Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Belangrijke Bedienings- Voorschriften; Algemene Veiligheidsinstructies - Truma Trumatic E 4000 Gebrauchsanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Trumatic E 4000:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
Alle elektrische accessoires
zijn voorzien van een stekker
en kunnen afzonderlijk wor-
den aangesloten.
Belangrijke
bedienings-
voorschriften
1. Werd de schoorsteen in de
buurt resp. direct onder een
te openen venster geplaatst,
dan moet het toestel voor-
zien zijn van een automati-
sche uitschakelinrichting, om
werking bij geopend venster
te verhinderen.
2. Regelmatig, vooral na
lange reizen, moet worden
gecontroleerd of de gecom-
bineerde aan-/afvoerpijp
niet is beschadigd en of de
aansluitingen nog intact zijn.
Dit geldt ook voor het toestel
zelf en de schoorsteen.
3. Na een kleine interne gas-
ontploffing (foutieve ontste-
king) moet de rookgasafvoer
door een vakbekwaam mon-
teur worden gecontroleerd!
4. Bij de verwarmingen die
buiten het voertuig zijn ge-
monteerd, dienen de flexibe-
le luchtbuizen regelmatig op
beschadigingen te worden
gecontroleerd. Door een
beschadigde buis kunnen
eventuele rookgassen in het
voertuig terecht komen.
5. De warmte-uitlaat voor de
rookgasavoer en de toevoer
van verbrandingslucht moet
altijd wprden gehouden van
vuil (sneeuwblubber, blade-
ren, enz.).
6. De ingebouwde tempera-
tuurbegrenzer sluit de gas-
toevoer af wanneer het ap-
paraat te heet wordt. Daarom
mogen de warme-luchtuitla-
ten en de recirculatieopening
niet worden afgesloten.
7. Bij een storing van de elek-
tronische printplaat, moet
deze goed verpakt worden
teruggestuurd. Als u dit niet
doet, vervalt iedere aan-
spraak op garantie. Ter
vervanging mogen enkel
originele printplaten worden
gebruikt!
8. Voor verwarmen tijdens
het rijden in campers en
caravans is volgens richtlijn
2004/78 bijlage VIII een
veiligheids-afsluitinrichting
voorgeschreven.
34
De gasdrukregelaar Truma
SecuMotion voldoet aan
deze eis.
Wanneer geen gas-
drukregelaar Truma
SecuMotion geïnstalleerd
is, moet de gasfles tijdens
het rijden gesloten zijn en er
moeten waarschuwings-
bordjes in de flessenkast
en in de buurt van het be-
dieningspaneel aangebracht
worden.
Voor onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden mo-
gen uitsluitend originele
reserveonderdelen van
Truma gebruikt worden.
9. Bij rookgasleiding onder
de vloer moet de vloer van
het voertuig dicht zijn. Bo-
vendien moeten ten minste
drie kanten onder de voer-
tuigbodem vrij zijn, om een
ongehinderd wegtrekken van
het rookgas te garanderen
(sneeuw, spoilers, enz.).
Richtlijnen voor
mobiele verwar-
mingsinstallaties
Door de beroepsorganisaties
worden de mobiele laadruim-
teverwarmingen van Truma
toegelaten. Het gaat hierbij
om complete verwarmings-
installaties die naar behoefte
gewoon met de te laden goe-
deren in de laadruimte wor-
den geplaatst. De kachels
zijn volkomen onafhankelijk
en er es geen buitenaanslui-
ting voor nodig.
De toelating geldt uitsluitend
voor de originele, mobiele
laad-ruimtekachels van
Truma. Eventuele imitaties
van derden zijn niet toegela-
ten! Truma biedt geen enkele
garantie voor veiligheid en
werking van om het even
welke imitatiekachel voor
mobiele laadruimtes.
Gebruik in voer-/vaartuigen
bestemd voor het transport
van gevaarlijke goederen is
niet geoorloofd.
Algemene
veiligheids-
instructies
Bij lekken in de gasinstal-
latie of wanneer een gasreuk
wordt waargenomen:
• alle open vlammen
blussen
• niet roken
• de apparate uitschakelen
• sluit de gasfles
• ramen en deuren openen
• zet geen elektrische
apparaten aan
• laat de hele installatie door
een vakbekwaam monteur
controlen!
Reparaties mogen
alleen door vakbe-
kwame monteurs worden
uitgevoerd!
Na elke demontage van de
rookgasafvoerbuis moet een
nieuwe O-ring gemonteerd
worden!
1. Elke verandering aan het
toestel (incl. de rookgas-
afvoer buis en de schoor-
steen) of het gebruik van
niet-originele Truma-reserve-
onderdelen of accessoires
die belangrijk zijn voor het
functioneren van het toestel
evenals het niet in acht ne-
men van de instructies in de
Inbouwhandleiding en de Ge-
bruiksaanwijzing maken de
garantie ongeldig en hebben
tot gevolg dat aansprakelijk-
heidseisen komen te ver-
vallen. Bovendien vervalt
hierdoor de gebruikstoelating
voor het apparaat en in som-
mige landen ook voor het
voertuig.
2. De werkdruk van de gas-
voorziening 30 mbar moet
overeenstemmen met de
werkdruk van het toestel
(zie fabrieksplaatje).
3. LPG-installaties moeten
voldoen aan de technische
en administratieve voor-
schriften van het betreffende
land van gebruik (in Europa
b.v. EN 1949 voor voertuigen
of EN ISO 10239 voor boten).
Nationale voorschriften en re-
gelingen (in Duitsland b.v. het
DVGW-werkblad G 607 voor
voertuigen of G 608 voor bo-
ten) moeten in acht genomen
worden.
Bij industrieel benutte voer-
tuigen dient er rekening te
worden gehouden met de
desbetreffende ongevallen-
preventievoorschriften van
de on gevallenverzekeringen
(BGV D 34).
De controle van de gasin-
stallatie dient alle 2 jaren
van een deskundige voor
vloeibaar gas (DVFG, TÜV,
DEKRA) te worden herhaald.
Ze dient op het overeenkom-
stig onderzoekattest (G 607,
G 608 resp. BGG 935) te
worden bevestigd.
Verantwoordelijk voor de
aanleiding van de controle
is de bezitter van het
voertuig.
Drukregelapparatuur en
slangleidingen dienen uiter-
lijk 10 jaar na de fabricage-
datum vervangen te worden
door nieuwe. Hiervoor is de
gebruiker verantwoordelijk.
4. Generatorgastoestellen
mogen bij het tanken, in
parkeergarages, garages of
op veerboten niet gebruikt
worden.
5. Bij de eerste ingebruik-
name van een fabrieknieuw
apparaat (en na een langere
stilstand) kan zich kort een
lichte rook – en geuront-
wikkeling voordoen. Het is
raadzaam het apparaat direct
met de hoogste temperatuur-
instelling te laten branden en
voor een goede beluchting
van de ruimte te zorgen.
6. Een abnormaal branderge-
raas of een afblazende vlam
duidt op een defecte rege-
laar. Laat deze regelaar in dat
geval nakijken.
7. Voorwerpen die gevoelig
zijn voor warmte (b.v. spuit-
bussen) mogen niet in het
inbouwframe van de verwar-
ming worden opgeborgen
omdat het hier eventueel tot
verhoogde temperaturen kan
komen.
8. Voor de gasinstallatie mo-
gen uitsluitend drukregelaars
conform EN 12864 (in voer-
tuigen) resp. EN ISO 10239
(voor boten) met een vaste
uitgangsdruk van 30 mbar
(of 50 mbar in oudere instal-
laties) gebruikt worden. De
doorstromingssnelheid van
de drukregelaar moet ten
minste overeenstemmen met
het maximum verbruik van
alle door de installatiefabri-
kant ingebouwde toestellen.
Voor voertuigen adviseren
wij de Truma gasdrukregelaar
SecuMotion resp. voor de
gasinstallatie met twee fles-
sen de automatische omscha-
kelklep Truma DuoComfort.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Trumatic e 4000 a

Inhaltsverzeichnis