13. Instelmogelijkheden bij het voertuig
Nadat u de eigenschappen van de motor optimaal ingesteld heeft, kunt u nu het rijgedrag van het
model optimaliseren.
De nadere toelichting van het verband tussen de chassis setup instellingen en het rijgedrag
is evenwel zeer complex en zou het kader van deze handleiding te buiten gaan. Wij zullen
daarom hier enkel de instelmogelijkheden toelichten die ter beschikking staan. Gelieve
voor verdere informatie de bijbehorende vaktijdschriften en vakboeken over dit thema te
raadplegen.
a) Spoor en camber
Naast de reeds vermelde centrale instelbare stuurstang (1)
heeft de mini buggy nog twee instelbare spoorstangen (2)
aan de vooras.
Met deze stangen wordt het rechtuitrijden en het
bochtgedrag gejusteerd. Elk wiel is bovendien voorzien van
instelbare draagarmen (3) waarmee u de camber van elk
wiel afzonderlijk kunt instellen.
b) Schokbrekers
De schokbrekers (4) zijn opgebouwd als hydraulische
schokbrekers die u indien gewenst met verschillende
viskeuze oliën kunt vullen.
Daarenboven kan de schokbrekerveer met enkele slagen
van de instelschroef (5) in een mum van tijd harder ingesteld
worden en zo het inveergedrag gejusteerd worden.
c) Demperbruggen
De demperbruggen (6) aan de voor- en achteras bieden
verschillende bevestigingspunten voor de schokbrekers (7)
om de karakteristiek van de gebruikte schokbrekers perfect
aan het model aan te passen.
Daarenboven staan er aan de achterste demperbrug
verdere bevestigingspunten ter beschikking voor de
bovenste draagarmen (8).
1
2
3
7
3
5
4
7
6
8
2
3
3
8
Afb. 19
133