NEDERLANDS
AANBEVELINGEN VOOR INTUBATIE
De
intubatie
wordt uitgevoerd overeenkomstig
de op dit moment geaccepteerde
medische technieken.
De buis dient in de trachea boven de
hoofdcarina te worden aangebracht.
• Laryngoscoop: de VivaSight-SL verzacht
het gebruik van de laryngoscoop. U
kunt de laryngoscoop gebruiken om
alleen de tong op zijn plaats te houden;
• Stilet: De meegeleverde stilet
wordt gebruikt om VivaSight-SL
steviger te maken voor gebruik met of
zonder laryngoscoop;
• Oraal/nasaal: Goedgekeurd voor orale
en nasale intubatieprocedures.
VOORBEREIDING VOOR
INTUBATIEPROCEDURES
DE JUISTE MAAT VIVASIGHT-SL KIEZEN
• Gebruik een VivaSight-SL met
dezelfde maat als de benodigde
endotracheale buis;
• Vel een deskundig klinisch oordeel
bij het kiezen van de juiste maat
tracheatube voor elke patiënt.
DE BUIS AANSLUITEN -
CONTROLESTAPPEN EN
VOORBEREIDING OP INTUBATIE
1. Sluit de VivaSight-SL aan op de adap-
terkabel voor eenmalig gebruik. Zorg
ervoor dat u de witte pijl op de adap-
terkabel voor eenmalig gebruik uitlijnt
met de pijl op de ronde connector van
de VivaSight-SL-buis.
2. Sluit de adapterkabel voor eenmalig
gebruik aan op de aView
Lijn het pijltje op de kabel uit met
het pijltje op de aView
Controleer of alle elektrische aan-
sluitingen stabiel en veilig zijn. Raad-
pleeg de gebruiksaanwijzing voor de
aView
-monitor;
TM
3. Houd de aan-uitknop aan de boven-
kant van de aView
maal een seconde ingedrukt totdat
er livebeeld wordt weergegeven.
130
met
VivaSight-SL
-monitor.
TM
-monitor.
TM
-monitor mini-
TM
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
voor de aView
-monitor. De gebrui-
TM
kersinterface van de aView
is na ongeveer een minuut gereed;
het pictogram met de zandloper
verdwijnt dan. Voer ondertussen de
controlestappen uit;
4. Controleer of de twee ledlampjes in
de punt van de buis branden. Wan-
neer de lampjes niet branden, dient
u een andere buis te kiezen;
5. Controleer of er een stabiel beeld op
de aView
-monitor is (geprojecteerd
TM
vanaf de tip van de VivaSight-SL).
Schakel de monitor vervolgens
6. Test de integriteit van de cuff door
hem helemaal op te blazen en leeg
te laten lopen;
7. Word vertrouwd met het gevoel van
de buis en transparante geleidings-
ballon.
8. Controleer waar van toepassing of
externe instrumenten met de juiste
afmetingen zonder weerstand door
de VivaSight-SL kunnen worden ge-
voerd. We kunnen niet garanderen
dat instrumenten die uitsluitend zijn
geselecteerd op basis van de effec-
tieve binnendiameter compatibel zijn
in combinatie met de VivaSight-SL.
9. Voer de anesthesieprocedure uit
overeenkomstig het protocol. Aanbe-
veling: Gebruik een houder voor het
beademingscircuit om te voorkomen
dat de VivaSight-SL knikt;
10. Zuig de mondholte en luchtweg uit
voor u VivaSight-SL plaatst;
11. Bereid de patiënt voor en smeer de
buis (zo nodig). Smeer het gebied
rondom de cameralens aan het dis-
tale uiteinde van VivaSight-SL niet;
12. Intubeer de patiënt en verwijder het
stilet. Raadpleeg "De lens schoon-
maken" wanneer het zicht belem-
merd wordt.
DIEPTE METEN
NB: De aanbevolen diepte is 2 tot
3 cm boven de hoofdcarina. De
VivaSight-SL wordt voor ventilatie van
-monitor
TM