Wilo Yonos GIGA2.0-I Einbau- Und Betriebsanleitung Seite 357

Fig. 19: Kabelschroefverbindingen/kabel-
doorgangen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Yonos GIGA2.0-I/-D • Ed.01/2023-03
1. Schroef indien nodig de kabelschroefverbindingen erin. Neem daarbij het aandraaimo-
ment in acht. Zie de tabel „Aandraaimomenten elektronicamodule" [" 364] in het
hoofdstuk „Draaien van het display" [" 364].
2. Let erop dat er tussen de kabelschroefverbinding en kabeldoorgang een afdichting is
gemonteerd.
De combinatie van kabelschroefverbinding en kabeldoorgang moet overeenkomstig de
volgende tabel „Kabelaansluitingen" worden uitgevoerd:
Aansluiting
Elektrische netaansluiting
3~380 V AC ... 3~440 V AC
1~220 V AC ... 1~240 V AC
SSM
1~220 V AC ... 1~240 V AC
12 V DC
SBM
1~220 V AC ... 1~240 V AC
12 V DC
Digitale ingang 1 (alleen EXT.
Off)
(24 V DC)
Bus Wilo Net
(buscommunicatie)
Analoge ingang 1
0...10 V, 2...10 V,
0...20 mA, 4...20 mA
(alleen verschildruksensor)
Analoge ingang 2
0...10 V, 2...10 V,
0...20 mA, 4...20 mA
(Externe gewenste waarde)
CIF-module
(buscommunicatie)
Elektrische aansluiting van de
ventilator (afhankelijk van het
type)
af fabriek gemonteerd
(24 V DC)
Tab. 9: Kabelaansluitingen
Kabelvereisten
Klemmen zijn bestemd voor starre en flexibele geleiders met en zonder adereindhulzen.
Als flexibele kabels worden gebruikt, moeten adereindhulzen worden gebruikt.
Aansluiting
Elektrische netaansluiting
3~
Elektrische netaansluiting
1~
Kabelschroefverbinding
Kunststof
Kunststof
Kunststof
Metaal met afscherming
Metaal met afscherming
Metaal met afscherming
Metaal met afscherming
Metaal met afscherming
Klemmendoorsnede Klemmendoorsnede
2
in mm in mm
Min. Max.
≤ 4 kW: 4x1,5 ≤ 4 kW: 4x4
5,5 ... 7,5 kW: 4 x 4 5,5 ... 7,5 kW: 4 x 6
≤ 1,5 kW: ≤ 1,5 kW:
3x1,5 3x4
nl
Kabeldoor- Klemnr.
gang
Fig. 19, pos.
1 1 (Fig. 20)
2 2 (Fig. 19)
3 3 (Fig. 19)
4, 5, 6 11 ... 12
(Fig. 20,
Fig. 21),
DI1
4, 5, 6 15 ... 17
(Fig. 20,
Fig. 21)
4, 5, 6 1, 2, 3
(Fig. 20,
Fig. 21)
4, 5, 6 4, 5 (Fig. 20,
Fig. 21)
4, 5, 6
7 4 (Fig. 20)
Kabel
2
357