Grundfos NK Serie Montage- Und Betriebsanleitung Seite 436

Storing Oorzaak
4. Lekkende pomp, aan- a) Pomp onder spanning door het leidingwerk,
sluitingen, asafdich-
ting of stopbuspak-
king.
b) Afdichtingen van het pomphuis of afdichtin-
c) Mechanische asafdichting is vuil of blijft vast-
d) Mechanische asafdichting defect.
e) De stopbuspakking is defect.
f)
5. Te hoge temperatuur a) Lucht in zuigleiding of pomp.
in pomp of motor.
b) De voordruk is te laag.
c) De lagers worden gesmeerd met te weinig, te
d) Pomp en lagerzitting onder spanning door
e) De axiale druk is te hoog.
f)
g) De motor is overbelast.
6. Olie lekt uit lager- a) De lagerstoel is gevuld met teveel olie door
steun.
b) Olie afdichtingen defect.
7. Olie lekt uit reservoir. a) Naden van reservoir beschadigd.
16. Afvalverwijdering
Dit product, of onderdelen van dit product dienen op een milieu-
vriendelijke manier afgevoerd te worden:
1. Breng het naar het gemeentelijke afvaldepot.
2. Wanneer dit niet mogelijk is, neemt u dan contact op met uw
Grundfos leverancier.
436
waardoor lekkage in het pomphuis of bij de
aansluitingen ontstaat.
gen van de aansluitingen zijn defect.
zitten.
Asoppervlak of asbus is beschadigd.
veel of ongeschikt smeermiddel.
het leidingwerk.
De motorbeveiliging is defect of de instellin-
gen zijn incorrect.
de vulopening, wat een oliepeil boven de
onderzijde van de as tot gevolg heeft.
Wijzigingen voorbehouden.
Oplossing
Plaats de pomp zodanig dat deze niet onder spanning
staat.
Ondersteun de leidingen.
Vervang de afdichtingen van pomphuis of aansluitingen.
Controleer en reinig de mechanische asafdichting.
Vervang de mechanische asafdichting.
Verpak de stopbuspakking opnieuw. Repareer of ver-
vang de stopbuspakking.
Vervang de as of de asbus. Vervang de pakkingsringen
in de stopbuspakking.
Ontlucht de zuigleiding of de pomp en vul eventueel bij.
Verhoog het vloeistofniveau aan de zuigzijde. Open de
afsluitklep in de zuigleiding. Zorg dat wordt voldaan aan
alle voorwaarden die zijn beschreven in paragraaf
7.4 Leidingwerk.
Voeg smeermiddel toe, verminder de hoeveelheid
smeermiddel of vervang het smeermiddel.
Plaats de pomp zodanig dat deze niet onder spanning
staat. Ondersteun de leidingen. Controleer de uitlijning
van de koppeling.
Zie paragraaf 7.3.2 Het uitlijnen van de
Controleer de openingen van de waaier en de borgrin-
gen aan de zuigzijde.
Controleer de instelling van de motorbeveiliging en ver-
vang deze zo nodig.
Verlaag het debiet.
Tap de olie af totdat de constante-oliepeil regelaar begint
te werken, d.w.z wanneer er luchtbellen zichtbaar zijn in
het reservoir.
Vervang de olie-afdichtingen.
Vervang het reservoir.
unit.