Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Medtronic MYOtherm XP Gebrauchsanweisung Seite 63

Kardioplegie-infusionssystem mit trillium biosurface
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MYOtherm XP:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 21
(10°) staat om te garanderen dat de luchtverwerking optimaal functioneert en luchtembolieën worden
voorkomen.
3. Schuif de warmtewisselaar in de draagarmen voor de warmtewisselaar. De warmtewisselaar klikt op zijn
plaats vast wanneer hij op de juiste wijze in de draagarmen wordt geplaatst.
4. Sluit de snelkoppelingen van de waterbron stevig aan op de overeenkomstig gemerkte in- en uitlaatpoorten
van de warmtewisselaar.
5. Start de watercirulatie door de warmtewisselaar en controleer op waterlekkage in de bloedtrajectkamer.
Voer deze procedure voorafgaand aan het vullen uit. Als u ook maar enigszins aan de dichtheid twijfelt, mag
u het systeem niet gebruiken.
Waarschuwing:
a. Zorg dat de wateruitlaat van de warmtewisselaar niet geblokkeerd wordt.
b. De inlaatdruk van water mag nooit hoger zijn dan 275,8 kPa (40 psi).
c. De warmtewisselaar is buitengewoon efficiënt. Aanbevolen wordt de watertemperatuur niet hoger te
laten komen dan 42 °C (107 °F), aangezien dat kan leiden tot thermische bloedbeschadiging.
d. Overschrijd de bloedcompartimentdruk van 750 mmHg na het vullen niet.
6. Installeer de slangen in de pompkop (met behulp van de juiste inserts) met de slang voor de bloedvrije
cardioplegieoplossing in de rollerpomp op de bloedlijn. Stel de pompkopocclusie zodanig bij dat beide
slangsegmenten geheel geoccludeerd zijn.
Waarschuwing: Tijdens het gebruik van dit systeem moet een volledig occlusieve rollerkop worden
gebruikt. Als beide slangsegmenten binnen de rollerkop niet volledig geoccludeerd zijn, kan dat leiden tot
terugstromen van cardioplegieoplossing naar de oxygenator en onnauwkeurige mengverhoudingen van
bloed en cardioplegieoplossing.
7. Controleer of de mannelijke luerlockfitting van de drukbewakingslijn stevig op de drukbewakingspoort aan
de bovenkant van de warmtewisselaar aangesloten is. Draai aan de plugkraan om de druk van de
warmtewisselaar te meten.
Opmerking: Als de drukbewakingspoort van de warmtewisselaar niet gebruikt wordt, zet dan een dop
zonder ventiel op deze poort.
8. Controleer of de drukontlastingslijn stevig op een beschikbare luerpoort van een cardiotomiereservoir met
ventiel aangesloten is. De lijn die op de drukbewakingspoort aangesloten is, kan voor
vul-/recirculatiedoeleinden op een poort op een cardiotomiereservoir worden aangesloten.
Opmerking: De lijnen voor drukontlasting en drukbewaking zijn vooraf op de warmtewisselaar aangesloten.
9. Sluit de lijn voor geoxygeneerd bloed aan op het extracorporele circuit en klem deze lijn zorgvuldig af
voordat het extracorporele circuit wordt gevuld.
10. Sluit beide klemmen zorgvuldig en steek de eerste spike van de cardioplegielijn in de bijbehorende zak/fles
met de cardioplegie-/primevloeistof. Als slechts één spike wordt gebruikt, moet de tweede lijnklem zo dicht
mogelijk naar de Y-connector worden verschoven en zorgvuldig worden afgeklemd. Als beide lijnen met een
spike worden gebruikt, moet de tweede lijnklem omhoog worden geschoven en naast de spike zorgvuldig
worden afgeklemd om het vullen te vergemakkelijken.
Waarschuwing: Wanneer een fles voor cardioplegieoplossing wordt gebruikt, is een functioneel standaard
luchtventiel in de fles noodzakelijk dat ten minste 2,5 cm (1 inch) boven de bovenkant van het niveau van de
cardioplegieoplossing uitsteekt.
11. Sluit de temperatuursensor aan op de temperatuurbewakingsadapter aan de uitlaatpoort van de
warmtewisselaar.
8.2. Vullen
1. Voordat het cardioplegiesysteem wordt gevuld, moeten de oxygenator en de slangen van het extracorporele
circuit gevuld, gerecirculeerd en van luchtbellen ontdaan zijn.
2. Het vullen van het cardioplegiesysteem kan vóór of onmiddellijk na het starten van de cardiopulmonale
bypass worden voltooid. Als het laatste vullen van het cardioplegiecircuit moet worden uitgesteld tot na het
starten van de cardiopulmonale bypass, moet het systeem gevuld worden tot een punt voorbij de
rollerpomp. Hierdoor wordt voorkomen dat er via de bloedlijn vanuit het cardioplegiesysteem per ongeluk
lucht in de oxygenator komt.
Opmerking: Bij gebruik van beide lijnen met spike van het MYOtherm XP-systeem met Trillium-bio-
oppervlaktelaag: Gebruik de gevulde lijn om de ongevulde lijn retrograad te vullen totdat alle lucht is
verdwenen, klem daarna af. Steek de overgebleven spike in de tweede zak/fles cardioplegieoplossing. Tik
voorzichtig tegen spike en slang om luchtbelletjes te verwijderen. Haal de klem pas van de tweede lijn af
wanneer u met de toediening gaat beginnen.
Alleen voor eenheden met een brug:
Zorg ervoor dat alle brugklemmen kort worden geopend om de slangbrug goed te kunnen vullen.
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
61

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis