Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Reglementair Gebruik; Functie; Bedieningselementen; Inbedrijfstelling - Kärcher IB 15/80 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
plaats zoeken en het spuitpistool goed
vasthouden.
Waarschuwing
Verwondingsgevaar door rondslingerende
voorwerpen. Lichte reinigingsobjecten fixe-
ren om te verhinderen dat het met de
droogijsstraal meegesleurd wordt.
Het apparaat niet gebruiken als er zich an-
dere personen binnen bereik bevinden,
tenzij ze veiligheidskledij dragen.
Het apparaat niet gebruiken wanneer een
aansluitkabel of belangrijke onderdelen
van het apparaat beschadigd zijn, bv. vei-
ligheidsinrichtingen, hogedrukslangen,
spuitpistolen.
Knelgevaar door het doseerapparaat. Voor
het verwijderen van de schermplaat in het
droogijsreservoir zeker de stroomstekker
van het apparaat uit het stopcontact trek-
ken.
Voorschriften en richtlijnen
Voor het gebruik van de installatie in de
Bondsrepubliek Duitsland gelden de vol-
gende voorschroften en richtlijnen (verkrijg-
baar via Carl Heymanns Verlag KG,
Luxemburger Straße 449, 50939 Keulen):
BGV D 26 Spuitwerkzaamheden
Uitvoeringsinstructie bij BGV D 26
BGR 117 Werken in kleine ruimten
BGR 189 Gebruik van veiligheidskledij
BGR 195 Gebruik van veiligheidshand-
schoenen
BGI 534 Werken in kleine ruimten
BGI 836 Gasverwarmers
Veiligheidsinrichtingen
Noodstopknop
Wanneer de noodstopknop wordt inge-
drukt, stopt de droogijsdosering en wordt
de luchtstroom uit de sproeier onderbro-
ken.
Uitschakelen in noodgevallen
 Hendel van het spuitpistool loslaten.
 Noodstopknop indrukken.
De droogijsdosering wordt stilgelegd en de
luchtstroom uit de sproeier wordt onderbro-
ken.
 Luchtdruktoevoer onderbreken.

Reglementair gebruik

Het droogijs-straalapparaat dient voor het
verwijderen van verontreinigingen met
droogijsbrokjes die versneld worden door
een luchtstraal.
Het apparaat mag niet in een explosiege-
vaarlijke omgeving gebruikt worden.
Als straalmiddel mogen alleen droogijs-
brokjes gebruikt worden. Het gebruik van
andere straalmiddelen kan leiden tot een
beschadiging van het apparaat.

Functie

Luchtdruk komt via een reduceerklep in het
spuitpistool. Bij het bedienen van de hendel
van het spuitpistool gaat de klep open en
komt de luchtstraal uit het spuitpistool
(schakelaar bedrijfsmodi in stand „1"). In-
58
dien de schakelaar bedrijfsmodi aan het
spuitpistool op stand „2", dan worden bijko-
mend droogijsbrokjes via het doseerappa-
raat in de luchtstraal gedoseerd. De
droogijsbrokjes knallen tegen het te reini-
gen oppervlak en verwijderen het vuil. Door
de koude droogijsbrokjes van -79 °C ont-
staan bijkomend warmtespanningen tus-
sen vuil en reinigingsobject die eveneens
bijdragen tot het losmaken van het vuil.
Verder gaat het droogijs bij de aanraking
met het oppervlak onmiddellijk over tot gas-
vormige kooldioxide waardoor het het 700-
voudige volume dekt. Vuil dat door het
droog ijs werd aangetast, wordt op die ma-
nier weggeschoten.
Tijdens de spuitwerking zorgt een vibrator
aan het droogijsreservoir voor de continue
aanvulling van de droogijsbrokjes.

Bedieningselementen

Apparaat
1 Zwenkwiel met parkeerrem
2 Koppeling straalmiddel-slang
3 Koppeling stuurleiding
4 Houder voor spuitpistool
5 Bedieningsveld
6 Deksel droogijsreservoir
7 Duwbeugel
1 Luchtdrukaansluiting
2 Stroomkabel met stekker
3 Kabelhouder
2
-
NL
Bedieningsveld
1 Manometer spuitdruk
2 Instelknop spuitdruk
3 Controlelampje „Apparaat in"
4 Droogijsdosering
5 Noodstopknop
6 Bedrijfsurenteller (terugstelbaar)
Spuitinrichting
1 Sproeier
2 Spuitpistool
3 Koppeling straalmiddel-slang
4 Koppeling stuurleiding
5 Veiligheidshendel
6 Hendel
7 Schakelaar bedrijfsmodi
Stand „1": Luchtdrukstraal
Stand „2": Droogijsstraal (luchtdruk en
droogijsbrokjes)

Inbedrijfstelling

Waarschuwing
Gevaar voor verwonding door rondvliegen-
de droogijspellets.
Bij het gebruiksklaar maken van het appa-
raat alle samenstellende delen, vooral de
straalmiddelslang controleren, of ze in een
staat volgens de voorschriften verkeren.
Beschadigde delen door correcte vervan-
gen.
Vervuilde delen reinigen en controleren, of
ze volgens de voorschriften werken.
 Apparaat op een horizontaal, effen op-
pervlak plaatsen en parkeerrem van de
stuurrollen blokkeren.
 Spuitmiddelslang met het apparaat ver-
binden en beveiligen.
 Spuitpistool met de spuitmiddelslang
verbinden en beveiligen.
 Stuurleiding met het apparaat verbin-
den.
 Stuurleiding met het spuitpistool verbin-
den.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis