Draag gehoorbescherming.
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn.
De opgegeven geluidsemissiewaarden zijn gemeten
volgens een standaardtestmethode en kunnen wor-
den gebruikt om gereedschap met elkaar te verge-
lijken.
De aangegeven geluidsemissiewaarden kunnen ook
worden gebruikt als eerste indicatie van de belasting.
Trilling
Trillingswaarde achterste
handgreep conform ISO 22867 ................ 5,277 m/s
Trillingswaarde voorste
handgreep conform ISO 22867 .................6,185 m/s
Onzekerheid K
m WAARSCHUWING
Voorkom de risico's van trillingen, bijvoorbeeld het
risico van wittevingerziekte (doorbloedingsstoornis-
sen) door frequente werkpauzes in te lassen waarbij
u bijvoorbeeld uw handen tegen elkaar wrijft.
8. Voor ingebruikname
• Open de verpakking en haal het apparaat er voor-
zichtig uit.
• Verwijder het verpakkingsmateriaal evenals de ver-
pakkings- en transportbeveiligingen (indien voor-
handen).
• Controleer of de inhoud van de levering volledig is.
• Controleer het apparaat en de hulpstukken op
transportschade.
• Bewaar de verpakking indien mogelijk tot na het
verstrijken van de garantietijd.
LET OP
Het apparaat en de verpakkingsmaterialen zijn geen
kinderspeelgoed! Kinderen mogen niet met plastic
zakken, folies en kleine onderdelen spelen! Er be-
staat gevaar voor inslikken en verstikkingsgevaar!
8.1 Monteren van het geleideblad en spannen
van de zaagketting
m LET OP
Voer de montage altijd uit bij uitgeschakelde motor.
m WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Draag altijd veiligheidshandschoenen als u de zaag-
ketting (17) aanraakt. Letselgevaar door de scherpe
snijtanden!
aanwijzing
Een nieuwe zaagketting (17) rekt op en moet vaker
worden opgespannen. Controleer de kettingspanning
regelmatig na elke snede en stel deze zo nodig bij.
Al naar gelang de slijtage kan het geleideblad (16)
worden gekeerd.
• Leg de kettingzaag op een vlakke en stabiele on-
dergrond neer.
• Trek de voorste handbescherming (1) tot aan de
aanslag naar achteren om de kettingrem te ont-
grendelen (zie afb. B).
• Verwijder beide bevestigingsmoeren (20) met de
bougiesleutel (28).
• Verwijder de beschermkap van het kettingwiel (22).
• Schuif het langgat van het geleideblad (16) over de
twee uitstekende bouten.
2
• Leg de zaagketting (17) over de vertanding van het
kettingwiel (26). Voer de zaagketting (17) nauw-
2
1,5 m/s
keurig in de op het geleideblad (16) aangegeven
2
richting in. In het uiteinde van het geleideblad (16)
bevindt zich een geleidewiel. Zorg dat de tanden
van de zaagketting (17) hier in vallen.
• Trek enigszins aan het geleideblad (16), om de
zaagketting (17) licht voor te spannen.
• Plaats het kettingwielafdekking (22) weer terug. Let
erop dat de binnenliggende kettingspanstift (23) in
het passende boorgat (25) van het geleideblad (16)
zit. Verstel evt. de kettingspanschroef (21) met de
bougiesleutel / sleufschroevendraaier (28).
• Schroef beide bevestigingsmoeren (20) er met de
hand weer op. Draai ze echter nog niet helemaal
vast.
• Draai met de bougiesleutel / sleufschroevendraaier
(28) de kettingspanschroef (21) met de klok mee,
tot het onderste deel van de zaagketting (17) in het
geleideblad (16) valt. De zaagketting (17) moet te-
gen de onderzijde van het blad aanliggen. Als de
kettingrem ontgrendeld is, moet het mogelijk zijn
om de zaagketting (17) met de hand over het gelei-
deblad (16) te trekken.
aanwijzing
Een nieuwe zaagketting (17) rekt op en moet vaker
worden opgespannen.
• Draai beide bevestigingsmoeren (20) stevig vast
met de bougiesleutel / sleufschroevendraaier (28).
8.2 Brandstof mengen
Der motor moet met een brandstofmengsel van ben-
zine en motorolie worden gebruikt.
m WAARSCHUWING
Voorkom direct contact van brandstof met de huid en
adem geen brandstofdamp in.
Gebruik uitsluitend een mengsel van loodvrije benzi-
ne (min. RON 95) en speciale 2-taktmotorolie (JASO
FD/ISO - L - EGD). Meng het brandstofmengsel vol-
gens de brandstofmengtabel.
www.scheppach.com
NL | 87