AUSBAU DER HINTERRADNABE AN DER
RUCKDÄMPFERSEITE
A
BNAHME
•
Die Schraube "A" lösen.
•
Das Ringfeststellplättchen "B" entfernen.
•
Den Drahtsprengring "C" mit Hilfe einer Spezialzange
und eines Schraubenziehers entfernen.
•
Den Teller des Rückdämpferträgers "D" entfernen.
•
Nach Entfernen des Tellers sind die Gummis des
Rückdämpfers "E" sichtbar, die, wenn sie beschädigt
sind, ausgetauscht werden müssen.
Für die vollständige Überholung des Rades Kap.3 in
diesem Abschnitt lesen.
W
IEDEREINBAU
Nachdem alle notwendigen Kontrollen am Rad
durchgeführt wurden, wie folgt, die Montage vornehmen:
•
Die
Achse
und
vorgeschriebenen Fett schmieren und teilweise auf
die Hinterradschwinge einfügen.
•
Die Platte mit der Zange auf die Achse des linken Arms
der Hinterradschwinge einfügen.
•
Das Distanzstück einfügen.
•
Das Rad in die Hinterradschwinge einfügen.
•
Die Achse nun ganz einfügen.
•
Die Mutter mit der Unterlegscheibe anschrauben und
mit dem vorgeschriebenen Moment befestigen.
R
ÄDERTEILE
das
Gewinde
mit
dem
DE ACHTERSTE WIELAS AAN DE KANT VAN DE
TRANSMISSIESCHOKDEMPER DEMONTEREN
V
ERWIJDEREN
•
Draai schroef "A" los;
•
Het plaatje "B" verwijderen waarmee de ring vastzit;
•
De veerring "C" verwijderen met een speciale tang en
schroevendraaier;
•
de plaat waarop de transmissieschokdemper "D" zit,
verwijderen;
•
Als deze plaat verwijderd is, ziet u de
demperrubbertjes "E" zitten. Als deze beschadigd zijn,
dienen ze te worden vervangen.
Raadpleeg hoofdstuk cap.3 van dit deel voor de revisie
van het hele wiel.
O
PNIEUW MONTEREN
Als alle wielcontroles zijn uitgevoerd, monteert u dit weer
op de volgende manier:
•
Smeer spil en draad met voorgeschreven vet en steek
deze gedeeltelijk op de achtervork;
•
Steek de plaat samen met de remklauw op de spil
van de linker vorkarm;
•
steek de afstandhouder erin;
•
Steek het wiel in de vork;
•
Duw de spil er nu helemaal erin;
•
Draai de moer met het roosje vast en respecteer het
voorgeschreven draaikoppel.
W
IELINSTALLATIES
A
B
C
D
E
F
G
H
I
L
M
N
O
P
17