Waeco magic control Typ MTPM-200 Montage- Und Bedienungsanleitung Seite 120

97-03 allMS RV_MTPM-200.qxm
Afbeelding 1
Zodra het contact wordt ingeschakeld, start magic control een zelftest en toont ca. 2 se-
conden lang alle symbolen op het display (zie afbeelding 1). Na de zelftest wordt de mo-
mentele spanningswaarde en de temperatuur van elke band in het display weergegeven.
Door knipperen van het bandensymbool wordt weergegeven, welke band op dit moment
wordt opgevraagd. Eerst wordt de spanning weergegeven en dan de temperatuur.
Volgorde: linksvoor, rechtsvoor, rechtsachter, linksachter en reservewiel, als het met een
spanningssensor is uitgerust (zie afbeelding 2 en 3). Mocht een alarm opgeslagen zijn of
een abnormale spanning of een abnormale temperatuur worden herkend, dan wordt deze
fout onafhankelijk van de genoemde volgorde eerst weergegeven (zie alarmmeldingen).
Afbeelding 2
Liggen alle gemeten waarden in het normale bereik, dan worden alle bandensymbolen
opnieuw gelijktijdig weergegeven en op het numerieke display verschijnt niets. Na een
minuut wordt de achtergrondverlichting uitgeschakeld. Het systeem biedt met een inge-
schakeld contact altijd de mogelijkheid, door indrukken van de check-toets de laatst op-
geslagen spanningswaarden en temperaturen op te roepen. De waarden worden automa-
tisch om de 54,6 seconden geactualiseerd.
Mochten 10 keer achter elkaar geen gegevens door een wielsensor worden doorgegeven,
dan verschijnt op het display "SCH" en de desbetreffende band waaraan de sensor is
toegewezen, knippert in het display. Gebruikt hiervoor de paragraaf "Problemen oplossen".
Voorwaarde voor een juiste werking is, dat eerst de leermodus met de juiste banden-
spanning is uitgevoerd.
Mocht door het beladen van de auto de bandenspanning verhoogd worden, dan moet de
leermodus ook opnieuw worden uitgevoerd.
Als referentiespanning voor het systeem wordt de gemiddelde waarde van de beide voor-
wielen voor de vooras en voor de achteras de gemiddelde waarde van de beide achter-
wielen gebruikt. Mocht een vijfde sensor gemonteerd worden, dan wordt de hoogste ge-
middelde waarde van de beide assen als referentie aangenomen.
Let op! De weergegeven spanning in de band is altijd de actuele spanning. De
spanning kan al naar gelang bandentemperatuur variëren, daarom mag de ban-
denspanning altijd alleen met koude banden worden veranderd.
15.07.2003 16:49 Uhr
Werkwijze
Afbeelding 3
120
Seite 120