Wilo Yonos GIGA2.0-I Einbau- Und Betriebsanleitung Seite 344

nl
6.4.1 Toegestane inbouwposities met
horizontale motoras
Fig. 9: Toegestane inbouwposities met hori-
zontale motoras
6.4.2 Toegestane inbouwposities met
verticale motoras
Fig. 10: Toegestane inbouwposities met ver-
ticale motoras
6.4.3 Draaien van de insteekset
344
De toegestane inbouwposities met horizontale motoras en elektronicamodule naar boven
gericht (0°) zijn in Fig. 9 weergegeven.
Elke inbouwpositie behalve "Elektronicamodule naar beneden" (- 180°) is toegestaan.
De ontluchting van de pomp is optimaal gewaarborgd als het ontluchtingsventiel omhoog
wijst (Fig. 9, pos. 1).
In deze positie (0°) kan het condensaat gericht worden afgevoerd via aanwezige boorgaten,
het pomplantaarnstuk en de motor (Fig. 9, pos. 2).
De toegestane inbouwposities met verticale motoras zijn in Fig. 10 weergegeven.
Elke inbouwpositie behalve "Motor naar beneden" is toegestaan.
De insteekset kan, relatief ten opzichte van het pomphuis, in verschillende posities worden
opgesteld.
• DN 32 ... DN 80: acht verschillende posities (8x45°)
• DN 100 ... DN 125: vier verschillende posities (4x90°)
Bij dubbelpompen kunnen de beide insteeksets niet naar elkaar toe draaien ten opzichte van
de draaiassen vanwege de afmetingen van de elektronicamodule.
De insteekset bestaat uit een waaier, lantaarnstuk en motor met elektronicamodule.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Yonos GIGA2.0-I/-D • Ed.01/2023-03