Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bedieningselementen - Kärcher CB 2 exclusiv 23 Originalbetriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Sproeikoppen borstelbewatering
Uit de sproeiers borstelbewatering wordt
als reinigingsmiddel shampoo gemengd
met water op het voertuig gesproeid.
Schuimwas
Het reinigingsmiddel voor de voorreiniging
wordt voor de verlenging van de inwerktijd
als schuim aangebracht.
Vuilopvanger
De vuilopvangers houden partikels tegen
die de sproeikoppen kunnen verstoppen.
Doseerpompen
De doseerpompen mengen de volgende
reinigings- en verzorgingsmiddelen onder
water:
– shampoo (RM 811)
– drooghulp, (schuimwax) (RM 829)
– schuim, (heet schuim) (RM 812)
– voorsproeien (RM 803 of RM 807)
– hotwax (RM 829)
Drogerzijsproeikoppen
Uit de drogersproeikoppen stroomt de voor
het droogblazen van de voertuigzijkanten
benodigde lucht.
Dakdroger
De droogventilatorbalk wordt langs het
contour van het voertuig heen geleid. Inge-
bouwde ventilatorenproduceren de voor
het drogen van het voertuig nodige lucht-
stroom.
Licht
Het licht heeft de volgende functies:
– voor het wassen dient het voor het po-
sitioneren van het voertuig.
– Na het wassen wordt de uitrijrichting
weergegeven.
– Weergave van storingen.
– In de manuele werking wordt de gese-
lecteerde groep weergegeven.
Fotocellen
Met de fotocellen worden geregistreerd:
– Positie en contouren van het voertuig
en
– de positie van de voertuigwielen.
Reinigingsmiddel
In zuil 2 zijn de kanisters voor reinigings- en
onderhoudsmiddelen ondergebracht.
Typeplaatje
Op het typeplaatje vindt u de belangrijkste
installatiegegevens.
Besturingskast
De besturingskast van de installatie bevindt
zich in zuil 1.
Toevoerverdeler
Op de toevoerverdeler is de hoofdschake-
laar van de installatie aangebracht. De toe-
voerverdeler bevindt zich buiten de wasin-
stallatie in de technische ruimte of op een
andere geschikte plaats in de buurt van de
wasinstallatie.
Nood-uit-toets
Bij gevaar voor personen, zaken en dieren
moet de installatie direct uitgeschakeld
worden door op de nood-uit-knop te druk-
ken. U vindt een "nood-uit"-knop
104
– op de bedienplaats voor handmatig be-
drijf,
– op de waskaart-/codelezer
Bedieningsplaats
De wasinstallatie wordt geleverd:
– met een bedieningsplaats voor de ma-
nuele werking
– met een waskaart-/codelezer (optie)
– met een Comfort-bedieningsplaats (op-
tie)
– met een Service-bedieningsplaats (op-
tie).
Kantelbeveiliging
Een mechanische beveiliging houdt de in-
stallatie ook bij ernstige storingen door de
wasklant op de rijbanen.
Opties
Waskaart-/codelezer
Voor het bedrijf van installatie met zelfbe-
diening kan de waskaartlezer of een code-
lezer gebruikt worden.
-Waarschuwing
De voor het bedrijf benodigde waskaarten/
codes zijn op de betreffende installatie ge-
programmeerd.
Wateraansluiting (overig water)
Maakt het gebruik mogelijk van regenwater
of gerecycleerd water als gedeeltelijke ver-
vanging van vers water.
Onderkant-wasinstallatie
Met de optioneel verkrijgbare onderkant-
wasinstallatie kan de onderkant van het
voertuig gewassen worden. Hierbij wordt
het water met hogedruk via twee zwenkba-
re sproeikopleidingen op de gehele onder-
kant gespoten.
Voorpsroeien (anti-insecten)
Op de voorste helft van het voertuig wordt
heet schuim aangebracht. Het schuim
wordt samengesteld uit heet water, voor-
sproeimiddel en luchtdruk en aangebracht
met de voorsproeiers.
Intensieve reiniging (alleen CB 2 skandi)
Uit stationaire fijne sproeiers wordt voorrei-
nigingsmiddel op het voertuig aangebracht.
Velgreiniger
Door twee in het onderstel van de installa-
tie aangebrachte sproeiers wordt velgreini-
ger op de wielen aangebracht.
Hogedrukreiniger zijkant/rondom
Met de hogedrukreiniging wordt het voer-
tuigoppervlak bevrijd van grof vuil. Door de
minimalisering van het risico op krassen
door zandkorreltjes e.d. draagt de HD-reini-
ging aanzienlijk bij tot de lakbeschermende
reiniging. Er staan twee uitvoeringen met
bedrijfsdrukwaarden van 1,6 MPa (16 bar)
en 6 MPa (60 bar) ter beschikking.
Schuimwax
Uit de sproeiers van de drooghulp wordt
voor het drogen schuimwax op het voertuig
aangebracht.
Hete was
Uit de hete was sproeiers wordt heet water
vermengd met was op het voertuig ge-
sproeid.
4
-
NL
Vorstbeveiligingsinstallatie
Bij vorstgevaar wordt het water uit het lei-
dingsysteem geblazen. De wasinstallatie
kan met twee verschillende vorstbeveili-
gingsinstallaties uitgerust worden:
– Vorstbeveiliging handmatig: De uit-
blaasprocedure wordt door de installa-
tiebediener gedaan.
– Automatische vorstbeveiliging: De uit-
blaasprocedure wordt door een ther-
mostaat gestuurd.
Osmose
Via de sproeiers van de drooghulp wordt
gedemineraliseerd water (uit een installatie
van het gebouw of een optionele RO-instal-
latie) of vers water met toegevoegde
drooghulp op het voertuig aangebracht.
Polish-programma
Met vier stationaire fijne sproeiers wordt
polishwax met behulp van luchtdruk op het
voertuig gesproeid. Vervolgens vindt een
polishfase met de wasborstels plaats.
Veiligheidsschakelaars
Veiligheidsschakelaars zijn nodig indien de
vereiste veiligheidsafstanden tussen de
wasinstallatie en vast geïnstalleerde inbou-
welementen (zoals bijv. muren, zuilen,
wastafels) niet nageleefd kunnen worden.
Ze verhinderen dat personen vastgeklemd
raken tussen de installatie en de muur. In-
dien een veiligheidsschakelaar een hinder-
nis raakt, wordt de wasinstallatie onmiddel-
lijk stilgelegd. Na de bepaling van de oor-
zaak moet de veiligheidsschakelaar door
geautoriseerd vakpersoneel opnieuw te-
ruggesteld worden.
Spatbescherming
Oppervlakken die aan de wasplaats gren-
zen, worden beschermd tegen wegspat-
tend vuil en water uit de roterende zijbor-
stels. De spatbescherming is bevestigd op
de buitenste oppervlakken van de onder-
stellen en de zuilen.
Wielsporen
De wielsporen hebben de taak een centrale
positionering van het voertuig te garande-
ren. Ze verhinderen dat het voertuig te ver
van het midden gepositioneerd wordt.

Bedieningselementen

Nood-uit
Bij gevaar voor personen, zaken en dieren
moet de installatie direct uitgeschakeld
worden door op de nood-uit-knop te druk-
ken. U vindt de nood-uit-toets
– op de waskaart-/codelezer
– op de bedienplaats voor handmatig be-
drijf
– aan de ingang van de washal, voor zo-
ver daar geen bedienplaats of was-
kaart-/codelezer zitten.

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis