Wilo Yonos GIGA2.0-I Einbau- Und Betriebsanleitung Seite 347

Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Yonos GIGA2.0-I/-D • Ed.01/2023-03
2. Bevestig de aandrijving ter beveiliging met geschikte hijsmiddelen aan de transporto-
gen. Leg een riemlus om de motor om te voorkomen dat de eenheid kantelt. Voorkom
dat de elektronicamodule wordt beschadigd bij het bevestigen (Fig. 6/7).
3. Wanneer opnieuw wordt uitgelijnd, kan het nodig zijn het fixatieplaatje om te keren
voor het bevestigen van de verschildruksensor. Draai daarvoor de beide schroeven
(Fig. I, pos. 13) van het fixatieplaatje los en haal ze eruit.
4. Maak de schroeven (Fig. II , pos. 29) los en verwijder deze.
LET OP
Gebruik, afhankelijk van het type, een moersleutel, hoeksleutel of steek-
sleutel met kogelkop om de schroeven eruit te draaien (Fig. II, pos. 29).
5. Druk de insteekset (zie Fig. 4) van het pomphuis af. Gebruik daarvoor de twee draad-
boringen (zie Fig. 11). Draai M10-schroeven met een geschikte lengte in de draadbo-
ringen om de zitting los te maken.
6. Leg de insteekset incl. de gemonteerde elektronicamodule op een geschikte werkplek
neer en beveilig deze.
7. Maak de twee onverliesbare schroeven aan het beschermplaatje (Fig. II, pos. 27) los en
verwijder het beschermplaatje.
8. Steek een moersleutel sleutelwijdte 27 mm in het lantaarnvenster en houd de as aan
de sleutelvlakken vast (Fig. II, pos. 16). Draai de waaiermoer (Fig. II, pos. 22) eruit. Ver-
wijder de waaier (Fig. II, pos. 21) met een aftrekker van de as.
9. Draai de schroef (Fig. II, pos. 10) los om het fixatieplaatje van de verschildruksensor
(Fig. I, pos. 13) los te maken van de motorflens. Laat de verschildruksensor (Fig. I,
pos. 8) met fixatieplaatje (Fig. I , pos. 13) aan de drukmeetleidingen (Fig. I, pos. 7) han-
gen. Koppel de aansluitkabel van de verschildruksensor in de elektronicamodule los.
10. Maak de bouten (Fig. II , pos. 10 en pos. 10a) los.
11. Maak het lantaarnstuk met een tweearmige aftrekker (universele aftrekker) los van de
motorcentrering en trek dit van de as. De mechanische afdichting (Fig. I, pos. 25) wordt
dan tegelijk verwijderd. Vermijden dat het lantaarnstuk kantelt.
12. Als de mechanische afdichting is beschadigd, druk dan de tegenring (Fig. I, pos. 26) van
de mechanische afdichting uit de zitting in het lantaarnstuk. Nieuwe tegenring in het
lantaarnstuk zetten.
LET OP
Let bij de volgende stappen telkens op het voor het betreffende schroef-
draadtype voorgeschreven aandraaimoment! Zie daarvoor de tabel
'Schroeven en aandraaimomenten' [" 348].
13. Schuif het lantaarnstuk voorzichtig over de as en plaats het in de gewenste uitrichting
ten opzichte van de motorflens. Let daarbij op de toegestane inbouwposities van de
componenten. Bevestig het lantaarnstuk met de schroeven (Fig. II, pos. 10 en pos. 10a)
op de motorflens. Draai de schroef voor het fixatieplaatje (Fig. II, pos. 10) slechts licht
vast.
14. Schuif een onbeschadigde of nieuwe mechanische afdichting (Fig. I, pos. 25) op de as.
15. Steek een moersleutel sleutelwijdte 27 mm in het lantaarnvenster om de waaier te
monteren en houd de as aan de sleutelvlakken vast (Fig. II, pos. 16).
16. Monteer de waaier met de borgring en de moer. Voorkom beschadigingen van de me-
chanische afdichting door kanteling.
17. Houd de as vast en draai de waaiermoer met het voorgeschreven aandraaimoment vast
(zie de tabel 'Schroeven en aandraaimomenten' [" 348]).
18. Verwijder de steeksleutel en monteer het beschermplaatje (Fig. II, pos. 27) weer.
19. Als de O-ring is beschadigd: Maak de groef van het lantaarnstuk schoon en plaats de
nieuwe o-ring (Fig. II, pos. 19).
nl
347