Inhaltsverzeichnis
Werbung
IAußerdem Folgendes überprüfen:
Zwischenscheibe "4"
Kontrollieren, ob die Auflageflächen an den
Mitnehmerscheiben (mit Kupplungsmaterial) perfekt glatt
und plan sind, und ob die äußere Verzahnung, die im
Inneren des Schwungrads arbeitet, verschlissen ist, ggf.
die Scheibe austauschen.
Steuerantrieb
Überprüfen, ob die Antriebszüge beschädigte Drähte
aufweisen und den Antrieb ggf. auswechseln.
Einstellschraube der Kupplung auf dem Hebel "14"
Überprüfen, ob die Schraube in hervorragendem Zustand
ist, und dass der Teil, an dem sie auf dem Außenkörper
der Scheibensteuerung arbeitet, nicht abgeplättet ist. Ggf.
die Scheibe austauschen.
Hebelrückzugfeder auf dem Getriebegehäuse "13"
Überprüfen, ob sie verformt ist oder an Elastizität verloren
hat. Ggf. austauschen.
Außenkörper "10"
Die Stelle überprüfen, an der der Zylinderkopf der
Einstellschraube arbeitet. Ist die Spur sehr tief, austauschen.
Drucklager "9"
Überprüfen, ob das Lager in hervorragendem
Instandhaltungszustand ist; andernfalls austauschen.
Innenkörper "8"
Die Ebene, auf der das Drucklager arbeitet, überprüfen.
Ist sie beschädigt, austauschen.
Konische Buchsen in der Kupplungswelle "7"
Überprüfen, ob die Buchsen in hervorragendem Zustand,
nicht durchgehärtet oder beschädigt sind. Bestimmte
Quietschgeräusche oder Öldurchsickerungen in der
Kupplungsscheibe können auf die oben genannten
Buchsen zurückgehen.
Scheibendruckstab "6"
Überprüfen, ob er verformt, beschädigt oder verkürzt ist.
Ggf. austauschen.
Federteller auf dem Scheibendruckstab "5"
Überprüfen, ob die Kopfflanken, die auf der Federdruckscheibe
arbeiten, beschädigt sind. Ggf. austauschen.
O-Ring auf dem Außenkörper "11"
Überprüfen, ob er porös ist oder an Elastizität verloren
hat. Ggf. austauschen.
M
OTOR
controleer ook:
De tussenschijf "4"
Controleer of de contactoppervlakken met de
aangedreven schijven (met wrijvend materiaal) perfect
glad zijn en of de tanden aan de buitenkant die in het
vliegwiel komen niet versleten zijn; in het andere geval
vervangt u de schijf.
Overbrengingen van de bedieningen
Controleren of er geen defecte draden in de kabels zitten;
vervang de overbrenging indien nodig.
Koppelingregelschroef op hendel "14"
Controleer of deze schroef perfect in orde is en of het
gedeelte dat op de buitenkant van de schijvenbediening
komt, niet afgestompt is; indien nodig vervangen.
Terugkeerveer hendel op versnellingsbak "13"
Controleer of deze niet vervormd is of stroef is geworden;
eventueel vervangen.
Buitendeel "10"
Controleer het punt waarop de regelschroefkop werkt;
als de afdruk diep is, dient u deze te vervangen.
Taatslager "9"
Controleren of het lager in perfecte staat is, eventueel
vervangen.
Taats "8"
Controleren of de taats waarin de taatslager draait, in
perfecte staat is. Eventueel vervangen.
Conische bussen in de versnellingsas "7"
Controleren of de bussen in perfecte staat zijn, niet
verduurd of verbrokkeld; knarsende geluiden of olie die
in de versnellingsschijf kruipt, kunnen van deze bussen
afhangen.
Veerkomstang "6"
Controleer of deze niet vervormd is, versleten of afstompt;
eventueel vervangen.
Kokertje op de veerkomstang "5"
Controleer of de wanden die op de veerschijf komen niet
erg versleten zijn; eventueel vervangen.
O-Ring op buitenkant "11"
Controleren of deze ring niet verduurd is of niet elastisch
meer is; eventueel vervangen
M
OTOR
A
B
C
D
E
F
G
H
I
L
M
N
O
P
55
- Quicklinks:
- Inhaltsverzeichnis
Quicklinks ausblenden:
Werbung
Inhaltsverzeichnis
