De helling van de voetplaten instellen
De helling van de voetplaten kan met
oneindig veel variaties worden ingesteld.
1. Draai de inbusschroef E op de voetplaat los.
E
2. Draai de voetplaat F naar de vereiste positie.
3. Draai de inbusschroef weer vast.
F
De hielband verwijderen/bevestigen
1. Open de klittenband G op de hielband.
Zorg er bij de installatie van een
voetsteun altijd voor dat het
klittenband van de hielband naar
achteren is gericht.
G
2. Verwijder de schroef H uit de onderkant
van de voetplaat.
I
3. Verwijder de hielband uit de flexibele
plastic pin I.
H
Om de band te bevestigen, voert u
dezelfde procedure uit in omgekeerde
volgorde.
1639501-G
4.4 Montage van accessoires en opties
WAARSCHUWING!
Gevaar voor lichamelijk letsel
— De montage van accessoires en opties moet
volgens de bijbehorende instructies worden
uitgevoerd.
4.4.1 Zelfrijdende wielen monteren
LET OP!
— Wanneer de door de gebruiker aangedreven
wielen zijn gemonteerd, moeten de achterste
zwenkwielen vergrendeld blijven om een botsing
tussen zwenkwiel en wiel te voorkomen.
— De naven en de parkeerremmen voor de door de
gebruiker aan te drijven wielen moeten door een
gekwalificeerde technicus worden gemonteerd.
De montage is gelijk voor zowel de rechter- als het
linker- door de gebruiker aan te drijven wiel.
4 Montage
185