– Het apparaat werd ontwikkeld voor het
reinigen van vloeren binnen resp. over-
dekte oppervlakken.
– Het apparaat is niet bestemd voor de
reiniging van openbare verkeerswegen.
– Het apparaat is niet geschikt voor het
gebruik in explosiegevaarlijke omgevin-
gen.
Zorg voor het milieu
Het verpakkingsmateriaal is her-
bruikbaar. Deponeer het verpak-
kingsmateriaal niet bij het huis-
houdelijk afval, maar bied het
aan voor hergebruik.
Onbruikbaar geworden appara-
ten bevatten waardevolle mate-
rialen die geschikt zijn voor her-
gebruik. Lever de apparaten
daarom in bij een inzamelpunt
voor herbruikbare materialen.
Batterijen en accu's bevatten
stoffen die niet in het milieu mo-
gen terechtkomen. Gelieve oude
apparaten, batterijen en accu's
in te leveren op de geschikte in-
zamelpunten.
Aanwijzingen betreffende de inhouds-
stoffen (REACH)
Huidige informatie over de inhoudsstoffen
vindt u onder:
www.kaercher.com/REACH
Bedieningselementen
Afbeelding 1, zie omslagpagina
1 Greep
2 Schakelaar waterpomp
3 Knop Borstel-/zuigwerking
4 Handgreep
5 Draagbeugel vuilwatertank
6 Vuilwaterreservoir
7 Schoonwaterreservoir
8 Vergrendeling schoonwaterreservoir
9 Zeef
10 Batterijhouder
11 Reinigingskop
12 Pedaal Omhoog zetten zuigbalk
13 Zuigbuis
14 Verbinding zuigbuis
15 Ontgrendeling parkeerstand
16 Accu-indicatie
Uit: reserve-accu, wordt gebruikt wan-
neer de andere accu ontladen is.
Groen: accu vol.
Oranje: accu gedeeltelijk ontladen.
Rood: accu leeg of geen accu aange-
sloten.
17 Batterij
18 Ontgrendeling accu
19 Borstelrol
20 Zuigbalk
21 Ontgrendelingsknop, wisselborstel
22 Sluiting
23 Deksel reservoir vuil water
24 Aanduiding vulstand
Eerste ingebruikneming
Afbeelding 2, zie omslagpagina
Buis aan het uiteinde van de greep in de
opening aan het apparaat steken.
Arrêteringen indrukken en greep in-
schuiven tot hij in het apparaat vastklikt.
Kabel in het toestel plaatsen en deksel
aanbrengen, zoals weergegeven in het
bijgevoegde blad.
Batterijen opladen.
Schoonwatertank vullen
VOORZICHTIG
Gevaar voor beschadiging. Alleen de aan-
bevolen reinigingsmiddelen gebruiken.
Voor andere reinigingsmiddelen draagt de
exploitant een verhoogd risico met betrek-
king tot bedrijfsveiligheid, gevaar voor on-
gevallen en verlaagde levensduur van het
apparaat. Alleen reinigingsmiddelen ge-
bruiken die vrij zijn van oplosmiddelen,
zout- en vloeizuren.
Veiligheidsinstructies op de reinigingsmid-
delen in acht nemen.
Instructie:
Gebruik geen sterk schuimende reinigings-
middelen.
Doseeraanwijzingen in acht nemen.
– 2
NL
Werking
37