Wilo Yonos GIGA2.0-I Einbau- Und Betriebsanleitung Seite 425

Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Yonos GIGA2.0-I/-D • Ed.01/2023-03
36. Verwijder de tegenring (Fig. III, pos. 26) van de mechanische afdichting uit de zitting van
het lantaarnstuk.
37. Zittingvlakken van de as en het lantaarnstuk zorgvuldig schoonmaken.
Installatie
LET OP
Let bij alle volgende werkzaamheden op het voor het betreffende schroef-
draadtype voorgeschreven aandraaimoment (tabel „Aandraaimomenten"
[" 348])!
Elastomeren (O-ring, mechanische afdichting balg) kunnen gemakkelijker worden gemon-
teerd met „ontspannen water" (bijv. een mengsel van water en afwasmiddel).
1. Reinig de flenssteun- en centreringsvlakken van pomphuis, lantaarnstuk en motorflens,
zodat de onderdelen steeds in goede staat zijn.
⇒ Uitvoering DN 32...DN 80, Fig. I
2. Nieuwe tegenring (Fig. I, pos. 26) in het lantaarnstuk zetten.
3. Schuif een nieuwe mechanische afdichting (Fig. I, pos. 25) op de as. Beschadiging van de
mechanische afdichting door kanteling vermijden.
4. Schuif een nieuwe afstandsring (Fig. I, pos. 20) op de as.
5. Schuif de achterste borgring (Fig. I, pos. 36b) op de pompbron.
6. Monteer de waaier (Fig. I, pos. 21) op de as.
7. Schuif de voorste borgring (Fig. I, pos. 36a) op de pompbron.
8. Plaats de nieuwe O-ring (Fig. I, pos. 19).
9. Plaats de motor/aandrijving met waaier en asafdichting in het pomphuis. Draai de flens-
schroeven (Fig. I, pos. 29) erin, maar haal ze nog niet definitief aan.
⇒ Uitvoering DN 100 ... DN 125, tot 4,0 kW, Fig. II
10. Nieuwe tegenring (Fig. II, pos. 26) in het lantaarnstuk zetten. Schuif het lantaarnstuk
voorzichtig over de as en plaats het in de oude of een andere gewenste hoek ten op-
zichte van de motorflens. Neem daarbij de toegestane inbouwposities van de compo-
nenten in acht (zie het hoofdstuk „Toegestane inbouwposities en wijziging van de com-
ponentenopstelling vóór de installatie" [" 343]).
11. Draai de schroeven (Fig. II, pos. 10 en pos. 10a) erin. Schroeven (pos. 10) indraaien, maar
nog niet definitief vastdraaien.
12. Schuif een nieuwe mechanische afdichting (Fig. II, pos. 25) op de as. Beschadiging van de
mechanische afdichting door kanteling vermijden.
13. Monteer de waaier met onderlegschijf/-schijven en moer, borg deze op de buitendiame-
ter van de waaier.
14. Maak de groef van het lantaarnstuk schoon en plaats de nieuwe o-ring (Fig. II, pos. 19).
15. Bevestig de insteekset ter beveiliging met geschikte hijsmiddelen aan de transportogen.
Bij het bevestigen voorkomen dat de kunststofdelen zoals koelwaaier en bovenstuk van
de elektronicamodule worden beschadigd.
16. Leid de insteekset (zie Fig. 4) in het pomphuis in de oude of in een andere gewenste
hoekpositie. Neem daarbij de toegestane inbouwposities van de componenten in acht
(zie het hoofdstuk „Toegestane inbouwposities en wijziging van de componentenop-
stelling vóór de installatie" [" 343]).
17. Na het voelbare vastgrijpen van de lantaarnstukgeleiding (ca. 15 mm voor de eindposi-
tie) bestaat geen gevaar meer voor omvallen of kantelen. Nadat de insteekset met min-
stens een schroef (Fig. II, pos. 29) vastzit, kunnen de bevestigingsmiddelen van de
transportogen worden verwijderd.
18. Draai de schroeven (Fig. II, pos. 29) vast. Bij het indraaien van de schroeven wordt de in-
steekset in het pomphuis getrokken.
⇒ Uitvoering DN 100 ... DN 125, 5,5 kW tot 7,5 kW, Fig. III
19. Plaats een nieuwe tegenring (Fig. III, pos 26) in het lantaarnstuk.
nl
425