Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Codman HAKIM Bedienungsanleitung Seite 51

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für HAKIM:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 37
Controleer vóór ingebruikname de aansluitingen, instellingen en
functionaliteit van de programmeereenheid en de zendereenheid
(zie Pre-implantatieprocedure, kennismaking met het programmeren).
Gebruik alleen programmers van het merk Codman voor het programmeren
van de druk van de CODMAN HAKIM programmeerbare klep.
Niet-toegestane wijzigingen aan de programmeer- of zendereenheid
kunnen oorzaak zijn van storingen die tot ernstige verwonding of tot
overlijden van de patiënt kunnen leiden.
Gevaar van elektrische schok: Maak de programmeer- of
zendereenheid niet open. Laat onderhoud en reparaties door bevoegd
onderhoudspersoneel uitvoeren.
Explosiegevaar: Gebruik de programmeereenheid niet in de nabijheid
van brandbare stoffen, zoals anesthesiegassen, oplosmiddelen,
reinigingsmiddelen en endogene gassen.
Controleer, voordat u de 100/120, 220/240 V wisselstroom
programmeereenheid (catalogusnr. 82-3121 of 82-3190) inschakelt, of de
spanningskiezer achter op het apparaat op de juiste spanning is ingesteld.
De zendereenheid mag tijdens het programmeren niet worden verplaatst.
Dompel de programmeereenheid of de zendereenheid nooit in
vloeistof onder.
Steriliseer de programmeereenheid en de zender niet.
Gebruik dit product uitsluitend met componenten die compatibel zijn met
de afmetingen vermeld in paragraaf Beschrijving van het hulpmiddel.
In alle fasen van het gebruik van dit product zijn aseptische
behandelingstechnieken noodzakelijk.
Silicone heeft een lage snij- en trekweerstand; ga daarom bij het
aanbrengen van ligaturen voorzichtig te werk, zodat deze niet te strak
worden aangetrokken. Het gebruik van roestvrijstalen ligaturen op
siliconenrubber wordt afgeraden.
Gebruik bij het hanteren van de siliconen klep of de katheter geen scherpe
instrumenten; gebruik beklede pincetten. Insnijdingen of schuurplekken
door scherpe instrumenten kunnen breuk of scheuring van siliconen
onderdelen veroorzaken.
Laat de klep tijdens het inbrengen niet worden gevouwen of gebogen.
Door een verkeerde wijze van insertie kan de siliconen behuizing scheuren.
Een zuivere klepplaatsing is noodzakelijk voor optimale stabilisering van
de klep onder de schedel. Plaats de platte onderkant van de klep tegen
het bot, zodanig dat het ronde bovenoppervlak naar boven is gericht.
Controleer bij alle slangverbindingen of de ligaturen goed geplaatst en
onbeschadigd zijn, om obstructie van het katheterlumen en scheuren of
schuurplekken in de siliconenslang te voorkomen.
Vul, spoel of pomp de klep niet met vloeistof waarin katoen, gaas of ander
pluisafgevend materiaal geweekt is geweest.
Voorkom met de grootst mogelijke zorg dat de siliconen onderdelen van
het systeem in aanraking komen met de blote vingers, doeken, lakens,
talkpoeder of andere pluizige of korrelige oppervlakken. Siliconenrubber
is uiterst elektrostatisch en trekt daardoor in de lucht aanwezige deeltjes
en oppervlaktevervuilers aan, die een weefselreactie kunnen veroorzaken.
Vermijd na de implantatie onnodig pompen van de voorkamer en de
pompkamer, om te snelle veranderingen van de intraventriculaire druk
te voorkomen.
Alleen voor cilindervormige kleppen: Voordat de schedelincisie (of, bij
toepassing van een tweestaps doorgangsmethode, de mastoïd-incisie)
wordt gesloten, moet worden zekergesteld dat de flowrichtingpijl op de
klep naar boven is gericht.
Ongewenste reacties
Vervanging van hulpmiddelen voor het shunten van liquor kan op
willekeurige momenten noodzakelijk zijn als daar medische redenen
voor zijn of als het hulpmiddel defect is.
Houd patiënten met geïmplanteerde shuntsystemen onder strenge
observatie; wees alert op symptomen van shuntdefect.
Enkele complicaties die in geïmplanteerde shuntsystemen kunnen
optreden zijn mechanisch defect, obstructie van het shuntpad, infectie,
allergische reacties op het implantaat en liquor-lekkage langs het
geïmplanteerde shuntpad.
Klinische symptomen, zoals hoofdpijn, geïrriteerdheid, braken, sufheid
of geestelijke achteruitgang kunnen erop wijzen dat de shunt niet
functioneert. Beperkte kolonisatie, meestal met Staph. epidermidis, kan na
verloop van een paar dagen tot een aantal jaren leiden tot recidiverende
koorts, anemie, splenomegalie en kan uiteindelijk shuntnefritis of pul-
monale hypertensie tot gevolg hebben. Een geïnfecteerd shuntsysteem
kan zich openbaren door roodheid, pijn of erosie langs het shuntpad.
Ophoping van biologisch materiaal (b.v. bloed, eiwit, weefseldeeltjes, e.d.)
in het programmeermechanisme kan tot gevolg hebben dat het toestel niet
meer kan worden geherprogrammeerd.
Verstopping van de programmeerbare klep met biologisch materiaal
kan er de oorzaak van zijn dat de klep niet reageert op wijzigingen in
de drukinstelling.
Oefen bij pogingen de katheter(s) te verwijderen geen overmatige kracht
uit. Dit kan breuk van de katheter veroorzaken, met als gevolg het
achterblijven van een deel van de katheter in het lichaam.
41

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis