Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

MOTO GUZZI CALIFORNIA JACKAL Werkstatt-Handbuch Seite 328

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Ö
"4"
LDRUCKGEBER
Er ist auf dem Kurbelgehäuse montiert und mit
Elektrokabeln an die Lampe auf der Instrumententafel
angeschlossen. Es dient zur Anzeige unzureichenden
Drucks im Schmierungskreislauf.
Wenn sich die Lampe in der Instrumententafel einschaltet
(während des Betriebs), zeigt dies an, dass der Druck
unter den festgelegten Grenzwert gesunken ist; in diesem
Zustand muss das Fahrzeug sofort angehalten und die
Ursache für diesen Druckabfall festgestellt werden.
Zur Kontrolle seiner Wirksamkeit den Druckgeber auf die
Spezialvorrichtung montieren, mit aufgebautem
Druckmesser. Das Positiv-Kabel (+) des Testers an den
Druckgeber anschließen und das Negativ-Kabel (-) an
die Erde, dann Druckluft durch das Anschlussstück des
o.g. Geräts blasen; dabei vergewissern, dass sich der
Zeiger des Testers versetzt, wenn der Druck (auf den
Druckmesser schauen) den Wert von 0,15÷0,35 kg/cm2
erreicht
E
M
INSTELLVENTIL
OTORÖLDRUCK
Das Einstellventil des Motoröldrucks "A" ist auf dem
Kartuschen-Ölfilterhalter montiert und für seinen Ausbau
muss die Ölwanne abgenommen werden.
Es muss geeicht sein, um einen Druck von 3,8÷4,2 kg/
cm2 im Zufuhrkreis zu ermöglichen.
Zur Kontrolle der Eichung muss das Ventil auf eine
Spezialvorrichtung mit aufgebautem Druckmesser
montier t werden. Über ein Anschlussstück der
Vorrichtung Druckluft einblasen und sicherstellen, dass
das Ventil exakt bei dem vorgeschriebenen Druck öffnet.
Wenn das Ventil bei einem geringeren Druck öffnet, unter
der Feder eine oder mehrere Bodenscheiben "B"
einfügen; wenn das Ventil bei einem höheren Druck
öffnet, die Anzahl der Unterlegscheiben "C" erhöhen.
M
"5"
OTOR
T
"4"
RANSMITTER OLIEDRUK
Is gemonteerd op het motorblok, en is verbonden aan de
lamp op het controlebord middels elektrische kabels; dient
om de onvoldoende druk in het smeercircuit te signaleren.
Wanneer de lamp op het controlebord aangaat (tijdens
het rijden) signaleer t dit dat de druk onder de
vooringestelde limieten is gedaald; in deze condities moet
men onmiddellijk het voertuig stoppen en de oorzaak
opsporen die deze drukvermindering heeft veroorzaakt.
Om de efficiëntie van de transmitter te controleren, deze
monteren op een speciaal werktuig met een manometer;
de positieve kabel (+) van de tester verbinden met de
transmitter en de negatieve kabel (-) naar de massa,
vervolgens perslucht inblazen door de aansluiting van
het voornoemd werktuig en controleren of de wijzer van
de tester zich verplaatst wanneer de druk (kijkend naar
de manometer) de waarde van Kg/cmq 0,15÷0,35
bereikt.
K
LEP REGELING OLIEDRUK MOTOR
De klep van regeling oliedruk "A" is gemonteerd op de
support oliefilter met cartouche en om verwijderd te
worden moet de oliecarter weggenomen worden.
Deze moet geijkt zijn om een druk in het toevoercircuit
van 3,8÷4,2 Kg/cm2 toe te laten.
Om de ijking te controleren moet men deze klep
monteren op een speciaal werktuig met een manometer;
perslucht inblazen door een aansluiting van het werktuig
en controleren of de klep juist opent aan de
voorgeschreven druk.
Indien de klep aan een lagere druk opent, onder de veer
een of meerdere voeten "B" invoeren; indien ze opent
aan een hogere druk, de hoeveelheid van de sluitringen
"C" verhogen.
M
"5"
OTOR
A
B
C
D
E
F
G
H
I
L
M
N
O
P
13

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis