Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Ottobock 3R60 Gebrauchsanweisung Seite 68

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 3R60:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 6
4.3.1.3 Koker afwerken
Schroef het ingietanker na het passen met platkopschroeven en tweegaatsmoeren vast aan het
koker en ga vervolgens door met lamineren.
Ga hierbij als volgt te werk:
• Trek een laag perlon-buistricot 623T3 over de gehele koker en bind deze laag aan de boven-
kant ringvormig af, zodat de tweede laag perlon-buistricot 623T3 na het aanbrengen van twee
lagen carbonvezelweefsel 616G12 over de armen van de adapter 4G70 dit carbonvezelweef-
sel als tussenlaag heeft.
• Versterk de koker nog een keer trapsgewijs met buisvormig gevlochten glasvezel 616G13
(zoals beschreven onder punt 4.3.1.1).
• Breng ten slotte nogmaals 2 lagen perlon-buistricot 623T3 aan. Het lamineren gebeurt op
dezelfde manier als de eerste keer.
Let op!
Wanneer er wordt afgeweken van de verwerkingsinstructies en de aanbevolen materialen
voor het lamineren van het ingietanker, kan de adapter losraken en zelfs breken.
Let op!
Draai de justeerschroeven na de montage aan met momentsleutel 710D1. Aanhaalmoment:
15 Nm. Borg de draadeinden bij het afmonteren van de prothese met Loctite 636K13.
4.3.2 Afstellen van het kniescharnier tijdens het proeflopen
De werking van het EBS-kniescharnier onderscheidt zich voor de patiënt vooral door de elastische
buigstabilisatie van de prothese die hij tot nu toe gewend was. Hij kan de prothesevoet met gebo-
gen prothese neerzetten zonder dat de knie knikt (afb. 3a + 3b). Hij moet de strekbeweging van
de stomp die hij tot nu toe gewend was, bewust vermijden en de verende buiging door compres-
sie van het elastomeerblok toelaten. De overgang naar de buigbeweging vindt evenals bij andere
polycentrische constructies plaats door het contact dat de bal van de voet maakt met de grond.
De opbouw, de voetconstructie, de stompverhoudingen en de mate van activiteit van de patiënt
beïnvloeden de eigenschappen van het kniescharnier. Daarnaast werken het gewicht van de voet
en de onderbeenlengte als pendelmassa. Bij het proeflopen moet worden begonnen met het knie-
scharnier in de basisinstelling en moet de patiënt worden uitgelegd hoe het scharnier werkt.
Voordat de fabrieksinstelling wordt veranderd, dienen de volgende aanwijzingen onherroe-
pelijk in acht te worden genomen:
• Verander de sterkte van de standfasebuiging eerst door middel van positiecorrectie (zie punt
4.3.2.1) en stel daarna de EBS-eenheid na (zie punt 4.3.2.2).
• Verander voor de zwaaifase eerst de flexie- en dan de extensieweerstanden (zie punt 4.3.2.3).
Het kniescharnier is bij aflevering zo ingesteld, dat er voor de eerste keer proeflopen niets veran-
derd hoeft te worden.
4.3.2.1 Standfasestabilisatie via de scharnierpositie (afb. 5+6)
In tegenstelling tot eenassige kniescharnieren worden polycentrische scharnieren bij het zetten
van een stap stabiel, wanneer er hielcontact is. Bij het EBS-kniescharnier wordt de stabiliteit in
de standfase nog eens extra vergroot door de compressie van de EBS-eenheid. Bij aflevering is
de EBS-eenheid ingesteld op een geringe voorspanning.
Bepalend voor het inzetten van de buigbeweging is de positie van het scharnier, d.w.z. de plaats
waar het momentane draaipunt zich bevindt. De positie van het draaipunt wordt vastgelegd door
kanteling van het scharnier in het sagittale vlak, d.w.z. door hoekveranderingen via de justeerkernen.
68 | Ottobock
3R60, 3R60=ST, 3R60=KD, 3R60=HD

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

3r60-hd3r60-st3r60-kd

Inhaltsverzeichnis