Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Demping Instellen - Reely BIG PYRO Bedienungsanleitung

Gp buggy rtr
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

6
s
eT
6.2
D
EMPING INSTELLEN
De veerelementen van de vierwielvering van het chassis bestaan telkens uit een
schroefveer (1) waarin zich in het centrum een hydraulische schokdemper ()
bevindt. De hydraulische schokdempers zijn door de bovenste wieldraagarmen
geleid en aan de onderste wieldraagarmen en boven aan de „demperbrug"
bevestigd. De schroefveren steunen boven tegen een schroefring (3) op de
buitenstang van de schokdemper en op een schotel aan het onderste einde van
de zuigerstang. Het verdraaien van de schroefring naar boven ontlast de veer.
Verdraaien naar beneden verhoogt de voorspanning van de veer. Op deze wijze
kan de voorspanning van de veren op fijne wijze ingesteld worden in overeen-
stemming met de ondergrond en de rijstijl.
Een lage voorspanning van de veer laat het chassis onder zijn eigen gewicht
dieper zakken, een hardere instelling tilt het chassis naar boven. Op die
manier kan dus ook een zekere hogere/lagere wegligging van het chassis
bereikt worden (dus de bodemvrijheid ingesteld worden).
De voorste en achterste schokdempers kunnen bovendien telkens op de
demperbrug in een lager stuurpunt verplaatst worden.
Het verzetten van de schokdempers naar een vlakkere invalshoek verhoogt de
progressiviteit.
Bij een vlakke invalshoek moet het chassis dieper inveren om de demping te
laten reageren, d.w.z. de vering reageert eerst zacht en wordt met toenemende
invering harder.
De veervoorspanning en de bevestigingspunten van de schokdem-
pers van een as moeten rechts en links identiek ingesteld zijn!
Met de instelling van de demping wordt niet alleen de capaciteit van het model-
voertuig beïnvloed om bodemoneffenheden op te vangen, maar wordt ook het
bochtgedrag beïnvloed.
Dat noemen we „overstuurd" en „onderstuurd" rijgedrag.
Onderstuurd rijgedrag:
Het modelvoertuig laat zich moeilijk om de bochten sturen, „schuift" over de voorwielen naar buiten (te veel tractie van de
achteras of te weinig tractie van de gestuurde vooras).
Als tegenmaatregel moet de demping achteraan harder (of vooraan zachter) ingesteld worden.
Overstuurd rijgedrag:
Het voertuig „trekt" in de bochten, de achterkant vertoont neiging tot overstuur (te weinig tractie van de achteras of te veel
tractie van de gestuurde vooras).
Als tegenmaatregel moet de demping achteraan zachter (of vooraan harder) ingesteld worden.
Een overstuurd of onderstuurd rijgedrag kan ook het gevolg zijn van een ongelijkmatige dwarsstabiliteit van de voor- en ach-
teras door een foute instelling van de wielvlucht.
Als basisinstelling moet de vooras ca. 5 mm lager liggen dan de achteras!
Controleer de werking van de schokdempers:
-
Hef het model aan de achteras naar boven en laat het vallen.
-
Het model mag niet tot het eindpunt inveren en slechts één keer
-
Controleer de schokdempers van de vooras op dezelfde wijze.
Voorspanning van de veren instellen
-
Voorspanning verhogen
Schroefring op de buitenstang van de schokdemper
met de klok mee draaien.
-
Voorspanning verlagen
Oogschroef op de buitenstang van de schokdemper
tegen de klok in draaien.
Tuning
Voor de verdere optimalisatie van de dempingseigenschappen bieden wij
u siliconenolie voor de schokdempers met verschillende viscositei-
ten aan in ons assortiment accessoires!
© REELY 08/07
-u
P
(1)
(2)
(3)
uitveren zonder na te trillen!
105

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis