Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

MOTO GUZZI CALIFORNIA JACKAL Werkstatt-Handbuch Seite 262

Inhaltsverzeichnis

Werbung

5
KRAFTSTOFFFILTER "2"
Der Filter ist mit einem Filterelement aus Papier
ausgestattet, mit einer Oberfläche von circa 1200 cm2
und einer Filterwirkung von 10 µm: diese Eigenschaften
sind unerläßlich, da die Einspritzventile gegenüber
Fremdkörpern besonders empfindlich sind.
Der Filter ist unter dem Kraftstofftank zwischen der Pumpe
und dem Klappenkörperaggregat montiert. Auf seiner
äußeren Hülle befindet sich ein Pfeil, der die
Durchflussrichtung des Kraftstoffs angibt.
Ausbau:
Siehe Kapitel 2 des Abschnitts D.
6
ELEKTROEINSPRITZVENTILE "3"
Mit dem Einspritzventil wird die in den Motor eingeführte
Kraftstoffmenge kontrolliert. Es ist eine "alles oder nichts"
Vorrichtung, d.h. es kann in nur zwei stabilen Zuständen
bleiben: geöffnet oder geschlossen.
Das Einspritzventil besteht aus einem Körper und aus
einer fest daran befindlichen Nadel mit Magnetanker.
Die Nadel wird von einer Schraubenfeder auf dem
Dichtsitz gehalten, deren Last durch eine einstellbare
Federstoßvorrichtung bestimmt wird.
Im hinteren Teil des Körpers ist die Wicklung
untergebracht, im vorderen Teil die Spitze des
Einspritzventils (Dichtsitz und Führung der Nadel).
Die vom Steuergerät festgelegten Steuerimpulse
erzeugen ein Magnetfeld, das den Anker anzieht und die
Öffnung des Einspritzventils bestimmt.
Diese Zeit wird vom Steuergerät entsprechend den
Benutzungsbedingungen des Motors bestimmt; auf diese
Weise erfolgt die Kraftstoffdosierung.
Vom hydraulischen Standpunkt aus gesehen, wird der
Strahl bei einem Kraftstoffdruck von 3±0,2 bar
zerschlagen, sobald er aus der Düse austritt,
(Zerstäubung) und bildet einen Kegel von zirka 30°.
Widerstandswert: 12 ohm.
Falls man einen elektrischen Test am Einspritzventil
ausführen möchte, eine maximale Spannung von 6 V für
einen sehr begrenzten Zeitraum anwenden.
Ausbau:
Den Klappenkörper ausbauen, wie in Kap. 9 dieses
Abschnitts beschrieben.
Die 2 Befestigungsschrauben "A" abschrauben und
die Elektroeinspritzgruppe "B" entfernen.
K
RAFTSTOFFZUFUHRANLAGE
5
FILTER BRANDSTOF "2"
De filter is uitgerust met een filtrerend element in papier,
met een oppervlak van ongeveer 1200 cm2, en een
filtrerend vermogen van 10 µm: deze karakteristieken zijn
noodzakelijk gezien de grote gevoeligheid van de injectors
aan vreemde lichamen.
De filter is gemonteerd onder de tank brandstof tussen
de pomp en de groep smoorkleplichamen en heeft op de
buitenste koker een pijl die de richting van doorvoer van
de brandstof aanduidt.
Demontage;
Het hoofdstuk 2 sectie D raadplegen.
6
ELEKTROINJECTOREN "3"
Met de injector wordt de controle van de in de motor
ingevoerde hoeveelheid brandstof geactiveerd. Dit is een
inrichting "alles of niets" in die zin dat ze slechts in twee
stabiele staten kan blijven: open of gesloten.
De injector bestaat uit een lichaam en een naald samen
met een magnetisch ankertje.
De naald wordt op de zitting van dichting gedrukt door
een spiraalvormige veer waarvan de lading bepaald wordt
door een registreerbare veerduwer.
In het achterste gedeelte van het lichaam zit de wikkeling,
in het voorste gedeelte zit de neus van de injector (zitting
van dichting en geleider van de naald).
De impulsen van bediening bepaald door de elektronische
centrale eenheid creëren een magnetisch veld dat het
ankertje aantrekt en de opening van de injector bepaalt.
Deze tijd wordt bepaald door de centrale eenheid van
bediening in functie van de gebruikscondities van de
motor, op deze wijze wordt de dosering van de brandstof
geactiveerd.
Tenslotte, vanuit hydraulisch oogpunt bekeken,
compressie van de brandstof van 3±0,2 bar, breekt de
straal wanneer ze uit de sproeier komt (verstuiving),
waarbij een kegel van ongeveer 30° gevormd wordt.
Waarde weerstand: 12 ohm.
Ingeval men een elektrische proef in de injector wenst uit
te voeren, een maximum spanning van 6 V aanbrengen,
gedurende uiterst beperkte periodes.
Demontage;
Het smoorkleplichaam wegnemen zoals beschreven
wordt in hoofdstuk 9 van deze sectie;
Draai de twee borgschroeven "A" los en verwijder de
het volledige injectiegedeelte "B".
V
OEDINGSINSTALLATIES
A
B
C
D
E
F
G
H
I
L
M
N
O
P
11

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis