Naar binnen trekken (afb. J)
• Als de zaagketting (17) aan de onderkant van het
geleideblad (16) vastgeklemd, kan de kettingzaag
al snel ongecontroleerd uit de werkrichting en het
hout in worden getrokken.
Veilig werken
• Houd het apparaat in goede staat om verwondin-
gen te voorkomen.
• Controleer het apparaat als het is gevallen op signi-
ficante schade of defecten.
• Gebruik het apparaat niet als u op een ladder staat
of op een bewegende ondergrond.
• Laat u niet tot een spontane, ondoordachte snede
verleiden. Daarmee kunt u zichzelf en anderen in
gevaar brengen.
• Wissel regelmatig van werkpositie. Door de trillin-
gen kan langdurig gebruik van het apparaat leiden
tot problemen met de bloedsomloop in de handen.
U kunt de gebruiksduur echter door geschikte
handschoenen of regelmatige pauzes verlengen.
Denk er ook aan dat een persoonlijke aanleg tot
slechte doorbloeding; lage buitentemperaturen of
grote grijpkrachten bij het werken de gebruiksduur
verkorten.
11.1 Houten stam is naar beneden gebogen
• Zaag eerst ontlastingssnede 1 (ca. 1/3 van de
stamdiameter) aan de zijde waar drukkrachten op
staan (zie afb. K).
• Voer vervolgens eindsnede 2 uit (ca. 2/3 van de
stamdiameter) aan de trekzijde (zie afb. K).
11.2 Houten stam is naar boven gebogen
• Zaag eerst ontlastingssnede 1 (ca. 1/3 van de
stamdiameter) aan de zijde waar drukkrachten op
staan (zie afb. K).
• Voer vervolgens eindsnede 2 uit (ca. 2/3 van de
stamdiameter) aan de trekzijde (zie afb. K).
12. Transport
• Gebruik steeds de beschermkap van het geleide-
blad (27) voor transport.
• Schakel de kettingzaag vóór elk transport uit, ook
bij korte afstanden. Beveilig de machine tegen
omvallen tijdens transport (ook in voertuigen) om
brandstofverlies, schade of letsel te voorkomen.
• Draag het apparaat alleen aan de voorste hand-
greep (2). Het geleideblad wijst daarbij naar achte-
ren, weg van uw lichaam (zie afb. L).
• Houd de hete geluiddemper uit de buurt van uw li-
chaam. Er bestaat gevaar voor brandwonden!
92 | NL
13. Reiniging en onderhoud
m WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Schakel het apparaat voor reinigingswerkzaamhe-
den altijd uit en trek de bougiestekker (33) eruit. (zie
hoofdstuk 13.4 Onderhoud van de bougie).
Aanwijzing
Na elk gebruik moet het apparaat grondig worden ge-
reinigd.
Voer de reinigings- en onderhoudswerkzaamheden
alleen uit, zoals in deze gebruikshandleiding is aan-
gegeven. Overige werkzaamheden mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door deskundig vakpersoneel.
Onderhoudswerkzaamheden
worden uitgevoerd (zie het hoofdstuk "Onderhoudsin-
tervallen").
13.1 Reinigen van de motoreenheid
m WAARSCHUWING
Gevaar voor brandwonden!
Raak geen hete geluiddempers, cilinders of koelrib-
ben aan.
• Houd de veiligheidsvoorzieningen, ventilatiesleu-
ven en de motorbehuizing zo stof- en vuilvrij mo-
gelijk. Blaas deze delen met perslucht onder lage
druk uit.
• Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige
doek en wat afwasmiddel. Let op dat er geen water
in het apparaat terecht komt.
13.2 Reiniging van het luchtfilter
Vervuilde luchtfilters verminderen het motorvermo-
gen door een te geringe luchttoevoer naar de carbu-
rateur.
Regelmatige controle is daarom absoluut noodzake-
lijk. Het luchtfilter (32) moet regelmatig worden ge-
controleerd en indien nodig worden gereinigd.
Bij erg stoffige lucht moet het luchtfilter (32) vaker
worden gecontroleerd.
• Maak de sluiting van het luchtfilterdeksel (5) los
door deze linksom te draaien. (zie afb. M)
• Verwijder het luchtfilterdeksel (3).
• Haal het luchtfilter (32) eruit. (zie afb. N)
• Reinig het luchtfilter (32) door het uit te kloppen of
uit te blazen (met perslucht).
De assemblage volgt in omgekeerde volgorde.
m LET OP
Luchtfilters (32) nooit met benzine of brandbare op-
losmiddelen reinigen.
www.scheppach.com
moeten
regelmatig