
te voeren.
WAARSCHUWING: Als de geleidekatheter/sheath zijn initiële positie verliest, mag de geleidekatheter/
sheath niet over de stent worden getrokken of geduwd. Gebeurt dit toch, dan kan het distale uiteinde van
de geleidekatheter/sheath de stent beschadigen.
2. Positioneer de Formula vasculaire stent door de laesie en gebruik daarbij zowel de distale als de proximale
ballonmarkeringen als referentiepunten. Optimale plaatsing vereist dat de uiteinden van de stent voorbij de rand
van de te stenten laesie uitkomen.
WAARSCHUWING: Forceer het Formula 418 door een ballon te expanderen vasculaire stentsysteem
niet als dit zich niet soepel door het bloedvat laat opvoeren. Als de stent niet opschuift ondanks goede
ondersteuning van de geleidekatheter/sheath, overweeg dan om de proximale obstruerende plaque te
verwijden of de voerdraad of de geleidekatheter/sheath te vervangen. (Zie de sectie Niet-geëxpandeerde
stent verwijderen.)
NB: Bij het stenten van lange laesies moet het distale gedeelte van de laesie eerst worden bedekt. Het is zeer
belangrijk distale laesies niet onbedekt te laten. Door middel van frequente injecties met contrastmiddel
rond het Formula 418 door een ballon te expanderen vasculaire stentsysteem met een nog ongevulde ballon
kan de grootte van de laesie zichtbaar worden gemaakt en het nauwkeurig plaatsen van de stent worden
vergemakkelijkt.
Ballon expanderen/stent ontplooien
Alvorens de stent te expanderen, controleert u door middel van hogeresolutiefluoroscopie of hij tijdens het
positioneren niet is verplaatst.
1. Om de stent te expanderen, vult u de ballon met een mengsel van contrastmiddel en fysiologisch zout (in een
verhouding van 1 op 1) tot de op het productetiket vermelde vuldruk. Beweeg het stentsysteem niet tijdens
de ontplooiing.
2. Volledige expansie en appositie van de stent tegen de wand van het bloedvat zijn nodig voor klinisch succes. De
op het productetiket vermelde nominale barstdruk van de ballon mag niet worden overschreden.
3. Nadat de stent eenmaal is ontplooid, is naar goeddunken van de arts dilatatie-na-ontplooiing mogelijk om de
stentexpansie te optimaliseren als angiografisch vastgesteld. Postdilatatie van de stent mag tot maximaal 1 mm
voorbij de op het etiket vermelde nominale stentdiameter gebeuren.
Ballon legen en verwijderen
1. Leeg de ballon volledig door met het vulinstrument of een spuit van 20 ml een onderdruk te maken. Dit vereist
gewoonlijk 10 seconden of minder.
WAARSCHUWING: Wacht totdat de ballon volledig is leeggelopen alvorens hem te verwijderen.
2. Trek de ballonkatheter langzaam uit de stent terug onder handhaving van onderdruk op de ballon. Houd de
geleidekatheter/sheath op zijn plaats om te voorkomen dat hij in het bloedvat wordt getrokken. Verifieer onder
fluoroscopische controle dat de ballon zich van de stent losmaakt.
Niet-geëxpandeerde stent verwijderen
Probeer een niet-geëxpandeerde stent niet in de geleidekatheter/sheath terug te trekken. Het Formula 418 door een
ballon te expanderen vasculaire stentsysteem moet teruggetrokken worden totdat het proximale uiteinde van de
stent zich op een lijn bevindt met de distale tip van de geleidekatheter/sheath. Trek de geleidekatheter/sheath en het
stentintroductiesysteem terug als één geheel en laat de voerdraad daarbij op zijn plaats.
WAARSCHUWING: Probeer nadat de stent is verwijderd het hulpmiddel niet opnieuw te gebruiken. De stent
kan schade oplopen bij verwijdering.
Stentondersteunde, hogedrukballonangioplastiek
Een ontplooide Formula 418 door een ballon te expanderen vasculaire stent kan nog verder ontplooid worden
met behulp van een hogedrukballonkatheter met een kleine diameter. De stent moet door de ontplooiingsballon
goed in de bloedvatwand zijn ingebed voordat de laesie opnieuw kan worden gepasseerd. Als opnieuw passeren
noodzakelijk is, moet de positie van de stent worden gecontroleerd en moet bij verdere manipulatie van voerdraden
56