Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

EDELRID VERTIC TRIPLE LOCK II Bedienungsanleitung Seite 46

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
de gebruiker steunen, en om de bovenbenen heen. De
rug-bevestiging van een gebruiker zal na een val tot een
verticale lichaamshouding leiden met een lichte kante-
ling naar voren en een lichte druk op de onderkant van
de borst. De keuze tussen een verschuifbaar en een vast
rug-bevestigingselement moet zorgvuldig worden ge-
maakt. Verschuifbare rug-bevestigingen zijn meestal ge-
makkelijker aan te passen aan verschillende gebruikers-
groottes en laten een meer verticale rustpositie toe na
een val, maar ze kunnen de rek van de harnasgordel
vergroten.
11. Borst
De borst-bevestiging kan worden gebruikt als alternatie-
ve bevestiging voor valbeveiliging voor toepassingen
waarbij een deskundig persoon vaststelt dat de rug-be-
vestiging ongeschikt is en waarbij een val in geen enkele
andere richting mogelijk is dan met de voeten naar vo-
ren. Toegestane praktische toepassingen voor borst-be-
vestiging zijn onder andere ladderbeklimming met gelei-
de valbeveiliging, ladderbeklimming met zelf-oprollende
reddingslijn boven het hoofd voor valbeveiliging, werk-
houding-bepaling en kabeltoegang. De borst-bevestiging
kan ook worden gebruikt voor voortbewegingsbeperking
of redding. Bij een val met borst-bevestiging moet de
constructie van de harnasgordel de belasting door de
schouderriemen leiden, die de gebruiker steunen, en om
de bovenbenen heen. De borst-bevestiging van een ge-
bruiker zal na een val ongeveer tot een zit- of wieg-hou-
ding leiden, waarbij het gewicht zich concentreert op de
bovenbenen, de billen en de onderrug. Het werkhou-
ding-bepaling van de gebruiker door de borst-bevestiging
zal tot een nagenoeg verticale lichaamshouding leiden.
Indien de borst-bevestiging wordt gebruikt als valbeveili-
ging, moet de bevoegde persoon die het gebruik ervan
beoordeelt maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat
een val alleen kan plaatsvinden met de voeten naar vo-
ren. Dit kan de beperking van de toegestane vrije val-
hoogte omvatten. Een borstbevestiging die is ingebouwd
in een verstelbaar type borstriem, kan ertoe leiden dat
de borstriem naar boven schuift en de gebruiker wurgt
bij een val, bij het eruit trekken, tijdens het hangen, enz.
Voor deze toepassingen moet de bevoegde persoon ver-
sies van de harnasgordel met een vaste borst-bevesti-
ging in overweging nemen.
12. Frontaal
De frontale bevestiging dient als verbinding bij de ladder-
beklimming voor geleide valbeveiligingen waarbij een val
in geen enkele andere richting mogelijk is dan met de
voeten naar voren, en daarnaast kan ze worden gebruikt
voor de werkhouding-bepaling. De frontale bevestiging
van een gebruiker zal na een val of bij de werkhou-
ding-bepaling leiden tot een zittende houding met verti-
caal bovenlichaam, waarbij het gewicht zich concen-
treert op de bovenbenen en de billen. Bij een val met
frontale bevestiging moet de constructie van de harnas-
gordel de belasting met behulp van de heupriem recht-
streeks om de bovenbenen heen en onder de billen lei-
den. Indien de frontale bevestiging wordt gebruikt als
valbeveiliging, moet de bevoegde persoon die het ge-
bruik ervan beoordeelt maatregelen nemen om ervoor te
zorgen dat een val alleen kan plaatsvinden met de voeten
naar voren. Dit kan de beperking van de toegestane vrije
valhoogte omvatten.
13. Schouder
De schouder-bevestigingselementen moeten worden
gebruikt in paren en zijn goedgekeurd voor redding en
toegang/berging. De schouder-bevestigingselementen
mogen niet worden gebruikt als valbeveiliging. We advi-
seren om schouder-bevestigingselementen te gebruiken
in combinatie met een schouderdrager waarin een sprei-
delement is ingebouwd om de schouderriemen van de
harnasgordel uit elkaar te houden.
14. Achtertaille
De achtertaille-bevestiging mag uitsluitend worden ge-
bruikt voor voortbewegingsbeperking. Het achtertail-
le-bevestigingselement mag niet worden gebruikt als
valbeveiliging. Onder geen enkele omstandigheid is het
toegestaan om de achtertaille-bevestiging te gebruiken
voor een ander doeleinde dan voortbewegingsbeper-
king. De achtertaille-bevestiging mag alleen worden on-
derworpen aan minimale belasting door de taille van de
gebruiker. Hij mag nooit worden gebruikt om het volledi-
ge gewicht van de gebruiker te dragen.
15. Heup
De heup-bevestigingselementen moeten worden ge-
bruikt in paren en ze mogen uitsluitend worden gebruikt

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis