Bedieningselementen; Technische Gegevens - Kärcher CB 5/23 Originalbetriebsanleitung

Bedieningselementen

Noodstop
Bij gevaar voor personen, zaken en dieren
moet de installatie direct uitgeschakeld
worden door op de nood-uit-knop te druk-
ken. U vindt een "nood-uit"-knop
– aan de waskaart-/codelezer
– aan de bedieningsplaats
– aan de ingang naar de washal, voor zo-
ver de bedieningsplaats of de was-
kaart-/codelezer zich daar niet bevindt.
Hoofdschakelaar
1 Hoofdschakelaar
2 Sleutelschakelaar (optie ABS betaalsy-
stemen)
3 Schakelaar Auto/Manueel
De hoofdschakelaar van de installatie be-
vindt zich aan de stroomverdeler.
 Voor de inbedrijfstelling van de installa-
tie moet de hoofdschakelaar op „1" ge-
zet worden.
ABS betaalsystemen (optie)
Aan de sleutelschakelaar kan geselecteerd
worden vanuit welke bedieningsplaatsen
wasprogramma's kunnen worden gestart.
Stand 0: Geen programmastart mogelijk,
Stand 1: Programmastart mogelijk aan de
waskaart-/codelezer.
Stand 2: Programmastart mogelijk aan de
waskaart-/codelezer en aan de bedienings-
plaats.
Waskaart-/codelezer (optie)
De keuze van het wasprogramma gebeurt
afhankelijk van de uitvoering van de was-
kaart-/codelezer
– door invoer via een toetsenbord,
– door het op de waskaart aangegeven
programma,
– door invoer van een codenummer.
Verdere informatie staat vermeld op de
aparte gebruiksaanwijzing bij de waskaart-
/codelezer.
Bedieningsplaats
1 Toetsen prog. 1 ... prog. 8
2 Knop „Start/Stop"
3 Toets Vergrendeling zijborstels loszet-
ten
4 Knop Zijborstels uitschuiven
5 Toets Vergrendeling dakborstel of dak-
droger loszetten
6 Knop Dakborstel of dakdroger optillen
7 Knop Wielwas deselecteren
8 Knop Stuurspanning/neutrale stand
9 Noodstopknop
Met de bedieningsplaats worden waspro-
gramma's gestart en ingrepen in een lo-
pend wasprogramma uitgevoerd. Boven-
dien worden de installatiecomponenten
voor de uitvoering van onderhoudswerk-
zaamheden verplaatst.
Doseerpompen instellen
1 Doseerpomp schuimwax
2 Doseerpomp intensieve reiniger
3 Doseerpomp wax
4 Doseerpomp drooghulp
5 Doseerpomp shampoo
Met de doseerpompen worden aan het
waswater reinigingsmiddelen toegevoegd
overeenkomstig het wasprogramma en de
uitrusting van de installatie.
Instructie:
De doseerhoeveelheid wordt bij de opstel-
ling van de installatie optimaal ingesteld
door de installateur. In de regel is geen
nieuwe instelling vereist.
5
-
NL
Doseerhoeveelheid instellen
1 Ontluchtingsknop
2 Instelknop doseerhoeveelheid
3 Ontluchtingshendel
 Instelknop doseerhoeveelheid eruit
trekken.
 Ontluchtingsknop afwisselend indruk-
ken en loslaten en ondertussen de in-
stelknop op de gewenste waarde draai-
en.
 Ontluchtingsknop loslaten.
 Instelknop doseerhoeveelheid indruk-
ken.
Doseerpomp ontluchten
De persluchttoevoer van de installatie moet
in bedrijf zijn.
 Ontluchtingshendel tegen de klok
draaien tot de aanslag.
 Doseerhoeveelheid instellen op 100%.
 Ontluchtingsknop zo vaak indrukken tot
het reinigingsmiddel zonder blazen uit
de ontluchtingsleiding aan de onder-
kant van de doseerpomp komt.
 Doseerhoeveelheid resetten op de ge-
wenste waarde.
 Ontluchtingshendel met de klok mee
draaien tot de aanslag.

Technische gegevens

Afmetingen
Installatieafmetingen
CB 5/
23
Hoogte mm 3215 3415 3715
Breedte mm
Diepte *) mm
Grensafmetingen van voertuig **)
Wasbreedte mm
Washoogte mm 2300 2500 2800
Wasbare mm
voertuigleng-
te ***)
Breedte washal
Met veilig- mm
heidsafstand
Zonder veilig- mm
heidsafstand
*) roterende dakborstel, roterende zijbor-
stels
**) binnen die afmetingen kunnen bijna
alle voertuigen gewassen worden
***) bij loopraillengte 11000 mm
CB 5/ CB5/
25 28
3500
3193
2300
6900
4500
4050
101