Ottobock 3R60 Gebrauchsanweisung Seite 69

Standfasestabiliteit te groot
(zwaaifase kan slechts met moei-
te worden ingezet)
Standfasestabiliteit te gering
(knie van de patiënt knikt)
Om te voorkomen dat de positie van de voet zoals beschreven onder 4.1.2 verandert, moeten
justeringen boven het scharnier worden gecorrigeerd door overeenkomstige justeringen in te-
gengestelde richting onder het scharnier en aan de voet. Optimaliseer vervolgens de statische
opbouw nog een keer.
Let op!
Bij de aansluitsystemen =KD en =ST moet bij het vervaardigen van de prothese anders
te werk worden gegaan. De standfasestabiliteit resp. het inzetten van de buigbeweging
is afhankelijk van de positionering van het ingietanker. Afstellen in het sagittale en fron-
tale vlak is achteraf niet meer mogelijk!
4.3.2.2 Elastische buigeenheid instellen (stabilisatie bij hielcontact)
De elastische buiging bij het neerzetten van de hiel kan door compressie van het elastomeerblok
via de stelmoer worden aangepast. Steek hiertoe de meegeleverde stelsleutel 710H10=2×3 in
het boorgat (afb. 7).
Naar links draaien
(in de richting -)
Naar rechts draaien
(in de richting +)
Let op!
De EBS-eenheid is beveiligd tegen te ver doordraaien. Draai bij verhoging van de voor-
spanning (draaiing naar rechts in de richting +) niet met geweld verder dan de verhoogde
draaiweerstand!
Wanneer de maximale voorspanning van de EBS-eenheid niet voldoende is (de patiënt
zakt te diep door de knie), kunt u het scharnier naar voren kantelen (zie 4.3.2.1) – Houd
er rekening mee dat de stabiliteit van de knie daardoor afneemt.
Let op!
Stel de ronde veer van de EBS-eenheid zo in dat het kantelelement niet permanent naar
de eindaanslag beweegt.
4.3.2.3 Zwaaifase instellen
De hydraulische zwaaifasebesturing maakt het gangbeeld harmonischer. De bewegingsweerstan-
den voorkomen dat het prothese-onderbeen bij het buigen te ver doorzwaait en zorgen daarnaast
voor een gedempte strekking. Naast de gewoonten van de patiënt hebben ook het gewicht van
de voet en de lengte van het onderbeen als pendelmassa invloed op het gangbeeld.
3R60, 3R60=ST, 3R60=KD, 3R60=HD
momentane draaipunt
=
(ICR) te ver dorsaal
momentane draaipunt
=
(ICR) te ver ventraal
= voorspanning =
wordt kleiner
= voorspanning =
wordt groter
=
dieper
inbuigen heffing van het
van het knie- kantelelement
mechanisme
=
minder ver
inbuigen heffing van het
van het knie- kantelelement
mechanisme
Kantel het scharnier
met behulp van de
stelschroeven naar
voren
Kantel het scharnier
met behulp van de
stelschroeven naar
achteren
= vergroting
sterke
van de
(afb. 3b) stabiliteit
= verminde-
geringe
ring van de
(afb. 3a) stabiliteit
Ottobock | 69
=
afb. 5
=
afb. 6
knie-
knie-